Home De dood Filosofie op de sofa: Krishnamurti over de dood
De dood

Filosofie op de sofa: Krishnamurti over de dood

Door Marte Kaan op 22 januari 2025

Filosofie op de sofa Krishnamurti Marte Kaan
foto Merlijn Doomernik | illustratie Mikko Kuiper
Filosofie Magazine 2 2025 waarom doen we ons met liefde pijn
02-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Psychotherapeut Marte Kaan ziet de inzichten van de grote denkers in het klein terug in de behandelkamer. Dit keer: Jiddu Krishnamurti.

‘Begrijp de dood zonder afstand tussen jou en je problemen’

Vaak zien mijn patiënten de realiteit scherper dan een gemiddeld mens. Zoals een van hen, een jonge student die leeft op de rand van het grote verdwijnen. Dat ravijn in hem is oneindig vol van mogelijkheden, van vergetelheid tot dood. Ik kan hem geen ongelijk geven.

We hoeven niet ver te zoeken waar dat besef wortelschoot: zijn kindertijd bracht hij in verschillende landen door, zijn ouders waren afwisselend aanwezig en gingen uit elkaar toen hij nog een kind was. Vader zag hij eens per jaar. Verdwijnen is het onzichtbare patroon van zijn biografie. Als een relatie verbroken wordt, of dreigt te worden verbroken, is het voor hem alsof er iets sterft.

De Indiase spiritueel leraar Jiddu Krishnamurti (1895-1986) zei over de dood: ‘Om erachter te komen wat de dood is, mag er geen afstand zijn tussen de dood en jou die met je problemen leeft; je moet de betekenis van de dood begrijpen en ermee leven terwijl je redelijk alert bent, niet helemaal dood, nog niet helemaal dood.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

Onlangs zag ik de film The room next door die verhaalt over een terminaal zieke vrouw, gespeeld door Tilda Swinton. Ze vraagt een oude vriendin om erbij te zijn wanneer ze uit het leven stapt, althans, in de kamer naast die van haar. De dag dat de deur op een kier staat, is de dag dat ze niet meer wakker wordt.

In een interview verwondert Swinton zich: de dood is zo normaal, zo inherent aan het leven, en het leven is gebaseerd op de wetenschap dat het eindig is – en toch gaat het onderwerp gepaard met zoveel ontkenning. De dood zelf vindt Swinton overigens volkomen oninteressant: ‘We stoppen gewoon.’ Het doodgaan is waar het haar om gaat, hoe we dat doen, wat neerkomt op de vraag hoe we leven. En tijdens dat doodgaan zouden we niet alleen moeten zijn. De film gaat voor Swinton over aanwezig zijn bij het lijden van de ander: ‘To not look away’. Ze noemt het een politiek statement.

Mijn jonge patiënt die in een soort constante staat van angst leeft dat alles om hem heen verdwijnt, heeft misschien wel gelijk, maar de vraag is of hij het verdwijnen begrepen heeft zoals Krishnamurti het bedoelde toen die over de dood sprak: ermee leven zonder afstand tussen ‘jou en je problemen’. Als je je jezelf en al je problemen in samenhang met de dood beschouwt, begrijp je hoe je leven en je dood gelijk zijn, dat leven verdwijnen ís. Dan zijn er verschillende polen waartussen je je kunt bewegen: zinloosheid versus dankbaarheid, opgeven versus aanvaarden, rouwen versus vieren.

De angst van mijn patiënt is nog te alomvattend om ruimte te laten voor gevoelens van dankbaarheid, aanvaarding of feestelijkheid. Daar moet je een zekere ontspanning voor kunnen opbrengen en met afstand kunnen nadenken over jezelf en je leven. Zijn oude angst vernauwt zijn blik en verstart zijn lichaam. Niet alleen de toekomst raakt besmet met zijn verliesangst, ook het verleden wordt ermee geïnfecteerd. Als zijn vriendin de relatie verbreekt raakt hij bezeten van de gedachte dat niets echt is geweest, een soort verdwijnen in reverse.

Het enige dat ik mijn patiënt kan proberen te geven (naast gelijk), is de ervaring dat hij zijn angst helemaal toelaat, zodat hij niet alleen weet maar ook voelt dat dit gevoel gaat over een herinnering. Het verdwijnen in de toekomst, ook de dood, is onbekend en onbesmet met associaties. Niemand heeft enig idee. En dat is misschien de grootste kunst: leven met iets dat je niet kent. 

De gevalsbeschrijvingen uit deze rubriek zijn nooit herleidbaar tot een bestaande patiënt of oud-patiënt.