Mijn dochter van zeventien heeft een baantje achter de kassa bij de Albert Heijn. Als ze thuiskomt, moet ze zich bedwingen om niet de mango en de sinaasappels uit de fruitschaal te pakken om die over tafel naar rechts te schuiven. Ook gaan de groentecodes door haar hoofd zodra ze broccoli of wortelen ziet liggen. Het is een hedendaagse echo van Modern Times (1936).
Ik stelde voor om deze Charlie Chaplin-klassieker samen te kijken. Dat deden we, met thee en drop op de bank. Grinnikend zat ik naast mijn dochter, die na mijn zoveelste schaterlach wat geërgerd naar me keek: ‘Zo grappig is het ook weer niet.’
Anonieme massa
Het waren niet eens zozeer de slapstickscènes die op mijn lachspieren werkten, het waren vooral Chaplins bewegingen. Zijn loopje, de manier waarop hij twee steeksleutels als konijnenoren bij zijn hoofd houdt. Het fantasievolle van zijn onverwachte, klunzige en toch ook balletachtige wijze van bewegen straalde, te midden van alle ellende waar de held zich doorheen beweegt, een gevoel van vrijheid uit dat me vrolijk maakte.
Er was veel wat ik was vergeten, zoals de eindeloze reeks mallotigheden waarvoor de zwerver met bolhoed in de gevangenis belandt. Ik had, naast het liefdesverhaal, vooral de marxistische kritiek op de vervreemding onthouden, de ontmenselijking van de geïndustrialiseerde samenleving.
De film opent met een beeld van een kudde schapen die dicht op elkaar vooruit wordt gedreven, waarna in beeldrijm een massa mensen zich door stedelijke straten haast. Kuddedieren zijn we. Om de moderne tijd te overleven kun je het best zo anoniem mogelijk in de menigte opgaan, is de veronderstelling waartegen de film zich verzet. Oorspronkelijk zou de film The Masses worden genoemd.
Iets wat ik ook was vergeten, was het voor die tijd sciencefictionachtige element. In de fabriek waar de zwerver een baantje heeft gevonden kan de directeur via grote beeldschermen de arbeiders in de gaten houden en opdrachten geven. Hoewel er geen dialogen in deze grotendeels stomme film voorkomen, is er wel geluid als de directeur via die wandvullende beeldschermen bevelen geeft. Dit futuristische element benadrukt hoe het idee van vooruitgang samengaat met versnelling en vervreemding. De directeur is maar in één ding geïnteresseerd en dat is de winst vergroten door de productiesnelheid te verhogen. Hiervoor laat hij een test uitvoeren met een apparaat dat zijn arbeiders kan voeden zonder dat zij hun werkzaamheden hoeven te onderbreken. Het apparaat giet soep over de borst van de zwerver die als proefpersoon wordt uitgekozen, en duwt een taart in zijn gezicht.
Karl Marx (1818-1883) maakte duidelijk dat vervreemding zich op verschillende niveaus afspeelt. Er is ten eerste de vervreemding van het idee van wat menselijk is: de mens wordt enkel nog als onderdeel van een productiesysteem beschouwd. Er is ook de psychologische vervreemding die zich in de persoon zelf afspeelt, waardoor het individu zijn zelfwaardering verliest.
Het idee van vooruitgang gaat samen met versnelling en vervreemding
Arbeid waarmee iets gemaakt wordt waarop de arbeider trots kan zijn is belangrijk voor de zelfactualisering van de mens, benadrukte Marx. In de geïndustrialiseerde samenleving waarin de werknemer slechts een kleine rol in een lang productieproces vervult, vervreemdt de arbeider van het product dat uiteindelijk van de band rolt. Arbeiders worden als middel gezien, als een radertje in een machine. Dit wordt in Modern Times zeer letterlijk uitgebeeld als Chaplin wordt meegesleurd door een productieband en tussen grote draaiende tandwielen belandt.
Zoals mijn dochter het fruit bij ons thuis van links naar rechts wil schuiven, zo kan Chaplin na een werkdag aan de lopende band zijn schroevende handbewegingen niet staken. Met de steeksleutels in zijn handen reikt hij naar alles wat op een schroef lijkt: elke jas-, broeks- of jurkknoop wil hij vastzetten. Bij zijn malle handbewegingen maakt hij grappige sprongetjes. Zijn gedrag loopt dusdanig uit de hand dat hij door dokters wordt meegenomen.
