Home Politiek Filosoof Daan Roovers: ‘Het publieke debat heeft controverse nodig’
Politiek

Filosoof Daan Roovers: ‘Het publieke debat heeft controverse nodig’

Door Djuna Spreksel op 1 december 2025

filosoof en politicus Daan Roovers
beeld Merlijn Doomernik
Wat verwacht je van een verrassing Filosofie Magazine geven
12-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Volgens Daan Roovers verkeert de publieke opinievorming in zwaar weer. ‘De vraag is niet wát we bespreken, maar hóe we dat doen.’

Tijdens de campagne van de Tweede Kamerverkiezingen van 2025 besloot Volt-lijsttrekker Laurens Dassen het NOS-lijsttrekkersdebat op Radio 1 af te zeggen. De loting had bepaald dat Volt in debat zou gaan over het klimaat met Forum voor Democratie. Omdat die partij de klimaatcrisis structureel ontkent, besloot Volt zich terug te trekken om zo geen zuurstof te geven ‘aan een partij die liegt’.

Die gebeurtenis laat iets zien over de huidige staat van het publieke debat, meent filosoof Daan Roovers (1970). ‘De gedachtegang van Volt is: het is zinloos om te debatteren met een partij die klimaatverandering ontkent, omdat zoiets geen ideologische verheldering oplevert. Dat vind ik zeer terecht,’ aldus Roovers, ‘maar de gevolgtrekking was verkeerd: in plaats van het debat af te blazen, hadden ze contact moeten opnemen met de NOS-redactie en moeten vragen streng in te grijpen wanneer er onzin wordt verkondigd.’

Wil je dit artikel verder lezen?

Sluit een abonnement af op Filosofie Magazine voor slechts 4,99 per maand en krijg toegang tot dit artikel én de duizenden andere diepgaande filosofische artikelen. Luister nu ook alle nieuwe artikelen als audio.
Word abonnee en lees verder > Al abonnee? Log dan in en lees (of luister) verder.

Misschien heeft Volt dat wel gedaan en kwam er geen bevredigend antwoord, zegt Roovers. Of misschien heeft de partij zich er bij voorbaat bij neergelegd dat de media geen rol voor zichzelf zien in zo’n debat behalve misschien de bal in het spel brengen en de tijd in de gaten houden. ‘Maar hoe nuttig is dat? Het is de taak van journalisten en redacties om standpunten inhoudelijk te beoordelen en op basis daarvan een debat te leiden en kritische vragen te stellen.’

‘Politici kunnen zich niet zomaar laten overtuigen door het beste argument’

Publieke opinievorming is een rode draad in het professionele leven van Roovers. Als filosoof en Denker des Vaderlands droeg ze bij aan het publieke debat. Inmiddels houdt ze zich als Eerste Kamerlid voor GroenLinks-PvdA bezig met politieke besluitvorming. En op 3 december 2025 promoveert Roovers aan de Universiteit van Amsterdam op dit onderwerp. Past het klassieke ideaal van een levendige publieke sfeer, waarin meningen getoetst worden en er een kritische uitwisseling is van standpunten, nog bij deze tijd? Wat is de invloed van sociale media en digitale platforms daarop? Daarnaast houdt Roovers op 11 december 2025 de Huizingalezing, waarin ze aan de hand van het denken van historicus Johan Huizinga onderzoekt wat een gezonde politieke cultuur behelst.

Er is volgens u te weinig aandacht voor de ‘machinerie’ van het publieke debat. Kunt u dat uitleggen?
‘De kwaliteit van het publieke debat is niet alleen afhankelijk van de input, maar ook van de manier waarop die input aan bod komt. De afgelopen tijd worden er – volkomen terecht – vragen gesteld bij de input. Bijvoorbeeld: wie mag er meepraten? Het probleem is dat onze kritische reflectie daar vaak blijft steken. Je zag het ook tijdens de campagne voor de verkiezingen: het gesprek ging bijvoorbeeld over of er te veel linkse of rechtse mensen aan de talkshowtafel zaten. Maar de belangrijkste vraag is: hoe wordt het gesprek gevoerd? Op welke manier worden opvattingen met elkaar geconfronteerd, welke rol spelen expertise en informatie in het debat en hoe wordt bepaald wat überhaupt de onderwerpen zijn?’

Wat is u opgevallen aan de debatten in aanloop naar de verkiezingen?
‘Ik maak me zorgen over de anti-linkse opmerkingen. Er werd bijvoorbeeld gezegd: Frans Timmermans is nog erger dan Geert Wilders. Ik vind dat je daar als wetenschapper, journalist of politiek duider op kunt antwoorden dat er grote verschillen zijn tussen de PVV en GroenLinks-PvdA in termen van hoe radicaal ze zijn. Het woord “radicaal” zegt niets over hoe ver je van het midden verwijderd bent, maar over hoe ver je af staat van democratische principes. Op basis van die definitie bestaat radicaal-links niet in de Tweede Kamer. Maar dat wordt niet gezegd. Sterker nog: zulke termen worden kritiekloos rondgepompt. We moeten beducht zijn op een publiek debat dat alleen wordt beschreven aan de hand van kwantitatieve termen, bijvoorbeeld: “De opvattingen liggen ver uit elkaar.” Dat lijkt objectief, maar verhult de ideologische lading.’

Er bestaan volgens u twee pijlers van de democratische rechtsstaat: publieke opinievorming en politieke instituties. Hoe verhouden die zich tot elkaar?
‘De Italiaanse politicologe Nadia Urbinati ziet ze als twee gescheiden en onafhankelijke domeinen. Dat de democratie in verval is heeft volgens haar niet te maken met de teloorgang van politieke instituties, maar met de verzwakking van publieke opinievorming. De Duitse filosoof Jürgen Habermas is het met Urbinati eens dat publieke opinievorming en politieke instituties gescheiden domeinen zijn, maar hij heeft meer oog voor de interactie tussen beide. En hij heeft een uitgebreider idee van hoe publieke opinie wordt gevormd.’

Habermas speelt een belangrijke rol in uw proefschrift, maar u hebt ook kritiek op hem. Waarom?
‘Volgens Habermas zijn de infrastructuren van het publieke debat erg belangrijk, zoals de krant, de radio en de televisie. Zij geven vorm aan het publieke debat. Maar dat zijn alleen uitingsvormen van de processen die het publieke debat organiseren, betwisten en verfijnen. Ik vind dat we naar die processen zelf moeten kijken. Bijvoorbeeld: de talkshow is een infrastructuur binnen het publieke debat, maar Vandaag Inside is Buitenhof niet. Het gaat erom welke functie een specifieke talkshow heeft, welke dingen de talkshow mogelijk maakt en welke dingen juist niet.

Een ander kritiekpunt is dat Habermas bepaalde infrastructuren, zoals de journalistiek, blind vertrouwt. Hij is nooit gaan kijken wat er eigenlijk gebeurt op nieuwsredacties; op welke manieren zij onderwerpen selecteren en redigeren, hoe ze bepalen wat meer of minder belangrijk is. Ik vind dat we dat wel moeten doen. Zeker in een tijd waarin algoritmes fungeren als black boxes en het steeds minder transparant is waar informatie vandaan komt.’

Polarisatie en controverse op sociale media beschouwen we als een probleem. Maar het publieke debat heeft ook controverse nodig, meent u.
‘De functie van controverse ben ik dankzij Habermas op het spoor gekomen. Volgens hem is de publieke opinie geen privémening die je hardop uitspreekt en ook geen optelsom van een aantal opinies samen. De publieke opinie is het resultaat van een openbare confrontatie met opvattingen. Dat betekent dat je een opinie uit, daar een weerwoord op krijgt, en je opinie vervolgens herziet of juist verstevigt. Een opinie die online rondgaat in een groep met gelijkgestemden is een soort groepsopinie. Dat veroorzaakt wellicht opwinding, maar heeft niets te maken met publieke opinievorming.’

Tekst loopt door onder afbeelding

U noemt ook andere vereisten voor het publieke debat. Het debat moet gericht zijn op kennisvergroting en er moet ruimte zijn voor reflectie. Wat houden die vereisten in?
‘Een belangrijke functie van het publieke debat is dat het onze kennis vergroot. Dat gebeurt door het delen van informatie en expertise. Soms is de uitwisseling van standpunten hiervoor al voldoende. Maar journalisten en experts kunnen bijvoorbeeld ook een rol spelen doordat ze zin van onzin scheiden.

