Home Denkfouten: Wij-bakken
Denkfouten

Denkfouten: Wij-bakken

Door Maarten Boudry op 02 maart 2016

Cover van 03-2016
03-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Maarten Boudry en Jeroen Hopster belichten beurtelings klassieke en eigentijdse denkfouten.

Iemand betrapt je op een denkfout; wat doe je? Probeer vooral niet de bal terug te kaatsen (‘Jij redeneert ook krom!’), of je bezondigt je meteen aan een tweede denkfout: de jij-bak, oftewel, de tu quoque-drogreden. Kinderen hebben het jij-bakken snel onder de knie: grote broer moet mij de les niet lezen, want zijn kamer is zelf niet opgeruimd. En als vader ons in de oren knoopt dat sigaretten ongezond zijn, waarom rookt hij dan zelf een pakje per dag?

Logisch gezien is de jij-bak ongeldig: mijn fouten worden niet tenietgedaan door de jouwe. Maar daarom is het argument nog niet waardeloos. Een jij-bak kan soms nuttig zijn om hypocrieten te ontmaskeren, die zelf niet doen wat ze prediken. Een van de beroemdste jij-bakkers is Jezus. ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’, zo vermaant hij de woedende meute die een overspelige vrouw wil stenigen. ‘Gij kijkt naar de splinter in andermans oog’, zo klinkt het in Bergrede, ‘maar gij merkt de balk niet op in uw eigen oog.’

Behalve de jij-bak is er ook een retorische kunstgreep die ik in een stuk in De Standaard onlangs de ‘wij-bak’ heb genoemd. Bij de wij-bak wijs je met een beschuldigende vinger naar anderen, maar je vermomt je betoog als zelfkritiek door consequent de wij-vorm te hanteren. Je spreekt over ‘onze’ fouten, maar eigenlijk bedoel je altijd die van anderen. Deze valse deemoed duikt vaak op in debatten over integratie en multiculturalisme. De wij-bakkers hebben het bijvoorbeeld over ‘onze’ onverdraagzaamheid en ‘onze’ morele onverschilligheid, maar rekenen zichzelf nooit tot die ‘ons’. Overal waar ze ‘wij’ schrijven, bedoelen ze eigenlijk ‘zij’: de bekrompen xenofoben, de neoliberalen, de consumentisten, de bange blanke mannen… In elke ‘wij’ weerklinkt een ‘zij’, achter elke ‘ons’ schuilt een ‘hen’. Je wekt de indruk dat je over de balk in je eigen oog spreekt, maar eigenlijk zit je in andermans oog te pulken.

Begrijp me niet verkeerd. Soms kan het gebruik van een brede ‘wij’ nuttig zijn, bijvoorbeeld als we kritiek leveren op wat ‘onze’ politiek vertegenwoordigers aanrichten in de rest van de wereld. Dat is gewoon een stijlfiguur. Wij-bakken daarentegen is een vorm van geveinsde zelfkastijding: je wekt de indruk kritisch over jezelf te zijn, maar intussen sluit je jezelf buiten de ‘wij’ en ‘ons’ waarvan sprake is. De wij-bakker beweert de hand in eigen boezem te steken, maar zit eigenlijk in andermans borstpartij te graaien.

Maarten Boudry en Jeroen Hopster belichten beurtelings klassieke en eigentijdse denkfouten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.