Burn-out
Nadat hij uit een kliniek is ontslagen, wordt de volgende tussentekst getoond: ‘Genezen van een zenuwinzinking, maar zonder werk, verlaat hij het ziekenhuis om een nieuw leven te beginnen.’ Dat de zenuwinzinking – a nervous breakdown – zo letterlijk benoemd wordt als gevolg van mechanisch, repetitief werk kwam verrassend hedendaags op me over. Vandaag had er wellicht alleen gestaan: ‘Genezen van een burn-out.’
Als de held van het verhaal uit het ziekenhuis de straat op loopt, ziet hij een vlag van een vrachtwagen vallen. Hij pakt de vlag op en zwaait ermee, in de hoop de aandacht van de chauffeur te trekken. Achter hem komt juist op dat moment een mensenmassa de hoek om. Het zijn protesterende arbeiders, die tegen de grote werkloosheid in opstand komen. Nietsvermoedend loopt de hoofdpersoon, zwaaiend met een vlag, voorop in een opstand, die hardhandig wordt neergeslagen.
Salonbolsjewiek
In de film lijkt het een toevalligheid dat de ongeluksvogel als aanvoerder van de opstand wordt opgepakt, maar de film had doelbewust een antikapitalistische boodschap. Modern Times, maar ook The Great Dictator, deed vermoeden dat Chaplin een communist was. Althans, zo dachten de Amerikaanse veiligheidsdiensten erover. Hoofd van de FBI en communistenjager Edgar J. Hoover noemde hem ‘Hollywoods salonbolsjewiek’ en liet hem bespioneren. Hoover had Chaplin het liefst Amerika uit gezet. Later zou hij zijn verblijfsvergunning intrekken, toen Chaplin, die van oorsprong Engels was, ter promotie van een film in Londen verbleef.
Het blijft indrukwekkend hoe Chaplin met zoveel lichtheid een grimmige boodschap kon overbrengen. Ook in Chaplins minder bekende film Monsieur Verdoux (1947) wordt kritiek geuit op economische ongelijkheid. Voor zijn executie houdt een moordenaar een toespraak over het monsterlijke karakter van het kapitalisme: hoogstaande mannen worden rijk van wapen- en munitiehandel waar talloze onschuldige burgers het slachtoffer van worden. Toch blijven dit gerespecteerde directeuren, maar hijzelf, gedreven tot misdaad door geldzorgen, wordt als de grote bruut gezien.
Met andere woorden, de vervreemding van mens en arbeid leidt er niet alleen toe dat arbeiders hun betrokkenheid bij het eindproduct verliezen, maar ook dat bazen zich niet betrokken voelen bij wat er met hun spullen gebeurt (in dit geval: wie er door hun kogels worden gedood), aandeelhouders geen idee hebben waarin ze handelen, en consumenten geen benul van wat ze precies kopen. Er zijn niet veel mensen die eigenhandig een kip of koe zouden kunnen doden, maar de meesten kopen zonder al te groot gewetensbezwaar vlees in de supermarkt. Wat ervoor nodig was om dat stuk vlees daar in de schappen te doen belanden blijft doorgaans ongezien. De vervreemding die het gemechaniseerde productieproces op al die verschillende niveaus tot gevolg heeft, leidt tot ongevoeligheid en daarmee tot ontmenselijking.
Dit is de boodschap die Chaplin fijntjes in zijn films verpakt. En ook daarom is het personage van de zwerver uiteindelijk juist de held. Niemand kan aan het geïndustrialiseerde systeem ontsnappen, en misschien leid je op de bodem van dit vermorzelende stelsel nog het meest vrije leven, suggereert Chaplin. Het kapitalisme heeft sinds zijn films alleen maar terrein gewonnen. Het wordt steeds lastiger om als de held uit Modern Times te overleven.
Chaplin is daardoor niet alleen een romantische, maar ook een utopische figuur geworden: zonder bezittingen, zonder geld, maar met een opgewekt humeur en een loopje van dansachtige, vrije sprongetjes.
Modern Times (1936)
Regie en scenario: Charlie Chaplin | Te zien op YouTube
Meer lezen over technologie? Bestel nu de speciale uitgave Technologie. De kunstmatige natuur van de mens.