Home De 5 beste boeken over mystiek volgens Marc De Kesel

De 5 beste boeken over mystiek volgens Marc De Kesel

Door Femke Heijmans op 12 maart 2019

De 5 beste boeken over mystiek volgens Marc De Kesel

‘Maak dat een boek niet relevant is!’ Dit advies geeft de Belgische filosoof en mystiek-kenner Marc De Kesel (1957) aan de lezers van Filosofie Magazine. ‘Anders maken we de wereld alleen maar klein doordat wij boeken lezen die voor ons interessant zijn.’ Deze woorden klinken niet vreemd uit de mond van de mystiek-expert die schrijft over zelfloosheid. Dit zijn de vijf favoriete boeken van Marc De Kesel over mystiek.

1. Michel de Certeau, La fable mystique (1982)

‘Het boek La fable mystique van Michel de Certeau gaat over de mystieke traditie in de 16e en 17e eeuw. In deze tijd voltrok zich een grote culturele wending naar de moderniteit toe. Toen ontstond het cartesiaans ik, dat het paradigma leverde voor ons moderne zelfbewustzijn. Wat niet wil zeggen dat wij als modernen niet worstelen met ons ‘zelf’. Die zelfbewuste ‘Ikken’ die we zijn, zijn namelijk tegelijk ook gepassioneerd door zelfloosheid. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in het feit dat we graag drugs nemen en zo onszelf verliezen. We willen piekervaringen waarin we eindelijk onszelf kwijt zijn. Van die gang naar zelfloosheid getuigt de mystieke traditie – ook die van de 16e en de 17e eeuw, waar Certeau’s boek over gaat. Hij beschrijft hoe de mystieke traditie van toen vooral een plaats van kritiek was op de net opkomende moderniteit. La fable mystique geeft hier een diepteanalyse van, maar vindt geen oplossing in de mystiek. Verwacht in dit boek van De Certeau ook geen antwoorden op onze vragen. Dat willen we vandaag al te zeer, die onmiddellijke antwoorden op onze vragen. Dit komt ook weer tot uiting in die zelfbewuste houding: we willen zelf greep op de wereld. We hebben een probleem, we weten wat we moeten doen en we zijn er zeker van wat we moeten doen. Dit moet ophouden, want het is larie! Is de mens niet vooral een vragend wezen? Als  je een vraag beantwoordt, dan zal die vraag niet opgelost zijn, maar groter worden. La fable mystique leert je uithouden in de vraag zelf. Ik heb er zelf ook behoorlijk mee geworsteld, maar het was een positieve ervaring.’

2. Pier Paolo Pasolini, Theorema (1968)

‘Ik herinner mij nog dat ik dit boek gelezen heb toen ik heel jong was. Het was ergens in de Ardennen geloof ik. Ik heb het toen in één ruk van A tot Z uitgelezen. Het boek Theorema is een literaire versie van de gelijknamige film die in hetzelfde jaar uitkwam, door één van de Italiaanse mastodonten van de cinema in die tijd: Pier Paolo Pasolini. Het verhaal speelt zich af binnen een typische burgerlijke familie van die tijd: vader, moeder, zoon, dochter en dienstmeid. Een gast, verder niet bij naam genoemd, komt voor onbepaalde tijd logeren. Die gast brengt plotseling iets levends, iets vitaals, in het gezin waarvan niemand goed weet wat het is. En ieder lid van de familie raakt erotisch ondersteboven van de man. De gast gaat met ieder van de figuren een liefdesverhouding aan tot hij, even plots als hij gekomen is, weer weggaat en het hele gezin ontwricht achterlaat. De tweede helft van het boek laat vijf manieren zien om met dat gemis aan die radicale erotische ervaring om te gaan. De zoon gaat in de kunst, de dochter wordt geestesziek, de dame gaat aan de jonge mannen. De vader tuimelt in een existentiële crisis, wat de film vat in een beeld waarin hij zich midden het overvolle treinstation in Milaan helemaal uitkleedt, waarna we hem naakt schreeuwend in de woestijn zien rennen en de film abrupt stopt. De meid liet als enige de religieuze oplossing zien – ‘religieus’ in de volkse, primitieve zin van het woord: met wonderen en alles erop en eraan. Voor Pasolini is ook dit een manier om je te verhouden tot die radicale inslag van andersheid. Ik las dit boek in een reeks met een aantal films van Pasolini en dat was een esthetische ervaring van de bovenste plank, moet ik zeggen.’

