Home ‘Het necro-kapitalisme zet ons aan tot een strijd op leven en dood’

‘Het necro-kapitalisme zet ons aan tot een strijd op leven en dood’

Door Annette van der Elst op 24 oktober 2017

‘Het necro-kapitalisme zet ons aan tot een strijd op leven en dood’
Cover van 11-2017
11-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

We leven in een tijdperk van necrokapitalisme, zegt de Italiaanse denker Franco ‘Bifo’ Berardi, een morbide vorm van een ongebreidelde vrijemarktkapitalisme. Maar er is een alternatief.

Terwijl Franco Berardi — ‘zeg maar Bifo’ — en ik naar een geschikte plek voor een gesprek zoeken, klinkt de buzz van hotelgangers die druk in de weer zijn met hun mobiele telefoons of naar het scherm van een laptop staren. 

Opmerkelijk om hem daar, in de lobby van het Hilton Hotel in Amsterdam, te ontmoeten. Voor de Italiaanse filosoof is dit soort plekken emblematisch voor onze hedendaagse samenleving, waarin mensen als losse atomen een groot deel van de tijd virtueel contact hebben met de wereld buiten de fysieke plek waar ze zich bevinden. ‘Het zijn plekken van crowded solitude’, zegt Berardi, docent geschiedenis van de media aan de kunstacademie in Milaan. 

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Bram Budel

Het verlies van contact met de wereld is volgens Berardi niet alleen het gevolg van de toenemende digitalisering. De smartphones versterken alleen maar de ontwortelende krachten van het kapitalisme, zegt hij ook in zijn laatste in het Nederlands vertaalde boek De dodelijke omhelzing van het kapitalisme. De gevolgen zijn groot: eenzaamheid en een wereldwijde toename van depressie, zelfmoord en zelfmoordaanslagen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Volgens Berardi was het kapitalisme altijd al ontwortelend, maar werd het nog begrensd door de beschaving die het ook met zich meebracht. Daar hoorden ook waarden als solidariteit bij. Die laag is verdwenen, waardoor het hedendaagse kapitalisme de mens vernietigt. De wereld is nu – aldus Berardi – ‘een slagveld met maar één regel: concurrentie’. Ons hele leven is, zegt hij, ondergeschikt gemaakt aan dit ene gebod, ook onze psyche en onze emoties. ‘Al onze collectieve energie wordt ingezet voor uiteindelijk één doel: tegen andere mensen vechten om te overleven. In ons collectief onbewuste kennen we feitelijk alleen verliezers of winnaars.’ 

Gevangenisstraf

Eerst zijn kritiek op het kapitalisme, waar Bifo Berardi al bijna zijn hele leven tegen strijdt. Op 14-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij de Jonge Communisten in Italië, waar hij enkele jaren later uit werd gezet. In 1970, op 21-jarige leeftijd, publiceerde hij Tegen de arbeid, zijn eerste boek van een inmiddels omvangrijk oeuvre. In de jaren daarna was hij actief lid van de marxistisch georiënteerde Autonomia Operaia (Autonome Beweging) waarin arbeiders en intellectuelen in kleine autonome groepen gezamenlijk optrokken. De nadruk lag op een antiautoritaire houding en buitenparlementair activisme. Berardi was ook medeoprichter van de in alternatieve kringen zeer populaire Radio Alice, met programma’s over uiteenlopende onderwerpen, zoals filosofie, politiek activisme, yoga en koken. Zijn betrokkenheid bij de Autonome Beweging heeft hem eind jaren zeventig zelfs nog enkele weken gevangenisstraf opgeleverd wegens ‘subversieve activiteiten’. 

Een theoretische onderbouwing van zijn werk vond Berardi in het gedachtegoed van Franse denkers als Michel Foucault, Gilles Deleuze en Félix Guattari, met wie hij bevriend was. Het is vooral de vermenging van psychoanalyse, sociale filosofie en politiek activisme die hen bond. 