De tweede vereiste, dat er ruimte moet zijn voor reflectie, houdt in dat je je te allen tijde moet kunnen afvragen: “We debatteren nu wel over dit onderwerp, maar moet het hier eigenlijk wel over gaan? Hebben we geen blinde vlek?” Een bekend voorbeeld is #MeToo. Lange tijd werd seksueel geweld gezien als een privékwestie en niet als een onderwerp voor het publieke debat. Daar is onder invloed van schandalen verandering in gekomen. Waar het gesprek over moet gaan en hoe, moet dus onderwerp van het gesprek zijn.’

Wat mij verraste: volgens u kunnen ook influencers bijdragen aan het publieke debat.
‘Ja, mits dat gebeurt op een manier die in overeenstemming is met de waarden van onze democratie. De coronaperiode is bijvoorbeeld interessant. Tijdens de coronacrisis werden influencers ingezet om informatie over de coronamaatregelen te verspreiden, maar de aanpak verschilde sterk per land. In Finland werden influencers door de overheid vrij gelaten in hoe ze met hun volgers in gesprek gingen. Dat heeft goed gewerkt. In Nederland werden ze een soort reclamezuilen met geheime contracten. Door dat gebrek aan transparantie en vrijheid werden ze gewantrouwd en uiteindelijk hebben deze influencers zich tegen de overheid gekeerd.’

‘Politiek is geen wedstrijd, maar wel een spel’

Wat is de verantwoordelijkheid van burgers en de politiek voor het publieke debat?
‘Het is belangrijk dat er een voortdurend gesprek plaatsvindt over zaken die van publiek belang zijn. Ik zou daarom tegen iedereen willen zeggen: bemoei je overal tegenaan. Dat kan in de buurtvereniging, op school, tijdens een demonstratie of in een burgerberaad. De verantwoordelijkheid van de politiek voor het publieke debat ligt bij het ondersteunen van de infrastructuren ervan. Dat betekent: niet bezuinigen op de wetenschap of de publieke omroep, maar juist investeren.’

Dat vergt een politiek van de lange termijn. In uw Huizingalezing wijst u erop dat politici juist snel willen scoren bij de achterban.
‘Ja, in die zin komt een burgerberaad, waarin een gelote groep burgers helpt beslissen bij een bepaald onderwerp, dichter in de buurt van deliberatie dan wat er in de Tweede Kamer gebeurt. Het belangrijkste aspect van deliberatie is dat je spreekt namens jezelf, niet namens een achterban. Vertegenwoordiging vervormt het publieke debat omdat volksvertegenwoordigers zich niet zomaar kunnen laten overtuigen door het beste argument. Zij moeten hun overtuiging later weer kunnen verkopen aan hun kiezers. Onze definitie van democratie is dus smal: die draait om belangenbehartiging en meerderheden creëren. Mijn Huizingalezing gaat erover dat we ons begrip van democratie moeten verrijken. De legitimiteit van een politiek besluit hangt er niet alleen vanaf of er een meerderheid is, maar ook van de discussie waardoor die tot stand is gekomen.’

In uw Huizingalezing speelt het begrip ‘spel’ een belangrijke rol. Kunt u dit toelichten?
‘Huizinga stelt dat spel niet een van de vele elementen is van de cultuur en politiek, maar dat beide zaken in essentie een spel zijn. Er wordt over politiek gesproken als “een spelletje” – alsof het een soort wedstrijdje is, een game die je kunt winnen of verliezen. Maar de Engelse vertaling van “spel” is niet game, maar play. Dat woord is veel rijker aan betekenis. Het politieke spel gaat om ideologische strijd. Uiteraard wordt die strijd begrensd; niet door allerlei regeltjes, maar door de verbeelding van democratische waarden. Zo’n idee van politiek als spel past goed bij een bredere definitie van democratie, die verder reikt dan eens in de vier jaar in het stemhokje een bolletje rood kleuren. De wedstrijd is na de verkiezingen voorbij, maar dan begint het spel.’

Op 11 december 2025 verzorgt Daan Roovers de Huizingalezing, een jaarlijks terugkerende lezing die wordt georganiseerd door de Universiteit Leiden. In de lezing, getiteld ‘Wat op het spel staat. De grenzen van politiek en fair play’, reflecteert ze aan de hand van het werk van Johan Huizinga op onze politiek. Kijk voor meer info en tickets op de website van de Universiteit Leiden.

Loginmenu afsluiten