Suïcideconsulent Ton Vink is een bekend figuur in het Nederlandse euthanasiedebat. Toch zou hij het liefst hebben dat euthanasie nooit nodig was.
Op een koude vrijdagmiddag ga ik langs bij de praktijk van suïcideconsulent Ton Vink, waar hij mensen begeleidt die – zoals hij zegt – ‘de regie over hun levenseinde zoeken’. Vanwege deze werkzaamheden werd hij vervolgd voor en vrijgesproken van hulp bij zelfdoding. Door deze rechtszaak, zijn werk en de vele boeken die hij over levensbeëindiging schreef werd Vink een bekend figuur in het Nederlandse euthanasiedebat.
Tekst loopt door onder afbeelding
Fotografie Bram Budel
Ik ga niet bij hem langs voor een consult, maar om te praten over de goede dood. Daar hebben we het te weinig over, vindt Vink: ‘Het euthanasiedebat speelt volop in Nederland, maar als je er eenmaal op let is het verpletterend zichtbaar dat we het nauwelijks over de goede dood hebben. Het debat gaat vooral over welke zorgvuldigheidseisen moeten gelden en wanneer een zelfgezochte dood daaraan voldoet. Het probleem is: voldoen aan de zorgvuldigheidseisen maakt een dood nog niet goed.
Bij een goede zelfgezochte dood is de rol van de hoofdpersoon zo groot mogelijk. Onder andere doordat er te weinig over de goede dood gesproken wordt is die nu vaak zeer beperkt. Zo gebruiken artsen in maar liefst 96 procent van de gevallen een infuus. In plaats daarvan kunnen ze er ook voor kiezen om een drankje aan de patiënt te geven, dat diegene zelf kan innemen.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees