Als A onvermijdelijk tot B leidt, dan is het onvoorstelbaar dat B niet op A zou volgen. Als je in een afgrond stapt dan is het onvoorstelbaar dat je niet omlaag stort. Maar dat is juist wél voorstelbaar. In tekenfilmpjes stapt Goofy regelmatig een afgrond in zonder meteen naar beneden te vallen. Hij valt pas als hij de diepte ziet.
David Hume en De originelen
Al eeuwenlang wagen telkens nieuwe schrijvers zich aan hervertellingen van sprookjes en mythen. Kan dit ook met de filosofie? In de serie De originelen van uitgeverij Athenaeum kruipen hedendaagse denkers in de huid van de grootste filosofen uit de geschiedenis en brengen het oorspronkelijke werk opnieuw tot leven. In de tweede uitgave van deze reeks legt Bert Keizer onze alledaagse aannames op de pijnbank in een hervertelling van Traktaat over de menselijke natuur van David Hume (1711-1776). ‘Onze meest algemene en verfijnde principes berusten op niets meer dan ons gevoel “dat ze wel kloppen”.’De Schotse filosoof komt door een potje biljart tot schrikbarende conclusies over ons idee van oorzaak en gevolg, met grote gevolgen voor de geschiedenis van de filosofie. Als een biljartbal op een andere botst, zou het ons verrassen als ze allebei roerloos op het groene laken blijven liggen. We zouden het onlogisch vinden. Maar het heeft niets met logica te maken. We zien wel eerst het een en dan het ander, maar we zien niet de oorzaak en niet het gevolg. Als ons idee van causaliteit al niet klopt, wat zou er dan nog meer niet deugen in ons verstand, en wat kunnen we daaruit kunnen afleiden over de wereld?
De gevolgen van Humes reflecties blijken groot. Strikt redenerend blijkt geen enkele bewering over de wereld te kloppen. Niet in de filosofie en niet in het dagelijks leven. Zet je schrap.
Wij leiden het bestaan van het ene object af van het andere door ervaring. Dat is nou precies de aard van ervaring. Bij een vlam hebben we vaak hitte gevoeld. Vlam en hitte komen tot nog toe altijd samen voor. We noemen de een zonder veel omhaal de oorzaak en de ander het gevolg.
Hier stuiten we op een nieuwe relatie tussen oorzaak en gevolg: hun constante samengaan. Altijd als je een vlam ziet, kun je hitte verwachten. Dat objecten dicht bij elkaar voorkomen en op elkaar volgen is op zich niet voldoende om aan oorzaak en gevolg te denken. Daar is pas sprake van als twee objecten in vele gevallen dicht bij elkaar zijn en elkaar altijd opvolgen. Wat is nu de aard van dat onvermijdelijke verband tussen oorzaak en gevolg? Of je dit samengaan nu één keer waarneemt of duizend keer, dat onvermijdelijke van het samengaan zul je niet kunnen waarnemen. Het blijft immers steeds voorstelbaar dat het samengaan doorbroken wordt. Goofy kan een eeuwigheid blijven hangen boven de afgrond.
Wat bereiken we met deze analyse? Een subtiele vreugde in het bekennen van onze onwetendheid, maar bovenal het vermijden van loze beweringen over de wereld. Ik heb inderdaad plezier in deze excursie waarin ik het menselijk denken zo nauwkeurig mogelijk op de voet volg om te zien waar wij de mist in gaan, want dat gebeurt nogal eens.
Hume, de stierenmelker
De moeilijkheid is dat de mist ons vaak dierbaar is, zo dierbaar dat ik er wel eens wanhopig van word. Wat mij onzeker maakt is de betrekkelijke eenzaamheid waarin ik al filosoferend beland. Ik zie mezelf dan als een onbehouwen vent die zich niet weet te gedragen in gezelschap.
Het liefst zou ik gewoon deelnemen aan het leven, zoals iedereen. Maar ik kan mij heel moeilijk neerleggen bij beweringen die ik op goede grond onjuist vind. Ik roep naar anderen om zich bij mij te voegen, zodat ook wij een veilige groep vormen, maar niemand luistert. En niet voor niks. Ze blijven op afstand uit angst voor de storm die van alle kanten op mij inbeukt.
