Home De politiek weer aan de macht

De politiek weer aan de macht

Door Marnix Verplancke op 15 november 2012

06-2001 Filosofie magazine Lees het magazine

De politiek heeft te weinig inbreng, meent Hans Blokland. Hij schrijft een trilogie over de politieke gevolgen van de modernisering.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

'Politiek in de tweede helft van de twintigste eeuw is, waar je ook kijkt, niets anders dan knutselwerk, tijdwinst, verstelwerk, improvisatie, en de grootste ambitie die ze kent is overleven', schreef Hans Magnus Enzensberger elf jaar geleden en veel beter is het er sindsdien niet op geworden. Integendeel zelfs, volgens nogal wat politieke filosofen is het wat dat overleven betreft inmiddels huilen met de pet op: de politiek is dood en de economie heeft haar rol volledig overgenomen. Het parlement is de slippendrager van het bedrijfsleven geworden en voor enig echt beleid is er al lang geen plaats meer. Dat de studierichting politieke wetenschappen geen hond meer trekt, terwijl duizenden jongeren economie of bedrijfskunde gaan studeren, spreekt boekdelen.

Waar is het misgegaan, zo kunnen we ons afvragen. Is de huidige politieke impasse het gevolg van menselijke keuzes, en kan ze dus ook weer ongedaan gemaakt worden? Of zijn we hier gewoon getuige van een historisch proces waartegen in feite niets te beginnen is, ook al maken we ons de illusie dat we er via een derde, vierde of misschien wel vijfde weg wel weer uit zullen geraken? Ook Hans Blokland stelde zich deze vragen en om ze te beantwoorden dacht hij met niet minder dan een trilogie rond te kunnen komen. Deel één is inmiddels verschenen, De modernisering en haar politieke gevolgen: Weber, Mannheim en Schumpeter, en wanneer hij met hetzelfde elan verdergaat zal dit ongetwijfeld één van de belangrijkste studies over dit onderwerp worden.

Bloklands publicatieplan ziet er als volgt uit: in de twee laatste delen wil hij nagaan wat er de voorbije zestig jaar gebeurd is op politiek vlak en hij zal daarbij nogal zwaar leunen op de analyses en voorgestelde remedies van de Amerikaanse politicologen Robert Dahl en Charles Lindblom. In het nu gepubliceerde deel laat hij drie andere denkers aan het woord: de sociologen Max Weber en Karl Mannheim en de econoom Joseph Schumpeter. In hun analyse van wat de moderniteit met de politiek gedaan heeft en hoe de betrokkenheid van de modale westerling bij de politieke gebeurtenissen van de staat waarin hij leeft is veranderd, blijken deze drie immers mooi bij elkaar aan te sluiten.

Waar staat die moderniteit nu in feite voor? Blokland komt meteen met de drie voornaamste principes voor de dag: rationalisering, differentiëring en individualisering. De rationalisering leidt ertoe dat 'waarderationaliteit' vervangen wordt door 'doelrationaliteit'. Waar we naar streven wordt niet meer nader beschouwd; we zoeken alleen nog naar de beste manier om het te realiseren. Het economische denken overheerst en de maatschappij verkilt. De differentiëring zorgt voor steeds meer specialisatie, waardoor het voor de modale mens ook alsmaar moeilijker wordt om nog op de hoogte te zijn van hetgeen politiek van belang is. De individualisering, tenslotte, maakt dat we onze identiteit niet langer ontlenen aan de sociale groep waar we bijhoren en dat we dus politiek gezien in een niemandsland terechtkomen. Tegenover deze verbrokkelde enkelingenmaatschappij staat het steeds globaler handelende bedrijfsleven dat binnen ons 'pluralistische denken' aan de pressiegroepen een hele kluif zou moeten hebben, maar dat in werkelijkheid gewoon in een hogere divisie speelt.

Ook al voorspelden Weber, Mannheim en Schumpeter niet tot in de details dat de naoorlogse economische, politieke en sociale omstandigheden tot het hedendaagse resultaat zouden leiden, waar zij het schoentje zagen knellen, doet het vandaag wel degelijk pijn, en veel meer dan een paar pleisters hebben ze niet te bieden. Volgens Weber zou de politiek volledig door de bureaucratie en planbureaus overgenomen worden. Democratie veronderstelde nog wel verkiezingen natuurlijk, maar de grote politieke lijnen zouden ergens anders uitgezet worden. Als enkeling kon je er maar beter het beste van maken. Schumpeter zag het nog donkerder. Hij geloofde in een Hegeliaanse geschiedenisdynamiek die zou eindigen in een soort wetenschappelijke politiek, waarbij de politici vervangen zouden zijn door experts. Ook in zijn denken was er dus weinig of geen plaats voor de stem van het volk. Alleen Mannheim bleef gematigd optimistisch: door sociale bewustwording kon volgens hem de massa ertoe gebracht worden haar gerechtigde plaats in het politieke gebeuren op te eisen.

Waar Blokland zelf staat, is al bij aanvang duidelijk: hij wil de politiek weer aan de macht en dat is volgens hem ook broodnodig. De grote wereldproblemen, zoals de milieuverloedering, de vrijwaring van de kwaliteit van ons voedsel en het gevecht tegen de sociale uitsluiting, zullen immers niet door bedrijfsmanagers opgelost worden. Wat daarbij voor hem pleit, is dat hij geen ouwe cryptocommunist met melancholische buien is, maar dat hij zijn heil in de toekomst zoekt. Om te weten wat zijn inzichten nu werkelijk waard zijn, zullen we natuurlijk op de – door mij alvast met ongeduld tegemoet geziene – volgende delen van zijn studie moeten wachten.
 
Een rehabilitatie van de politiek 1, De modernisering en haar politieke gevolgen: Weber, Mannheim en Schumpeter, door Hans Blokland, uitg. Boom, Amsterdam 2001, 328 blz., ¦54,95/bef 110.