De film Past lives laat zien wat er gebeurt als voorbije levens ineens niet meer voorbij zijn. Hae Sung, een Zuid-Koreaanse twintiger, zoekt via Facebook contact met zijn jeugdliefde Na Young, die op haar twaalfde naar Canada emigreerde. Ze woont en werkt onder de naam ‘Nora’ in New York. Vanaf hun eerste Skypegesprek is de intimiteit van vroeger terug. Maar het contact loopt stuk als blijkt dat ze niet naar elkaar toe kunnen. Weer twaalf jaar later kan dat wel en bezoekt Hae Sung Nora in New York. Ze trekken dagenlang samen op, maar gaan dan weer uiteen.
Hun verwachting dat Facebook en nieuwe reismogelijkheden de oude vriendschap nieuw leven kunnen inblazen, loopt stuk op de wederzijdse teleurstelling dat de ander tijdens het niet-gedeelde leven een ander mens is geworden. Niet alleen omdat de tijd doorliep en het leven niet langer met elkaar werd gedeeld, maar ook omdat een andere omgeving iemand tot een ander mens maakt. Of is de divergentie die in het eerdere leven het einde van de vriendschap inluidde sowieso niet te boven te komen?
Marli Huijer (1955) is emeritus hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en voormalig Denker des Vaderlands. Ook is ze voorzitter van de Stichting Maand van de Filosofie. Ze schreef vele boeken en essays, onder andere Discipline (2015), Beminnen (2018)en Over de toekomst van het sterven (2022).
Afscheid voor altijd
Past lives speelt zich af in een overgangstijd tussen een tijd waarin emigratie gelijk stond aan een afscheid voor altijd en een tijd waarin dat niet meer zo is. ‘Uit het oog, uit het hart’ heette het tot enkele decennia geleden: wanneer je elkaar niet meer ziet, is het met de liefde of de vriendschap gauw gedaan. Maar nu dat oog duizenden kilometers ver kan reiken, tot op andere continenten, is het alsof het hart waaruit de vriend verdwenen was, die vriend met hetzelfde gemak weer kan binnenlaten. Klopt dat wel? Rouwen om het vertrek van een vriend, familielid of geliefde kost tijd, het kan jaren duren. Zijn we eenmaal over het verdriet heen, dan staan we gewoonlijk niet te popelen om een voorbije relatie nieuw leven in te blazen. Daarvoor is de angst om opnieuw verlaten te worden, te groot. En wat is afgesloten en verwerkt, laten we liever met rust.
Bij een hernieuwd contact blijkt dan ook dat de redenen die de vrienden in het eerdere leven deden uiteengaan, hen nu opnieuw uiteendrijven. Elke convergentie mondt onontkoombaar uit in een nieuwe divergentie.
Y-splitsing
Hae Sung en Nora ervaren die doorgaande divergentie al tijdens hun eerste Skypegesprek. Nora lacht besmuikt naar haar laptop en zegt verbaasd te zijn dat Hae Sung zich haar nog herinnert. Zij zocht hem voor de grap op en zag toen dat hij naar haar op zoek was.
‘Voor mij is het geen grap,’ reageert Hae Sung. Hij heeft hard naar haar gezocht en wist niet dat ze een andere naam had. Als hij vraagt of hij haar Na Young mag noemen, aarzelt zij. Zelfs haar moeder noemt haar niet meer zo.
Voor Nora, blijkt later, bestaat het meisje dat Na Young heet, niet meer. Met het veranderen van haar naam zijn haar herinneringen aan Seoul vervaagd. Dat is opmerkelijk, omdat haar moeder kort voor het vertrek uit Seoul een ontmoeting met Hae Sung en zijn moeder organiseert om zo ‘goede herinneringen te maken’ voor Na Young. Die heeft haar verteld dat ze Hae Sung leuk vindt en later vast met hem gaat trouwen. Ze ontmoeten elkaar in een park, waar de kinderen rond een robotachtig beeld spelen. ‘Ze passen echt bij elkaar,’ zegt Na Youngs moeder. Hae Sungs moeder reageert verbaasd als ze hoort dat het gezin binnenkort emigreert. Waarom dat? ‘Als je iets achterlaat, win je ook iets,’ zegt Na Youngs moeder.
Wat een mens wint door iets achter te laten, wordt sprekend verbeeld in de afscheidsscene. Na Young en Hae Sung lopen vanuit school naar huis, tot ze op een Y-splitsing komen. Hij gaat naar links, zij rechts omhoog, een trap op. Als kijker zien we hun wegen uiteengaan. De divergentie is vanaf dan niet meer terug te draaien, zegt dit beeld, want hoe ver je ook kijkt, hun wegen buigen niet terug.
