Home Alicja Gescinska: Geluk bij Žižek

Alicja Gescinska: Geluk bij Žižek

Door Alicja Gescinska op 27 juni 2019

Alicja Gescinska: Geluk bij Žižek
Cover van 07/08-2019
07/08-2019 Filosofie magazine Lees het magazine


Op de laatste dag van mei ging ik in Nijmegen in gesprek met Slavoj Žižek. Een echt gesprek werd het nooit. De eindeloze woordenstroom die uit Žižeks mond vloeit, valt niet in te dammen. Toch ontstond er een fijne dynamiek. In mijn geval was dat een aangename verrassing, want ik wist niet goed wat te verwachten van de Sloveense supersterfilosoof. Je weet nooit zeker of hij ernstig is of slechts een karikatuur van zichzelf opvoert. Ook voel ik algemeen maar weinig sympathie voor de bronnen van Žižeks denken: de communistische ideologie en de Lacaniaanse psychoanalyse.

Maar wat bleek: ondanks onze verschillen werden we het over een aantal essentiële zaken eens. Niet in het minst over het hoofdthema van Žižeks lezing en ons gesprek: geluk. De moderne mens is erdoor geobsedeerd. Maar hoe meer we het najagen, hoe verder we ervan wegdrijven. Wanneer geluk een doel op zich wordt, staat het niet enkel een zinvol leven, maar ook een gelukkig leven in de weg.

Een cruciale voorwaarde voor geluk, zo stelde Žižek, is dat mensen het voldoende slecht moeten stellen. Hij verwees naar communistisch Polen en stelde dat mensen ten tijde van het regime van generaal Jaruzelski makkelijker gelukkig konden zijn dan nu. Dat lijkt een eenzijdige en provocatieve stelling. Ik ben zelf geboren tijdens de Jaruzelski-jaren. Ik lag in mijn luiers toen hij de staat van beleg afkondigde en het land in een militaire wurggreep hield om de orde te handhaven. Het waren jaren waarin heel wat kunstenaars getreiterd of gevangengenomen werden. En zelfs een occasionele politieke moord was goed om het land in het gareel te houden. Het bekendste slachtoffer daarvan was priester Jerzy Popiełuszko, die de solidariteitsbeweging steunde en daarvoor in 1984 door de geheime politie halfdood werd geslagen en in de Wisla werd gegooid. Gelukkige jaren? Ik denk het niet.

Maar ook een foute uitspraak kan een bron van waarheid bevatten. Žižek preciseerde wat hij bedoelde. Het was toen makkelijker om gelukkig te zijn, omdat mensen de ene week wel eieren hadden maar ze de andere week moesten missen. Waarna de eieren een week later weer geleverd werden en dan twee keer zo lekker smaakten.

In onze tijden, waarin we voortdurend alles voorhanden hebben, appreciëren we de kleine dingen niet meer waarin geluk te vinden is. De voortdurende materiële overdaad maakt onze lichamen én geesten papperig. En afstomping leidt ertoe dat we het leven minder vol ervaren en we minder naar waarde kunnen schatten wat echt waardevol is: al het goede dat ons zo vaak in de schoot geworpen wordt. Misschien is dat wel de ultieme paradox van onze tijd: we hebben het té goed om gelukkig te zijn.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen