In een wereld vol met Ipads, vliegvakanties, fijne restaurants en een tamelijk vrije seksuele moraal is juist genieten een delicate kwestie. Wie geen maat houdt, is nooit tevreden met wat hij heeft en zal dus nooit genoeg hebben. Wie leeft als een kluizenaar durft nergens meer van te genieten. Je zou het niet zeggen, maar een juiste levenshouding is de beoefening van het hedonisme. Niet de hedendaagse, mateloze variant van steeds hogere bonussen, coke en vrouwen – zoals in de film ‘The wolf of Wall Street’ van regisseur Martin Scorcese – maar die van Epicurus.
Nu had Epicurus in de Klassieke Oudheid een slechte naam. Hij zou een verdorven geest zijn geweest, slechts uit op vrouwen en kicks. De stoïcijn Diotimus schreef vijftig obscene brieven, ondertekend met ‘Epicurus’, om hem zwart te maken. En tot op de dag van vandaag noemen we een genotzuchtig persoon een epicurist.
Toch is alle laster vooral spin van vijandige filosofische scholen. Ja, volgens Epicurus is genot het hoogste doel. Maar genot is een delicate kwestie, iets waarbij we de langere termijn in ogenschouw moeten nemen. Wie zich vandaag volpropt met eten, heeft morgen immers spijt. En niet alleen omdat hij buikpijn heeft, maar ook omdat onmiddellijke bevrediging van behoeften snel nieuwe verlangens creëert; een fenomeen waar fastfoodketens nog steeds mee scoren. Epicurus schrijft: ‘niets is toereikend voor degene voor wie het toereikende te weinig is’.
De echte levensgenieter houdt maat. Vooral met verlangens die niet noodzakelijk moeten worden vervuld om in leven te blijven, zoals roem of rijkdom, moeten we voorzichtig omspringen. Doorgaans leiden ze slechts tot onrust, terwijl het ware genot juist volmaakte gemoedsrust is. Ataraxia, ofwel onverstoorbaarheid. ‘Stuur mij een kaas, zodat ik te allen tijde een feestmaal kan aanrichten,’ schrijft Epicurus. Wie zijn verlangens onder controle heeft, geniet optimaal van de kleine dingen.
Epicurus stichtte een filosofische commune in de tuin bij zijn huis, waar hij samen met volgelingen het hoogste genot (hèdonè) cultiveerde. Opmerkelijk is dat iedereen hier welkom was, gratis en ongeacht geslacht of afkomst. Vooral over de aanwezigheid van vrouwen raakten de niet-ingewijden niet uitgepraat – het was het begin van alle vijandige roddel. Misschien had hij meer in de openbaarheid moeten treden, een publieke taak moeten aanvaarden zoals de stoïcijnen vaak wél deden. Vooral de Romeinse Stoa heeft grote staatslieden opgeleverd. Maar het motto van de epicuristen is nu juist ‘leef in het verborgene’, ver weg van het publieke gewoel vinden we het geluk.
Even tussendoor… Meer lezen over Epicurus en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Overigens zal de vijandige roddel Epicurus onberoerd hebben gelaten. Zelfs de dood boezemde hem geen angst in. ‘Zolang wij er zijn, is de dood er niet, en als de dood er is, zijn wij er niet,’ schrijft Epicurus met kenmerkende geestelijke kalmte.