Quote
“We leven in een wereld die de controleerbaarheid voorbij is”
‘Nu ben ik de Dood, de Vernietiger van de Wereld’, zo beschreef Robert Oppenheimer zijn gevoelens nadat in 1945 de eerste atoombom neerviel op Hiroshima. Oppenheimer, de ‘vader van de atoombom’, realiseerde zich dat zijn team van wetenschappers een product had gemaakt, waarvan de impact hun macht ver te boven ging. De ontwikkeling van de atoombom liet nauwelijks ruimte voor gecontroleerd experimenteren: experimenten moesten noodzakelijkerwijs worden uitgevoerd in de echte wereld, met alle risico’s van dien. Volgens de socioloog Ulrich Beck is dat typerend voor de hedendaagse ‘risicosamenleving’: onze technologieën zijn zo machtig geworden, dat wij hun gevolgen kunnen voorspellen noch beantwoorden. Wij zijn slachtoffer van ons eigen technologische succes.
Risicosamenleving
Het concept ‘risicosamenleving’, dat Beck in de jaren ‘80 introduceerde, was een onmiddellijke hit in de sociologie. Volgens de Duitser begint de risicosamenleving waar we gevaren niet meer kunnen beantwoorden met de instituties die daarvoor in het leven zijn geroepen. Dat geldt bijvoorbeeld voor klimaatverandering, of de bankencrisis: onze nationale instituties bieden geen adequate oplossingen voor problemen op mondiale schaal. Er is een georganiseerd gebrek aan verantwoordelijkheid.
Even tussendoor… Meer lezen over Ulrich Beck en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Dat we globale risico’s met onze kennis en instituties kunnen ondervangen, is een illusie. Onze technologieën ontwikkelen zich niet volgens een rationeel uitgestippeld traject, maar varen voort op de grillige logica van de markt. Een eeuw geleden had niemand bevroed dat er een miljard motorvoertuigen over onze aardbol zouden rijden, laat staan dat een wetenschapper de effecten daarvan op de atmosfeer had kunnen uittesten. Om zo’n test uit te voeren, moesten de voertuigen eerst gefabriceerd worden: ons wetenschappelijke laboratorium, dat is de wereld zelf. De praktijk is de theorie altijd een stap vooruit: daarom heeft het weinig zin sterk theoretische toekomstscenario’s te schetsen. Aan theoretici ligt bovenal de taak om de resultaten van de moderniteit kritisch te evalueren.