Boeren

Een cruciale term bij Berardi — evenals bij de in de jaren negentig overleden Deleuze en Guattari — is ‘deterritorialisatie’: de desintegrerende, deterritorialiserende impuls van het kapitalisme die oude vormen van samenleven vernietigt. Dorpjes, waar boeren en ambachtslieden producten gebruiken voor andere dorpelingen, ondergaan een drastische verandering als er fabrieken en grootschalige landbouw komen: voormalige keuterboertjes en ambachtslieden worden gerekruteerd om in de fabrieken of grote landbouwbedrijven te werken, waardoor ze zich minder kunnen identificeren met hun producten, onder meer omdat ze voortaan niet meer het hele product maken – een stoel, bijvoorbeeld –, maar omdat ze nog maar een radertje zijn in een groot proces. Daar komt bij dat ze ook het contact met hun omgeving verliezen: de producten die ze maken worden niet louter geconsumeerd door de inwoners van het eigen dorp, en op hun beurt kopen de arbeiders producten die niet in het eigen dorp zijn gemaakt. Allemaal ontwikkelingen die leiden tot een gevoel van vervreemding.

Het kapitalistisch proces bracht vervreemding mee, maar het was ook het kapitalisme zelf waar tegenkrachten uit voortkwamen. ‘De oude vorm van kapitalisme ging samen met de ontwikkeling van een bourgeoisie die door kapitaal te investeren redelijk wat geld kon verdienen’, legt Berardi uit. ‘Die nieuwe klasse zorgde voor een proces van re-territorialisatie. Het was een klasse met sterk territoriale banden. De macht die ze had was gebaseerd op een sterke fysieke aanwezigheid — zoals het bezit van fabrieken en grote villa’s én het feit dat ze tot een stabiele gemeenschap behoorden.’ In zekere zin, zegt Berardi, was er sprake van een conflictueus bondgenootschap tussen de fabrieksarbeiders en de bourgeoisie, want die laatste klasse had er belang bij dat fabrieksarbeiders konden meeprofiteren van hun welvaart: scholen, gezondheidszorg en een rechtsstaat. ‘Bourgeoisie en arbeiders bewoonden eenzelfde stedelijke ruimte en hadden eenzelfde toekomst.’ De bourgeoisie kon niet onverschillig zijn voor het lot van dit grondgebied. Ze accepteerde een wettelijke begrenzing van de eigen economische expansie.

De opkomst van de bourgeoisie, en het einde van een feodaal tijdperk, ging samen met een ontwikkeling van een christelijk humanisme, analyseert Berardi. Hij citeert in dit verband de vijftiende-eeuwse Italiaanse filosoof Pico della Mirandola uit diens Rede over de menselijke waardigheid: ‘God heeft de mens geschapen als een wezen dat zich onderscheidt van het heelal. Terwijl het heelal volgens precieze regels is opgebouwd, heeft de mens geen inherente regels die hem binden.’ Terwijl het heelal volgens precieze wetten wordt geregeerd — de onbewogen wetten van de natuur — wordt de menselijke ruimte bepaald door menselijke wetten. In de menselijke ruimte zijn rechtvaardigheid en gelijkheid mogelijk, niet gebaseerd op de natuur, maar op de menselijke reden en compassie, het vermogen om samen dezelfde gevoelens, hetzelfde lijden en dezelfde doelen te hebben. ‘Dat is wat we beschaving noemen. De menselijke beschaving is namelijk verplicht om zich níét aan de wetten van het heelal, van de natuur te houden! Vandaar ook het belang van vrijheid, een waarde die vaste vorm kreeg in die kapitalistische tijd.’

Koopwaar ​

Maar de beschaving is afgebrokkeld, zegt Berardi. ‘De moderne burgerlijke samenleving belichaamde humanistische waarden, en de mens was onder meer vrij van een theologische lotsbestemming. Via de arbeid kon men zijn positie verbeteren. Maar in de jaren zeventig en vooral vanaf de jaren tachtig is de oude vorm van kapitalisme meer en meer vervangen door een financieel kapitalisme, dat steeds meer zaken en levensdomeinen omvormde tot koopwaar.’ Die koopwaar werd omgezet in financiële producten. In aandelen en derivaten, waarvan de waarde onophoudelijk fluctueert, niet gebaseerd op reële productie of zelfs maar op winst. Integendeel, niet zelden is een stijgende waarde gebaseerd op destructie. Berardi geeft het voorbeeld van shortselling-transacties, waarbij speculanten door hen ‘geleende’ aandelen tegen een hogere prijs verkopen, speculeren en zelf bijdragen op dalende beurzen, om vervolgens de door hen verkochte aandelen weer tegen een lagere prijs terug te kopen. Dit soort financieel profijt is feitelijk een weddenschap op ondergang, concludeert Berardi. Het zijn niet voor niets de praktijken die ten grondslag lagen aan de financiële crisis van 2008.

