Filosofie is makkelijker als je denkt
In ‘Filosofie is makkelijker als je denkt’ helpen we je in vier stappen op weg in het zelf leren denken. Dit keer: wat is toeval?
‘Wat wij toeval noemen is onwetendheid’
Filosofie is makkelijker als je denkt. Maar kun je ook toevallig denken? Een kleine inleiding in de filosofie van het toeval.
Een vriend zomaar op straat tegenkomen is een plezierig toeval. Je roept iets als ‘Wat doe jíj hier?’ en begint opgewonden te praten. Als je vervolgens doorloopt en alweer een vriend tegenkomt, sta je verbijsterd met je hoofd te schudden. Dat is wel heel toevallig! Maar mocht je een huizenblok verder een derde vriend tegen het lijf lopen, dan is het te veel: dat kan geen toeval meer zijn. Je begint te vermoeden dat er een dieperliggend plan is, een complot. Zit er een verrassingsfeestje aan te komen? Of spreken je vrienden tegenwoordig af zonder jou?
Blijkbaar is te veel toeval geen toeval meer. En toch bestaat ons hele leven uit toevallige gebeurtenissen. Waar we wonen, op wie we verliefd worden, dat onze ouders elkaar vonden en dat wij toen geboren zijn – als je erover nadenkt, is het allemaal een hoogst onwaarschijnlijke opeenstapeling van toevalligheden. Het had zomaar anders kunnen zijn.
Maar dat we zo denken komt door een gebrek aan inzicht, volgens Baruch Spinoza (1632-1677). ‘Wat wij toeval noemen is het toevluchtsoord der onwetendheid.’ In werkelijkheid worden volgens Spinoza alle gebeurtenissen bepaald door de wetten van de natuur, die een ijzeren verloop kennen. Alles heeft zijn oorzaak. Dat idee kan troostend zijn, zeker als je een goddelijke hand achter de oorzaken vermoedt, zoals de middeleeuwse denker Boëthius (ca. 480-525). Boëthius sleet vele jaren in de gevangenis en zocht steun bij Vrouwe Filosofie. De wereld lijkt misschien een chaos, zo bemoedigt zij hem, ‘toch hoef je er niet aan te twijfelen dat alles op de juiste wijze verloopt, aangezien de kosmos geleid wordt door een bestuurder die goed is’.
Te veel toeval kan geen toeval meer zijn
Als alles bepaald wordt door natuurwetten of God, zou je verwachten dat meer kennis minder onzekerheid betekent. De droom is dat we ooit op het punt komen waarop we alle toevalligheden kunnen verklaren. Maar dat valt helaas tegen. Natuurwetenschappers ontdekken in de kleinste deeltjes juist allerlei fundamentele onzekerheden. Van kwantumdeeltjes blijkt het bijvoorbeeld onmogelijk om tegelijk de snelheid én de locatie precies vast te stellen. Die onzekerheid heeft iets weg van de ideeën van Epicurus (341-270 v.Chr.), die stelde dat er een principe van willekeur in de werkelijkheid zit. Atomen kunnen zomaar zonder aanleiding hun baan veranderen, dacht Epicurus. Daardoor kunnen ze botsen en samenklonteren tot steeds grotere gehelen, van zandkorrels tot sterrenstelsels.
Misschien is het ooit mogelijk om alle toeval te verklaren met de wetenschap, maar zover zijn we nu in elk geval nog niet. In het dagelijks leven moeten we handelen met te weinig informatie en nauwelijks invloed op het noodlot. En dan is er nog de ‘donkerte van het menselijk hart’ waarover de Duits-Amerikaanse filosoof Hannah Arendt (1906-1975) schrijft: ook voor onszelf zijn we vaak onvoorspelbaar. Om toch duurzame relaties op te bouwen met anderen, moeten we beloftes doen, meent Arendt. Een belofte houd je, ongeacht alle toevalligheden die tussendoor komen. Zo creëer je in de chaotische wereld ‘een eiland van voorzienbaarheid’.
