Home 4 vragen aan… Coen Simon

4 vragen aan… Coen Simon

Door Jeroen Hopster op 27 maart 2013

Cover van 04-2013
04-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Geld geeft het idee dat we boven ons eigen lot kunnen uitstijgen.’  Schrijver en filosoof Coen Simon schreef Schuldgevoel, het Essay voor de Maand van de Filosofie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

WAT KAN IK WETEN?
‘Elke vorm van kennis moet rekening houden met het menselijk tekort: je bent geworpen in een wereld die er al was voordat jij bestond, je komt terecht in omstandigheden waar je zelf geen schepper van bent. De toevalligheid van waar je terechtkomt en welke geschiedenis daaraan is voorafgegaan, is bepalend voor je leven. Je krijgt geen schone lei, waar je je bestaan naar believen op kunt uittekenen. Juist het ontbreken van een beginpunt is cruciaal voor ons doen en denken.

Die “geworpenheid” zou je ook het lot kunnen noemen. Het gevaar van een monetaire economie, is dat die suggereert dat alles mogelijk is, dat je dit lot in eigen hand hebt. De intrede van geld heeft de wereld radicaal veranderd: het is de “copernicaanse wending” in de geschiedenis van de economie. Door het ontstaan van geld is het lot niet meer dat wat je gegeven is, maar wat in principe te koop is. Het is het lot van de loterij, mensen dromen weg  bij de grootst mogelijke winst. De geldeconomie is niet gericht op het werkelijke, maar op het mogelijke. Geld wekt het idee dat we boven ons eigen lot kunnen uitstijgen en onze eigen schepper kunnen zijn. En dan is de werkelijkheid natuurlijk nooit goed genoeg.’

 WAT MOET IK DOEN?
‘Onze geworpenheid brengt onlosmakelijk een schuldgevoel met zich mee. Op het moment dat ik terechtkom in een wereld en gebruik maak van haar middelen, neem ik iets in bezit dat ik niet zelf tot stand heb gebracht. In die zin sta ik altijd bij de wereld in het krijt. Deze schuld moet je niet als een zware christelijke erfzonde opvatten, die je ondanks je inzet nooit kunt goed maken. Het is een schuld die je er bewust van maakt dat niets in dit leven je volledig toekomt. Dat schept een gevoel van verantwoordelijkheid. Maar hier toont zich de verraderlijke kant van geld: geld geeft ons weliswaar een zekere vrijheid van ons lot, maar het maakt ons onverschilliger ten aanzien van onze oorspronkelijke schuld. Een hypotheek is voor de meeste mensen de grootste schuld die ze ooit aangaan, maar vrijwel niemand ervaart hierbij enig schuldgevoel. Geld stelt ons in staat om het oorspronkelijke schuldgevoel wit te wassen.’

WAT MAG IK HOPEN?
‘Tegenwoordig doen we net alsof economie het synoniem is van winstmaximalisatie. De oorsprong van de economische wetenschap in de Griekse Oudheid laat een andere kant van de economie zien. Economie als “oikos”, het huishouden van de grondeigenaar. Die economie bestond vooral uit een levensvorm die de ongebreidelde verlangens van de mens moest matigen. Een voorbeeld: er werden verschillende seksuele praktijken beoefend, zo kon een grondeigenaar meerdere vrouwen hebben, of de knapenliefde verkiezen. Maar in de sfeer van het huishouden mocht maar één vrouw de baas zijn, anders zou de oikos uiteenvallen. Zo ontstond er in de oikos rondom alle menselijke hartstochten een levenshouding die uiteindelijk werd afgedwongen door economische belangen. De winst van de economie lag dus in het systeem zelf besloten. Dat is een heel ander soort “winst” dan omzet minus kosten. Veel meer dan tegenwoordig functioneerde de “oikos” als een systeem dat het leven een vorm geeft.

Zingeving is in de hedendaagse economie nog steeds van groot belang, alleen hebben we deze functie uit het oog verloren door het blinde fixatie op mogelijkheden. Vergelijk het met de eigenaar van een winkeltje. Hij moet ervoor zorgen dat zijn winkel goed draait om daarmee geld te verdienen, maar de winkel verschaft hem ook een identiteit. Die geeft hem een plek, een sociaal netwerk, en verleent redenen aan zijn handelen. Misschien begon hij het winkeltje om brood op de plank te krijgen, maar uiteindelijk is de betekenis ervan veel omvattender dan geld alleen.

Stel dat de winkelier zijn inkomen cadeau zou krijgen, zonder daar een winkel voor te hoeven opzetten. Het zou hem tot een zinloos individu maken, dat wordt gevoed totdat hij doodgaat. Winst en nut kunnen niet worden gepromoveerd tot de ultieme doeleinden van het menselijk handelen. Wie zo’n logica strikt aanhangt, zal vervolgens ontdekken dat het leven zelf dan volstrekt nutteloos is.’

WAT IS DE MENS?
‘De mens is, zoals Johan Huizinga schreef, een Homo ludens, een spelende mens. En hij speelt niet omdat hij spelen zo leuk vindt, maar omdat hij moet spelen dat zijn leven een coherent geheel is. In werkelijkheid krijgen we dat geheel nooit te zien. Maar we kunnen wel doen alsof. En in dit spelen verschijnt ieders leven ineens als een geheel. Het spel is de beste oefening om in te stemmen met je lot: in het spel kunnen wij onze verlangens een bepaalde vorm geven, en die tot ónze verlangens maken. Het winstelement in een spel is nodig om te kunnen spelen, maar de echte winst is het spel zelf, en niet wat je eraan overhoudt.’

Schuldgevoel
Coen Simon
(Stichting Maand van de filosofie)
115 blz. / € 5,-