Sterrenvriendschap
Geldt niet voor elke vriendschap of liefdesverhouding dat de divergentie van meet af aan als mogelijkheid is ingebakken? Dat was toch voor de komst van snelle transport- en communicatiemiddelen ook al zo? Zo schreef Friedrich Nietzsche in 1882, lang voor het digitale tijdperk, in een aforisme over ‘Sterrenvriendschap’: ‘We waren vrienden en zijn vreemden voor elkaar geworden.’ Hij vergeleek vrienden met schepen of sterren die elk hun eigen doel en eigen baan hebben. Soms kruisen de schepen elkaar. Ze vieren dan feest. Of ze liggen zo rustig in één haven en onder één zon, dat het lijkt alsof ze één en dezelfde eindbestemming hebben bereikt. Maar dat is schijn. Het samenzijn is van korte duur. Het machtige geweld van de eigen opgave drijft de schepen of sterren weer uiteen, naar verschillende zeeën en verschillende zonnestreken. Het kan zijn dat ze elkaar dan nooit meer zien, zoals Hae Sung en Na Young zonder internet elkaar waarschijnlijk nooit meer hadden gezien. Of dat ze elkaar wel zien, maar niet herkennen omdat de andere zeeën en de andere zonnen hen te zeer hebben veranderd.
Voor Nietzsche is het gegeven dat vrienden elkaar vreemd worden een wet waar niet aan te ontsnappen valt. Elk mens is gedwongen om zijn eigen plan te trekken en zijn eigen koers en bestemming te volgen.
De invulling die Nietzsche zo aan vriendschap en liefde geeft, is er een van eenzame helden voor wie nabijheid riskanter is dan het volgen van een eigen pad. Vrienden kunnen je op weg helpen, je dingen leren of je krachtiger maken door de strijd met je aan te gaan. Maar altijd is er een moment waarop de vriendschap je gaat belemmeren in je eigen ambities en strevingen. Dan is het tijd, aldus Nietzsche, om je los te maken en zelfstandig verder te gaan.
Eenzame held
Nora’s zelfbeeld sluit aan bij Nietzsches eenzame held. Als twaalfjarige wil ze later de Nobelprijs voor de Literatuur winnen, als twintiger de Pulitzerprijs en als dertiger de Tony Award. Haar ambitie blijft door de tijd heen overeind, ook al stelt ze het doel met het ouder worden bij. Het meest expliciet drukt ze dat eigen, individuele streven uit als ze aan Hae Sung voorstelt om te stoppen met de Skypegesprekken: ‘Ik ben twee keer geëmigreerd om hier in New York te komen. Ik wil hier iets bereiken, me toewijden aan mijn leven hier.’ En dus niet bezig zijn om vluchten naar Seoul uit te zoeken.
Hae Sung reageert bozig. Het heeft hem nota bene twaalf jaar gekost om zijn vriendin te vinden. Maar Nora is onverbiddelijk. ‘We nemen gewoon een pauze,’ zegt ze als een ware sterrenvriend. Ook zijn tranen kunnen haar niet vermurwen.
Hae Sung heeft weinig op met die nietzscheaans sterrenvriendschap. De ambitie om een eigen bestemming te zoeken, is hem vreemd. Anders dan Nora heeft hij een vaste kring vrienden, die hij sinds lang kent en met wie hij op vaste momenten uit eten of drinken gaat. Hij is trouw aan zijn vrienden en niet, of veel minder dan Nora, trouw aan zichzelf. Wat hij Nora nadraagt, is dat ze iemand is die weggaat. De waarheid die hij bij zijn bezoek aan New York ontdekt, is dat Na Young weg moest uit Seoul omdat zij iemand is die vertrekt. Nora geeft hem gelijk: de Na Young die hij zich herinnert, en die bij hem hoorde, bestaat niet meer.
Opflakkerend verlangen
Zou Hae Sung zijn jeugdliefde niet gewoon zijn vergeten als er geen digitale technologieën en betaalbare vliegtickets waren gekomen? Hoezeer we vrienden die uit ons leven verdwijnen ook kunnen missen, na een aantal jaar richten we het verlangen weer op andere mensen of dingen. We worden verliefd en vergeten de eerdere liefde. Of krijgen nieuwe vrienden en vergeten de oude.
Toch kan in periodes waarin de liefde of een vriendschap stukloopt, het oude verlangen ineens weer opkomen. Dat overkomt ook Hae Sung.
