Geschiedfilosoof Frank Ankersmit: ‘Er is een bekende stelling van Bertrand Russell dat het in principe mogelijk is dat God de wereld en het hele verleden vijf minuten geleden heeft geschapen. Het verleden is er niet meer, dus de uitspraken die je erover doet hebben altijd iets van onzekerheid in zich. Dat betekent niet dat het hele idee van historische waarheid twijfelachtig is. In de praktijk staan de fundamentele feiten van de geschiedenis als een huis. We hoeven niet te betwijfelen of de Franse Revolutie uitbrak in 1789; daar is veel bewijsmateriaal voor. Hoe een bepaalde parlementsverkiezing in het Engeland van de vijftiende eeuw is gegaan, is iets minder zeker. En ergens daar voorbij verdwijnen de feiten in de mist der tijden en kun je slechts gissen naar de waarheid.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Dat laatste lijkt te gelden voor de kwestieuze keizer Sponsianus. Volgens dit onderzoek is hij een lokale legerleider geweest in de noordelijke Romeinse provincie Dacia, die zichzelf halverwege de derde eeuw na Christus tot keizer heeft uitgeroepen. Wanneer er zoals in dit geval weinig historisch bewijsmateriaal is, gaat een historicus de context bekijken. We weten dat de derde eeuw rommelig was, met vele oorlogen en beperkt centraal gezag. Op allerlei plekken riepen mensen zichzelf tot keizer uit; Sponsianus kan best een van hen geweest zijn.’
Weinig betekenis
‘Historische feiten, ware uitspraken over een bepaalde stand van zaken in het verleden, zijn belangrijk als je te maken hebt met het verre verleden, maar naarmate je dichter bij onze tijd komt verliezen ze aan gewicht. Over de Eerste Wereldoorlog zijn bijvoorbeeld zoveel gegevens bekend dat een kind er ware uitspraken over kan doen. Een ander soort historische waarheid wordt dan relevant. Niet: wat zijn de feiten? Maar: hoe moeten we die duiden? Welke betekenis geven we eraan? Je kunt uit dezelfde feiten vaak verschillende conclusies trekken. De ene historicus kan op basis van ware uitspraken verdedigen dat Duitsland schuldig was aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de andere historicus, die eveneens uitgaat van de feiten, kan de schuld bij Frankrijk en Rusland leggen.
Zelfs als we aannemen dat keizer Sponsianus inderdaad heeft bestaan, omdat er – zoals de onderzoekers schrijven – munten met zijn afbeelding zijn gevonden, heeft dat feit maar weinig betekenis. Het beeld van de Romeinse derde eeuw is duidelijk genoeg om te weten dat Sponsianus geen grote rol heeft gespeeld. Je moet het zien als een hiërarchie. Wie hadden de macht in Rome en hoe werkte het bestuursapparaat? Dat is van het allergrootste belang. Ook de problemen die in het rijk speelden zijn van grote betekenis. Alles wat daar verder vanaf ligt is minder belangrijk. De feiten over Sponsianus staan ergens onder aan deze ladder. Eigenlijk denk ik ook niet dat hij meer is geweest dan een pretendent van het keizerschap. In 284 wordt onder keizer Diocletianus de orde hersteld en gaan geschiedschrijvers aan het werk om op te schrijven wat er daarvoor allemaal gebeurd is. Sponsianus wordt door niemand genoemd.’
Bron feit
Pearson P.N., M. Botticelli, J. Ericsson et al. (2022). ‘Authenticating coins of the “Roman emperor” Sponsian.’ PLoS ONE 17 (11).