Kun je denken dat je denkt zonder dat je denkt? Filosofie is moeilijker als je denkt in paradoxen.
Ik maak ’s ochtends de sudoku in de krant. Het vakje linksonder is leeg. Ik geloof dat er een negen hoort te staan, maar ik weet het niet zeker. Kan ik dat zomaar geloven? Uiteindelijk komt in dat vakje een drie. Heb ik dan iets onwaars geloofd, of nog erger, heb ik iets onmogelijks geloofd? Het lijkt erop dat de regels van het spel laten zien dat het logisch onmogelijk was dat er een negen in dit vakje kwam te staan. Hoe kan ik iets geloven dat onmogelijk is?
Er is een paradox die aantoont dat het idee van een almachtige God onmogelijk is: kan God een steen maken die zo zwaar is dat Hij hem zelf niet kan optillen? Ieder antwoord op deze vraag leidt tot een weerlegging van de almacht van God. Immers, als Hij zo’n steen kan maken is God niet almachtig, omdat Hij de steen niet kan optillen. Maar als Hij zo’n steen niet kan maken, dan is God ook niet almachtig. Kortom, God is niet almachtig. Als je wel gelooft in een almachtige God, geloof je dat het onmogelijke mogelijk is.
Kan God de regels van de logica veranderen?
De atheïst zal nu tevreden zijn, maar laten we ons toch de volgende twee vragen stellen. Wat betekent het als we zeggen dat iets mogelijk is? En wat is almacht eigenlijk? Aristoteles (384-322 v.Chr.) schrijft al over de logische relatie tussen mogelijkheid en noodzakelijkheid. Wat noodzakelijk is, is onmogelijk onwaar, en wat mogelijk is, is niet noodzakelijk onwaar. Het is onmogelijk dat 1+1=2 onwaar is, omdat het noodzakelijk waar is. Het is dus onmogelijk om dat onwaar te maken. Almacht betekent dan ook dat je alles wat mogelijk is, waar kunt maken. Maar het betekent niet dat wat onmogelijk is waar kan worden gemaakt. Hierin ligt de sleutel om de almachtsparadox op te lossen.
Almacht betekent dus niet dat je alles kunt waarmaken. Het betekent alleen dat je alles wat mógelijk is waar kunt maken. Ook als God almachtig is, kan Hij de regels van de logica niet zodanig veranderen dat er toch een negen in het vakje van mijn sudoku hoort te staan. Net zomin kan Hij ervoor zorgen dat een contradictie waar is. Hoe zit het dan met die steen? Als je gelooft dat zo’n steen onmogelijk is, dan kan God zo’n steen niet maken, want Zijn almacht betekent niet dat Hij het onmogelijke kan.