De eerste keer gebeurt dat als hij als twintiger in een café zijn liefdesverdriet deelt met zijn vrienden. Zijn telefoon piept. Tot zijn verrassing is het een bericht van Na Young. Zijn verlangen naar haar, dat jarenlang weg was omdat hij wist dat het onmogelijk was om haar ooit nog te zien, is dankzij draagbare telefoons, sociale media en internet, meteen weer springlevend. Dat wat niet mogelijk was, is ineens wel mogelijk. Zijn verlangens passen zich soepel aan die nieuwe werkelijkheid aan. Wat zowel in de werkelijkheid als in het verlangen voorbij en afwezig was, is er ineens weer.
Ook de tweede keer gaat aan zijn bezoek aan Nora liefdesverdriet vooraf. Zijn Koreaanse vriendin heeft hem na twee jaar de bons gegeven omdat hij te weinig verdient. ‘Je gaat dat meisje opzoeken nu je single bent?’ vragen zijn vrienden spottend als hij over zijn reis naar New York vertelt. Hae Sung zegt dat hij niet gek is, hij verwacht niets want Nora is al zeven jaar getrouwd. Toch lijkt zijn verlangen hem steeds weer in haar richting te duwen. Vroeger zou dat verlangen vanzelf uitdoven, maar nu hij haar zonder veel moeite digitaal en fysiek kan bereiken, kan het steeds weer opflakkeren.
Nietzsches idee van sterrenvriendschappen gaat daarmee verloren. Hoezeer we ook pogen onze eigen baan te volgen, oude vrienden kunnen daar nu elk moment op inbreken. Ze liggen als het ware steeds naast ons of kruisen, zonder dat we daar zelf de regie over hebben, onze wegen.
Onrustig verleden
Dat bij voortduring in contact kunnen treden met oude vrienden heeft gevolgen voor wat ons vanuit het verleden wordt nagedragen. Toen emigratie nog een afscheid voor altijd was, konden de vertrekkers elders een echt nieuw begin maken en de last van het eerdere leven achter zich laten. Wat mensen thuis ook op hun kerfstok hadden, op het nieuwe continent werd het hun niet meer nagedragen. Zelfs het opsporen van de grootste oorlogsmisdadigers die naar verre oorden waren gevlucht, kon vele jaren duren.
Maar nu het wereldwijde web alles en iedereen digitaal verbindt, en grote hoeveelheden data over voorbije gebeurtenissen opslaat en bewaart, laat het verleden ons niet meer met rust. De tijd is niet langer te verbeelden als een pijl die vanuit het verleden naar het heden vliegt. Die chronologie heeft plaatsgemaakt voor gelijktijdigheid: dat waarvan we meenden dat het voorbij was, blijkt nog of weer aanwezig te zijn.
Gevolg van dat niet verdwijnen van het verleden is dat de stappen en misstappen die we in het leven begaan, niet langer worden uitgewist. Keer op keer kunnen oude vrienden, geliefden of onbekenden ons herinneren aan of aanspreken op dat wat we hebben gedaan en meegemaakt. Het wordt daarmee ook moeilijker om die gebeurtenissen te vergeten.
Nadraaglijkheid
Dat nadragen van het verleden kan ook in psychologische zin optreden: iets wat in eerste instantie niet traumatisch was, kan dat door het oprakelen van het verleden alsnog worden. Zo kan het zijn dat de jonge Na Young het vertrek uit Seoul niet of nauwelijks als traumatisch heeft ervaren. Het nieuwe land, de nieuwe taal en cultuur zullen te veel aandacht hebben gevraagd om stil te staan bij het verlies van haar geboortestad, van haar taal, school en vrienden. Maar wat in eerste instantie niet traumatisch is, kan dat in tweede instantie alsnog worden als iets of iemand uit dat verleden terugkomt en zo laat zien wat er verloren is gegaan.
Psychoanalyticus Sigmund Freud gebruikte het woord Nachträglichkeit om uit te leggen hoe een initiële gebeurtenis waarop het kind niet kan reageren, op latere leeftijd traumatisch kan worden. Dat gebeurt als een erop volgende gebeurtenis de eerste gebeurtenis tot leven wekt. De herinnering daaraan blijft lange tijd onderdrukt en wordt pas met terugwerkende kracht ervaren als een trauma. De latere gebeurtenis draagt als het ware het onverwerkte trauma van de eerste gebeurtenis na.
Die nadraaglijkheid is te herkennen in hoe Nora Hae Sung aan haar man beschrijft: ‘Hij was dat kind in mijn hoofd aan wie ik zo lang dacht. Toen was hij een beeld op mijn laptop. En nu is hij een fysiek persoon.’ Ze ervaart die ontwikkeling als heel intens, en denkt dat ze Hae Sung erg heeft gemist en dat ze ook Seoul heeft gemist. Ze voelt zich daardoor Koreaans als zij bij Hae Sung is, en tegelijkertijd niet-Koreaans.