Het is geen wonder dat alle metafysici, logici, wiskundigen en zelfs theologen een hekel aan mij hebben. Ik heb immers mijn afkeuring van hun systemen uiteengezet. Als ik om mij heen kijk dan zie ik overal tegenspraak, woede en laster. Als ik naar binnen kijk, dan zie ik alleen maar twijfel en onwetendheid.
Hoe weet ik dat ik de waarheid op het spoor ben als ik mij weg beweeg van alle gevestigde opinies? Voor mijn ijverig beargumenteerde posities kan ik geen andere reden geven dan een sterke neiging om objecten in dat licht te bezien.
Het principe van de levendigheid die de verbeelding toekent aan sommige ideeën leidt tot het denken in oorzaken en effecten. En tot ons geloof in de continuïteit van objecten, ook als ze niet worden waargenomen. Die causaliteit en continuïteit zijn natuurlijk en noodzakelijk voor de menselijke geest, maar ze zijn niet beredeneerbaar.
Er is een lastig verschil tussen de opinies waarmee we onze dag doorkomen en de denkbeelden waar we op stuiten als we filosoferen. In het dagelijks leven zijn we ons niet bewust van het feit dat er geen connectie is tussen oorzaak en gevolg. De verbeelding zorgt ervoor dat we die connectie juist heel goed in de gaten menen te hebben.
In hoeverre moeten we altijd maar meegaan met een dergelijke illusie? Zeker niet altijd, want dat leidt tot tegenstrijdigheden, onduidelijkheid en absurditeiten. Maar aan de andere kant: wie elke inbreng van de verbeelding schrapt, blijft zitten met de ratio. En we hebben aangetoond dat dat geen doen is, want strikt redenerend blijkt er eigenlijk geen enkele bewering over de wereld te kloppen. Niet in de filosofie en niet in het dagelijkse leven.
Wat heb je dan precies aan dat strikte redeneren? Ik sprak over een subtiele vreugde, maar ik moet bekennen dat het intense nadenken over de tegenstrijdigheden en onvolkomenheden in het menselijke denken mij ook wel eens wanhopig maakt. Soms raken mijn hersenen er zo door verhit dat ik bereid ben om werkelijk alle geloof en denkwerk te verwerpen en geen enkele opinie te beschouwen als waarschijnlijker dan een andere.
Even tussendoor …
Meer lezen over Hume en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Waar ben ik? Wat ben ik? Wat veroorzaakt mijn bestaan? Waar eindig ik? Wie moet ik paaien? Wie moet ik vrezen? Wat zijn al die wezens om mij heen? Wie kan ik sturen? Wie stuurt mij? Deze vragen verwarren mij en plaatsen mij soms in een diep duister waar ik mij niet uit weg kan filosoferen.
Gelukkig kan de natuur deze donkere wolken wel verdrijven. Zij geneest mij van deze filosofische melancholie, dit geestelijke delier, gewoon doordat de bui voorbijdrijft of door een prettige bezigheid, een levendige impressie die deze spookbeelden verjaagt. Ik ga uit eten met goede vrienden, en als ik dan een paar uur later terugkeer naar deze speculaties dan treffen ze mij als zo kil, overspannen en belachelijk dat ik het hart niet heb er weer aan te beginnen.
Ik wil gewoon aanschuiven in het dagelijks leven, en als dat betekent dat ik de filosofie op armlengte moet houden dan heb ik daar vrede mee. Ons bestaan is alleen doenlijk als we via gewoontes enigszins onnadenkend leven. Zodra we geestelijk een beetje makkelijker gaan zitten vliegt filosofie het raam uit.
Dit is een bewerkt fragment van Denken zonder vleugels. Traktaat over de menselijke natuur van David Hume herverteld van Bert Keizer, dat op woensdag 1 oktober uitkomt bij Athenaeum.
Denken zonder vleugels. Traktaat over de menselijke natuur van David Hume herverteld
Bert Keizer
Athenaeum
72 blz.
€ 15,-

