‘Of het een abrikozencocktail was of een glas bier dat op de tapkast stond, zal altijd wel een mysterie blijven. Maar toen Raymond Aron zijn vriend Jean-Paul Sartre in het begin van 1933 in een Parijs café vertelde over een Duitse filosoof die op een dergelijk manier over zo’n glas kon praten dat het automatisch filosofie werd, moet die laatste geen moment geaarzeld hebben.’ Sartre vertrok vrijwel meteen naar Berlijn en stortte zich daar op het werk van de vader van de fenomenologie, Edmund Husserl, die blijkbaar aan één glas genoeg had. Volgens Ger Groot, de samensteller van De uitgelezen Sartre – deel van de reeks uitgelezen filosofen waarvan de delen over Descartes en Spinoza al eerder verschenen – is deze scene kenmerkend voor het leven en het denken van Sartre, met name omdat het zich af-speelt in een Parijs’ café, vanwaar Sartre, zoals bekend, het grootste deel van zijn activiteiten onder-nam.
Husserl was de eerste belangrijke H, van de uiteindelijke drie H’s – Husserl, Hegel en Heidegger – die het denken van ‘de laatste intellectueel’ zouden vormen, volgens Groot die maar liefst zestig pagina’s gebruikt om deze bloemlezing van de filosoof Sartre in te leiden. Sartre is eigenlijk veel vaker gelezen als romancier of schrijver van toneelstukken en na-tuurlijk als onlosmakelijk onderdeel van de levenswijze met de zwarte coltrui: het existentialisme. Groot heeft er samen met de redactie van De uitgelezen-serie voor gekozen Sartre als filosoof centraal te stellen en dat levert voor het eerst een vertaling van Sartres hoofdwerk L’être et le néant (Het zijn en het niet) uit 1943 op. De lange maar heldere inleiding van Groot, de uitvoerige bibliografie en de geselecteerde en toegelichte teksten bieden een goede houvast voor de lezer die Sartre nog lang niet heeft uitgelezen. En dat is prettig want als filosoof is Sartre even doorbijten. Het zijn en het niet kan bijvoorbeeld worden gezien als het laatste wijsgerige werk dat een heel filosofisch systeem probeert te ontvouwen. De fenomenologie waarmee Sartre de wereld verdeelt in aan de ene kant het ding (een glas bier) dat louter op-zich bestaat (en-soi) en aan de andere kant het bewustzijn dat voor-zich is (pour-soi), levert het individu een oneindige vrijheid op die hem dwingt tot een moraal die overeenkomt met het motto van de manager uit de Cup a Soupreclame: ‘Succes is een keuze’. En dat is in het geval van Sartre een probleem gebleken. In zijn engagement heeft de bekendste coltrui uit de geschiedenis nogal wat dubieuze uitspraken gedaan, zoals zijn oproep in 1966 aan de Russische president Kosygin om een kernoorlog te riskeren om Amerika weg te krijgen uit Vietnam. Dan denk je, had ie het maar bij dat ene glas gelaten.