Die ervaring van gespletenheid had ze waarschijnlijk niet gehad als er geen internet, sociale media en goedkope vluchten waren geweest. De herinneringen aan Seoul en Hae Sung waren dan in het verleden of, om met Freud te spreken, in het onbewuste gebleven.
Die gespletenheid is overigens ook bij Hae Sung te herkennen. Door het weerzien van Nora komen er vreemde gedachten bij hem op: wat als Nora niet was vertrokken en ze samen waren opgegroeid? Zouden ze dan ook andere wegen zijn gegaan? Of zouden ze juist zijn getrouwd en kinderen hebben gekregen? Hij mocht dan pas twaalf zijn toen ze vertrok, hij hield wel van haar. Wanneer hij zijn gedachten met Nora deelt, zegt ze lachend dat hij gek is. De Na Young die Hae Sung zich herinnert, bestaat niet in New York, ze heeft dat kleine meisje lang geleden bij hem achtergelaten. Hae Sung ondergaat haar afstandelijkheid gelaten, maar ook bij hem moet de ontmoeting met Nora oude wonden hebben opengereten. Eigenlijk is dat al te horen in zijn verzuchting dat zij iemand is – of is geworden – die vertrekt.
In-Yun
Vlak voor het einde van de film zitten Nora, haar man Arthur en haar vriend Hae Sung diep in de nacht in een bar. Nora en Hae Sung spreken Koreaans, Arthur zit erbij maar kan het niet verstaan. Nora grijpt terug op een oud Koreaans begrip: In-Yun. Ieder contact dat er ooit tussen mensen is geweest, al is het maar dat hun kleren in het voorbijgaan langs elkaar zijn gegaan, laat een spoor achter dat in een later leven terugkeert. Wanneer mensen elkaar in achtduizend levens achtduizend keer op een of andere manier hebben aangeraakt, zijn ze voor elkaar voorbestemd en trouwen ze.
Als Nora ditzelfde verhaal tijdens haar eerste ontmoeting met Arthur vertelt, zegt ze erbij dat het een versiertruc is. Maar in de bar naast Hae Sung gebruikt ze het verhaal juist om Hae Sung af te serveren: beiden hebben ze in dit leven niet de In-Yun om een liefdesrelatie te hebben. Hae Sung is zo beleefd om te zeggen dat zij en Arthur dat in dit leven wel voor elkaar zijn, maar het heeft er veel van weg dat hij denkt: ze kiest voor hem en niet voor mij.
Door de gelijktijdigheid, die is ontstaan in het wereldwijde digitale web, is de persoonlijke biografie steeds minder het resultaat van het lot, de bestemming of toevallige omstandigheden en steeds meer van individuele keuzes: welk verleden past bij hoe ik mijn leven wil leiden? Welke keuzes zorgen dat de toekomst zoals ik die voor me zie werkelijkheid wordt?
Even tussendoor …
Meer lezen over filosofie en film? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Hoezeer Hae Sung en Nora ook hun best doen om een oud Koreaans begrip naar de hedendaagse New Yorkse context te brengen en te doen of het hun lot was om hun jeugdliefde te verliezen en dat dit niet meer is te repareren, ze kunnen er niet omheen dat het de ambities en keuzes van eerst Na Youngs ouders en vervolgens van Nora zelf zijn, die haar bestemming als schrijver en liefdespartner bepalen. En daarmee het levenspad van haar oude jeugdvriend.
Het hernieuwde contact tussen de oude vrienden, dat door Facebook mogelijk werd gemaakt, geeft hun de illusie dat de divergentie van hun levens is op te heffen, maar zadelt hen uiteindelijk op met de pijnlijke ervaring dat hun wegen nooit meer echt bij elkaar zullen komen. De hoop daarop is vervlogen.
Het voorbije leven is nu in dubbele zin voorbij.
Dit is een ingekort en bewerkt fragment van het essay ‘Over levens die niet meer voorbijgaan’ van Marli Huijer uit de bundel Denken over film, die op 15 september 2025 verschijnt bij uitgeverij De Nieuwe Wereld. In deze bundel schrijven elf toonaangevende denkers aan de hand van een bekende film over de invloed van techniek op ons leven. De bundel is een initiatief van denktank Socires en verschijnt onder redactie van Kees Buitendijk en Ward Huetink.
De film Past lives is te zien op Prime Video.
Denken over film
red. Kees Buitendijk en Ward Huetink
De Nieuwe Wereld
140 blz.
€ 18,-

