Bertrand Russell, Geschiedenis van de westerse filosofie (1945)
Waar is Søren Kierkegaard? De auteur zou zich te veel hebben laten leiden door persoonlijke voorkeuren, luidde de kritiek toen het boek verscheen. De toegankelijke schrijfstijl maakt echter veel goed. Het boek is onafgebroken in druk geweest sinds zijn verschijning. Russell hield er dan ook een prima oudedagsvoorziening aan over.
Hans Joachim Störig, Geschiedenis van de filosofie (1950)
In 1962 vertaald in het Nederlands en sindsdien het logische beginpunt van elke filosofische bibliotheek. Alle belangrijke richtingen komen aan bod – óók uit de oosterse filosofie, die in andere overzichtswerken meestal ontbreken. De aanpak is misschien ietwat schools. Maar met evenveel recht kun je die ook ‘degelijk’ noemen.
Frederick Copleston, A History of Philosophy (1946-1974)
Geschiedenisles in negen dikke delen voor gevorderden. Copleston behandelt Immanuel Kant in ruim 200 pagina’s, waar Störig dit doet in ‘slechts’ 50 pagina’s. Doorwrocht betekent echter niet ondoordringbaar, want Copleston blijft leesbaar. Enige minpunt: de geschiedenis van de filosofie stopt (vrijwel) bij de twintigste eeuw.
Jan Bor, Errit Petersma en Jelle Kingma, De verbeelding van het denken (1995)
De filosofie in beeld. Natuurlijk horen de denkbeelden van een filosoof centraal te staan. Dit betekent niet dat de vele afbeeldingen die deze geschiedschrijving rijk is enkel een decoratieve functie hebben. Wie een portret ziet van de presocratische filosoof Heraclitus, begrijpt onmiddellijk waarom ‘de Duistere’ zijn bijnaam was.
Anthony Gottlieb, De droom der rede (2002)
Het enige overzichstwerk dat ook prima mee kan op vakantie – zo goed is het geschreven. Filosofie is een theoretische bezigheid, maar Gottlieb laat telkens weer zien hoe zij geworteld is in concrete maatschappelijke kwesties. Hij behandelt de eerste tweeduizend jaar van de filosofie. Het wachten is nu op deel 2, dat loopt van Descartes tot heden.
Dit artikel is exclusief voor abonnees