Home Bert Keizer: Toekomstvoorspeller

Bert Keizer: Toekomstvoorspeller

Door Bert Keizer op 02 februari 2016

Cover van 02-2016
02-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Roz Chast schreef een nietsontziende beeldroman over haar ouders onder de titel: Can’t We Talk about Something More PLEASANT? waarmee ze de houding van haar ouders tegenover hun naderende dood genadeloos neerzet. Het is een onthutsend relaas over gebeurtenissen die net zo alledaags zijn als regen, maar als je ze eens duidelijk op een rij zet, dan blijkt het alledaagse een ramp.

Ze beschrijft wat oude mensen overkomt voorbij het stadium dat we nog wel willen zien in de advertenties voor trapliften. Haar ouders zijn beiden van 1912, Chast zelf is van 1954, en de ellende begint in 2002, als haar ouders negentig zijn. Tijdens een bezoek valt het haar op dat alles in huis wat viezig is. Haar moeder is een ruwe bolster, met slechts een vermoeden van een blanke pit. Vader is een lieve neuroot, een kettingtobber, zoals je ook kettingrokers hebt. Het echtpaar ruziet al zolang ze elkaar kennen, waarbij pa overal gevaren ziet en ma vindt dat niemand moet zeuren.
Op een dag valt ma van een trapje waar ze niet op had moeten klimmen. Ze komt in bed te liggen en weigert een ziekenhuisopname, ‘want daar ga je dood’, terwijl pa op zijn volstrekt onpraktische wijze iets huishoudelijks probeert draaiende te houden. Dat wordt chaos. Ma gaat toch naar het ziekenhuis, darmontsteking; pa gaat mee naar het huis van Roz. Daar blijkt ineens hoe dement hij eigenlijk al is als hij haar midden in de nacht in paniek wakker maakt om te vragen waar hij is en of zij weet waar zijn vrouw is. Hij blijkt tergend gezelschap door eindeloos te tobben over niks. Ma komt terug uit het ziekenhuis, thuis gaat het niet meer, ook ma wordt gek van zijn dementie, en na veel halsstarrig weigeren gaan ze naar een verzorgingshuis. Pa dementeert verder, valt, breekt zijn heup, wordt geopereerd, herstelt niet, gaat naar een hospice – doorligwonden, morfine, longontsteking en eindelijk de dood. Hij is dan 95.

Nu dementeert ook ma. Ze vertelt steeds wildere verhalen, wordt bedlegerig, er ontstaat een fistel in haar buikwand, waardoor haar ontlasting naar buiten lekt. Roz weet een operatie af te wenden, en op haar 97ste sluit ook ma tegenstribbelend de ogen.

Chast schetst een bijna ondraaglijk scherp beeld van hedendaagse hoge ouderdom. Het boek leest ook als een toekomstvoorspeller voor de generatie van de schrijfster. Ze zegt het nergens, maar het boek is eigenlijk één lange bange vraag: klimmen wij straks ook op zo’n onhandige manier langs allesverscheurend prikkeldraad omlaag naar het graf? Of zeggen we, nog redelijk intact, ‘hopla!’ en springen we over al die ellende heen het graf in?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.