3. Charly Coleman, The Virtues of Abandon: An Anti-Individualist History of the French Enlightenment  (2014)

‘Net als het eerste boek van De Certeau gaat dit boek van Charly Coleman over de periode waarin het moderne ik zichzelf vormt, met daarin onder meer de mystieke traditie van de 17e eeuw. Wanneer dat moderne ik over zichzelf moet spreken, botst het op zelfloosheid, en dit niet alleen in de mystiek. Coleman toont mooi aan dat die mystieke traditie in de 18e eeuw wordt doorgezet in aan de ene kant de erotische literatuur en aan de andere kant in het materialisme van toen, waaraan we onze moderne wetenschap te danken hebben. Het zijn twee thema’s die er in het eerste opzicht niets mee te maken hebben. En toch: het is zelfloosheid die ze met elkaar verbindt. In Frankrijk ontstond midden 18e eeuw een trend van sterk erotische romans waarin lustbeleving in totaal vrije, libertijnse, zin gepropageerd werd. Coleman laat zien dat hier zelfloosheid aan zet is: ik moet mij overgeven aan mijn lusten, moet mij helemaal laten gaan, moet mij laten verzwelgen door genot en dit zonder weerstand en zonder ‘ik’. Zo wordt de moderne wetenschap evengoed door zelfloosheid getekend. Want wat betekent moderne wetenschap? Dat is aan wetenschap doen zonder dat het ik in enige mate betrokken is bij het object van wetenschap: ik moet de wereld bestuderen, maar die relatie die zij met mij heeft, daar heb ik niets mee te maken. Dus ook daar moet ik zelfloos zijn. Het toont mijns inziens aan dat de moderniteit niet zozeer door een sterk, vrij ik gekenmerkt wordt, maar door een ik dat voortdurend met zichzelf en zijn zelfloosheid aan het worstelen is. En dat komt in dit boek mooi ter sprake.’

4. Hein Blommestein, Het spel van de liefde: loslied van de blinde Jean de Saint-Samson (2001)

‘Dit boekje is in zijn titel misleidend. De mystiekspecialist Hein Blommestein heeft namelijk wel de inleiding en het commentaar bij de tekst geschreven, maar de tekst zelf is van de man die in de ondertitel staat: Jean de Saint-Samson. Je moet weten, Jean de Saint-Samson was een karmeliet (een rooms-katholieke kloosterorde, red.) uit de vroege 17e eeuw die vanaf zijn derde blind was en op jonge leeftijd al het klooster in is gegaan. En hij schrijft over de liefde! Hoe weet hij daar iets van? Wees er maar van overtuigd: als je goed wilt weten wat liefde is, moet je Jean de Saint-Samson lezen! Het is een vlijmscherpe analyse van zijn verhouding, in zijn geval met God, en dat is pure erotiek. Als je een beetje religiegeschiedenis kent, dan weet je dat eros en christendom altijd op gespannen voet staan maar ook altijd met elkaar verweven zijn. En hier spettert dat. Ik lees de tekst in het Frans en dit is echt een meerwaarde. Hoewel het helemaal geen slechte vertaling is, merkte ik toch dat mijn verbazing steeds groter werd, hoe dichter ik bij de Franse tekst kwam. Het is heel sensueel geschreven. God is de minnaar, de geliefde, en met die geliefde wordt vaker dan je denkt flink gekibbeld. Het is een ongelooflijk mooie tekst.’

5. Marc De Kesel, Zelfloos: de mystieke afgrond van het moderne Ik (2017)

‘Het is een beetje oneigenlijk dat ik nu met mijn eigen boek op de proppen loop. Maar in dit boekje vat ik samen wat ik nu naar aanleiding van die andere boeken heb gezegd. Eén van de hoofdstukken uit dit  boekje is wel interessant om even nader te belichten. Dat is een analyse van de film van Scorsese die vorig jaar is uitgekomen: Silence. Dit is de verfilming van een roman uit de jaren 60 van de Japanse schrijver Shusaku Endo en die schrijver behoort tot de 1 % van de Japanse bevolking die christen is. In die roman beschrijft hij een jezuïet, Rodrigues, die in de 17e eeuw, rond 1640, illegaal Japan binnendringt nadat het christendom daar verboden is. Hij heeft gehoord dat zijn leermeester zijn geloof heeft afgezworen en boeddhist is geworden. Hij wil uitzoeken of dit inderdaad zo is. Uiteraard wordt ook hij gevangengenomen, gefolterd en gedwongen afstand te doen van zijn geloof. Op dat moment staat het christendom in feite oog in oog met zelfloosheid. In de religieuze zin moet ik mij al overgeven aan god en alles van mijzelf loslaten. Maar moet ik dan, als ik mijzelf helemaal moet opgeven, ook mijn eigen christendom opgeven? Deze paradox wordt door het christendom bezworen, maar die is er wel degelijk. Naar aanleiding van een aantal casus, zoals deze film, heb ik mijn eigen ideeën over de mystieke traditie op papier gezet.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.