Home ‘Zonder kennis van de tien geboden ben je verdwaald in deze wereld’

‘Zonder kennis van de tien geboden ben je verdwaald in deze wereld’

Door Gwendolyn Bolderink op 02 december 2015

Cover van 12-2015
12-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

We verkennen nieuwe manieren om onze liefdesrelaties vorm te geven, vinden vloeken gewoon en we controleren zelfs op zondag onze werkmail. Zijn de tien geboden nog wel van deze tijd? Filosofen Hans Achterhuis en Maarten van Buuren vinden van wel, omdat ze een diep inzicht geven in de mens en zijn wereld. Plus: drie portretten van de moderne worsteling met de oude leefregels.

Na een jaar, misschien twee, verbleekt de liefde uit het begin van een huwelijk. ‘En dan moet je die liefde elders zoeken.’ Volgens filosoof en literatuurwetenschapper Maarten van Buuren is het liefdeshuwelijk de voornaamste oorzaak van overspel. Wat betekent dit voor het gebod ‘Gij zult niet echtbreken’? Samen met filosoof, theoloog en voormalig Denker des Vaderlands Hans Achterhuis schreef hij Erfenis zonder testament, een moderne reflectie op een eeuwenoude erfenis.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In het huis van Van Buuren zitten de twee filosofen aan dezelfde tafel waar ze de tien geboden verdeelden en elkaars hoofdstukken bespraken. Achterhuis was het niet altijd eens met de controversiële stellingen van Van Buuren, maar nu zitten ze eensgezind aan tafel met een pak speculaaskoeken. Ze stellen dat de tien geboden nog altijd cruciaal zijn. Reflecteren op de tien geboden geeft ons inzicht in wat de mens is. ‘Het gebod als “Gij zult niet doden” lijkt banaal en zelfs overbodig, maar het laat ons zien dat er diep in de mens een verlangen is om te doden’, aldus Van Buuren.

Totaal breken met de tien geboden kunnen we niet, zeggen de twee. ‘De Nederlandse cultuur en ons hele denken zijn ervan doordrenkt.’

Ook in hun eigen levens merken ze dat. Zo deed Achterhuis in de jaren zeventig zijn zoon en dochter op een anti-autoritaire crèche, waar de kinderen geheel vrij hun eigen normen en waarden zouden ontwikkelen. ‘Ik wilde een totale breuk met de christelijke achtergrond. Volstrekte kul, zeg ik nu achteraf. Het is mij later ook verweten door mijn dochter. Ze wilde juist houvast in deze wereld.’

Toch pleiten Achterhuis en Van Buuren voor afstand nemen van de traditie. De moderne mens kan niet klakkeloos duizend jaar oude normen en waarden overnemen. Van Buuren viel op zijn zestiende van zijn geloof en wilde breken met de gereformeerde kerk en zijn ‘beklemmende’ thuisstad Maassluis. Maar rond zijn 45ste besefte hij dat hij de kerk niet zo ver had afgeworpen als hij dacht. ‘Uiteindelijk heb ik na kritische reflectie veel waardevols uit de christelijke cultuur omarmd. Maar ik vind wel dat ik winst heb geboekt op degenen die in Maassluis zijn gebleven en gedachteloos meelopen in dat normen- en waardensysteem. De mate waarin je in staat bent je te ontwikkelen tot een zelfstandig wezen is de mate waarin je afstand kunt nemen van voorschriften.’

‘Precies’, zegt Achterhuis. ‘Maar je moet wel weten waar je afstand van neemt. We kunnen als een parelduiker op zoek naar mooie dingen in de traditie. Sommige onderdelen van die traditie wil ik bewaren en andere verwerpen, maar ik beslis zelf welke.’

Van Buuren: ‘We hebben die tien geboden niet losgelaten, maar ze vervangen door andere dingen. We zijn, om met Nietzsche te spreken, in de plaats van God gaan staan.

Eert uw vader en uw moeder

Dagblad Trouw heeft een rubriek waarin ze een bekende Nederlander vragen een eigen invulling te geven aan de tien geboden.’ vertelt Achterhuis. ‘Bij “Eert uw vader en uw moeder” zeggen ze dingen als: “Ik had een klotevader”, of: “Wat hield ik van mijn vader”, maar daar gaat dit gebod niet om. Het is mooi meegenomen als je van je ouders houdt, maar dit gebod draait om het doorgeven van de traditie.

Waardeer de verhalen van je ouders, en geef die door aan je eigen kinderen, zodat ze begrijpen dat mensen vroeger anders handelden. Geef die ouderen hun eigen plaats, geef ze hun eigen gewicht.’

Van Buuren: ‘Voor mij is dit een lastig gebod, omdat ik een nogal moeilijke relatie heb gehad met mijn vader en moeder. Toen ik ging studeren, heb ik mijn ouders ver achter me gelaten. Maar datgene wat je verdringt, komt terug. Het dient zich aan als iets wat niet geheel verteerd is en wat je moet herkauwen. Een depressie wierp mij terug op een aantal problemen die met mijn ouders te maken hadden. En met dat herkauwen van een onvoldoende geassimileerd verleden kwam een herwaardering van mijn vader en zelfs van mijn moeder, wat ik nooit had verwacht.’

Achterhuis: ‘De filosofische overweging die ik bij dit gebod betrek komt van de Joodse filosoof Hannah Arendt. In haar artikel “The Crisis in Education” zegt ze dat een kind geborgenheid nodig heeft en vanuit die geborgenheid langzaam kennis moet maken met de wereld. Tegelijkertijd is zij de filosoof van opnieuw beginnen en afstand nemen van de traditie. Maar als je niet weet waar je je tegen afzet, loop je het waanzinnig grote gevaar in herhalingsdwang te vervallen. In het communisme zijn allerlei grote structuren van de Russisch-orthodoxe kerk overgenomen, terwijl ze zich daartegen verzetten, waarschijnlijk omdat ze niet snapten waar het over ging. Om een dergelijke herhaling te voorkomen moeten we die traditie doorgeven, en dat kan alleen als we onze ouders, onze worteling, waarderen.‘Als we de traditie doorgeven aan de jeugd, geven we hun de kans hiermee te breken. De verhalen die overgeleverd zijn, vormen ons op een bepaalde manier. Je kunt kinderen niet zomaar in de wereld gooien zonder traditie; dan dwarrelen ze maar een beetje rond. Geef ze die Bildung, dan kunnen ze later zeggen dat ze het onzin vinden.’

Sabine van den Berg (46):

‘Mensen vroegen mij vroeger weleens waarom ik nooit over mijn vader praatte. Soms dachten ze dat hij dood was. Dan zei ik: “Hij is niet dood, maar hij is er niet meer.” Dat mijn vader een vrouw geworden was, was een groot geheim.

Ik mocht veel dingen niet vertellen, ook niet aan mijn moeder. Van de kleding en schoenen die hij in mijn kast verstopte, mocht zij niks weten. Dat gaf een enorm loyaliteitsconflict. Je bent door twee mensen op aarde gezet en moet vervolgens geheimen van de een voor de ander verzwijgen. Dat verscheurt je. Ondertussen draaide alles om mijn vader. Hij was de zon en wij cirkelden eromheen. Dat is niet goed voor een gezin. Ik heb jarenlang gedroomd dat ik mijn vader van achteren op zijn rug sprong, dat hij zich omdraaide en een heel enge, verwrongen kop bleek te hebben. Ik wist niet meer wie hij was.

In het Hebreeuws betekent “je ouders eren” dat je hun verhalen gewicht geeft. Dat is precies wat ik heb geprobeerd door het boek Wissel te schrijven. