Je ziet dat subjectieve ideeën een rol spelen in oordelen…
Dan concludeer je dat objectiviteit helemaal niet bestaat.
Objectiviteit, als ideaal, staat onder druk. Het gezag van traditionele objectiviteitshoeders, zoals wetenschappelijk deskundigen en de rechterlijke macht, is niet meer vanzelfsprekend. In de politiek blijken de emoties die een bewering oproept vaak belangrijker dan de feiten waar die bewering op stoelt. En ook in de journalistiek is streven naar objectiviteit volgens sommigen achterhaald. Lezers van Rob Wijnberg en Joris Luyendijk zijn bekend met de vele subjectieve keuzes, filters en visies die bij nieuwspresentatie naar binnen sluipen. Een journalist kan niet om zijn eigen perspectief heen. Framing is onvermijdelijk. De journalist kan slechts, uit naam van objectiviteit, proberen om dat perspectief te verhullen. Daarmee ontstaat een misplaatste schijnobjectiviteit – en dat is het echte kwaad. Daarom, menen Wijnberg en Luyendijk, kunnen we het objectiviteitsideaal maar beter loslaten.
In deze redenering ligt een drogreden op de loer: het platoniseren van objectiviteit. Natuurlijk, elk artikel is van begin tot eind het product van menselijke keuzes. Geen journalist is losgezongen van een eigen standpunt, of geheel gevrijwaard van voorkennis en sympathie. Maar dát is ook niet het type objectiviteit dat journalisten moeten ambiëren. Objectiviteitsaanhangers krijgen al snel een absolute notie van objectiviteit in de schoenen geschoven – het ideaal van ongekleurde, waarnemeronafhankelijke verslaglegging –, die vervolgens wordt afgedaan als journalistiek onhaalbaar. Er valt inderdaad van alles voor te zeggen dat deze platoonse notie van objectiviteit geen plaats heeft in de journalistiek. Maar dat neemt niet weg dat er een andere vorm van journalistieke objectiviteit kan bestaan die wél het nastreven waard is.
Objectiviteit is een lastig begrip, omdat het per domein een verschillende invulling krijgt. Domeinen zoals ethiek of politiek vragen om een ander objectiviteitsideaal dan de wiskunde. Zo zou je een morele uitspraak die een objectieve pretentie heeft kunnen begrijpen als een uitspraak met de pretentie om een open, inclusieve en geïnformeerde discussie te kunnen overleven. Morele objectiviteit is, zo bezien, wezenlijk gebonden aan menselijke standpunten. Voor het ideaal van objectiviteit in de journalistiek gelden weer andere maatstaven. Daar draait objectiviteit vooral om het streven naar faire berichtgeving. Wees onafhankelijk, hou geen belangrijke feiten achter, stel de zaken niet simpeler voor dan ze zijn. Overigens zijn dat, ironisch genoeg, net de waarden waar objectiviteitscritici als Luyendijk en Wijnberg naar streven.
Maarten Boudry en Jeroen Hopster belichten beurtelings klassieke en eigentijdse denkfouten.