Dit financiële kapitalisme is gebaseerd op een proces van niet-aflatende deterritorialisatie, vervolgt Berardi: deterritorialisatie van productie en ruil — door de globalisering van handel van de grote ondernemingen —, de opkomst van een virtuele klasse die niet gebonden is aan een grondgebied en een algeheel proces van deregulering. Want wettelijke controle van de mondiaal opererende ondernemingen is praktisch onmogelijk gemaakt. Zij kunnen bijna met een absolute vrijheid handelen, hoeven zich niet te houden aan lokale wetten en regels, doordat ze hun bedrijven — vaak immaterieel, in de vorm van een minimaal hoofdkantoor of als ‘postbusfirma’ — van de ene naar de andere locatie verschuiven. Tegelijkertijd heeft de globalisering van de arbeidsmarkt de in vakbonden georganiseerde macht van de werknemers gebroken en de weg vrijgemaakt voor een algehele loonsverlaging en flexibilisering van arbeidsvoorwaarden. Berardi: ‘Ik noem dit een systeem van absoluut kapitalisme: in de betekenis van “ab-solutus”, niet gebonden en “los-staand” van elk maatschappelijk belang. Dit productieproces heeft ertoe geleid dat de oude humanistische rem op het economisch proces is verdwenen.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Bram Budel

Volgens Berardi heeft dit absolute kapitalisme een grote en gevaarlijke invloed op de mens: ‘Het aantal mensen met depressie is volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) de laatste veertig jaar met 60 procent gestegen. Steeds meer kinderen en jongeren lijden aan depressie, iets wat zo’n veertig jaar geleden tamelijk zeldzaam was. Elke veertig seconden pleegt iemand zelfmoord. Het aantal pogingen tot zelfdoding is vertwintigvoudigd! En ook het aantal shootings, waarbij zelfmoordenaars eerst nog een groot aantal andere mensen in de dood meenemen, is spectaculair toegenomen. Wat is er veertig jaar geleden gebeurd? Margaret Thatcher! Wat zij met suïcide te maken heeft? Zij verklaarde dat de samenleving niet bestaat, dat er enkel ondernemingen en individuen zijn die met elkaar wedijveren. Die gedachte zie je ook in de filosofische en politieke opvattingen die zich baseren op de natuur, op een survival of the fittest, op het idee van winnen of verliezen.’ 

Joker

Winnen of verliezen, dat is wat Berardi als thema tegenkwam toen hij het fenomeen van schietpartijen bestudeerde: die op een middelbare school in Colombine, het bloedbad dat Joker James Holmes aanrichtte of die door de 18-jarige Pekka-Eric Auvinen op de Jokela-school in de Finse stad Tuusula. Het onderzoek daarnaar resulteerde in zijn boek De dodelijke omhelzing van het kapitalisme. ‘Ik bestudeerde brieven, documenten en bekentenissen op YouTube van de daders van deze zelfmoordbloedbaden. Wat me opviel is dat ze die allemaal in termen van winnen en verliezen schrijven: “Ik heb het gevoel dat ik een loser ben.” Of: “Nu zal ik voor één keer winnen.” En: “Jullie hebben me gekruisigd. Nu kan ik jullie al jullie shit teruggeven.” En vooral ook: “Ik zal voor één keer de absolute winnaar zijn.”’

Het zijn extreme gevallen, zegt Berardi, maar ze laten ons veel zien over de ‘gewone samenleving’. ‘Ik werk ook veel met gewone jongeren. En ook bij hen zie ik isolement, eenzaamheid of beter, want minder “romantisch”: crowded solitude. Mensen die virtueel, via Facebook, Instagram of Tinder verbonden zijn, maar desalniettemin eenzaam zijn.’  

Uw analyse klinkt tamelijk grimmig. Is er nog wel hoop?
‘Waar gevaar is, groeit ook de redding. De wetten die het hedendaagse systeem opleggen worden bijna als noodzakelijk beschouwd. Economische groei, bijvoorbeeld, is bijna een religie. Toch blijf ik optimistisch. We moeten het barre land in kaart brengen. En onze sensibiliteit weer activeren. Laten we onze psyche bevrijden van deze verschrikkingen en weigeren te denken dat we volledig worden bepaald door de wereld waarin we leven. Natuurlijk worden we erdoor bepaald, maar we kunnen ook autonoom zijn – dat wil zeggen op een andere, ironische, manier naar de wereld kijken. En weten dat deze wereld niet de enig mogelijke wereld is. Dat er een andere wereld mogelijk is.’ 


Fotografie: Bram Budel