Jabik Veenbaas (1959) is niet alleen filosoof en vertaler van Habermas, Schopenhauer en Kant, maar ook dichter. In zijn nieuwste dichtbundel combineert hij de disciplines. ‘Filosofen, zelf eigenlijk dichters / begrijpen weinig van poëzie’. Een voorpublicatie.
Brief aan seneca, met enige citaten uit diens werk
in het holst van de nacht lees ik je raadgevingen
‘allen willen gelukkig leven, broeder gallio
maar ze tasten in het duister’ik heb er niets aan, natuurlijk ‘ga zo door, mijn beste lucilius
maak aanspraak op je eigen leven’geluk is toeval, seneca
het is de pasmunt van bedelaars
en de overmoed der fortuinlijken
‘dat is nou ook sterk, mijn beste serenus!’‘alles is van een ander
alleen de tijd is van ons’
de tijd van de trouweloze keizer
de tijd die de slaaf nodig had om je bad vol te laten lopen
de tijd die je restte nadat je je aderen opende‘laten we dus een reisdoel vaststellen!’
het onverwacht herstel van een zieke
een kus op een winderige boulevard
een droom waarin alles klopt‘ik ben geen wijze, en zal er ook geen worden’
misschien dat ik je daarom blijf lezen, oude stoïcijn
je bent even onbeholpen, even
radeloos als iken blijft er toch heel rustig onder
ook dwazen kunnen er dus iets van maken!
Dit artikel is exclusief voor abonnees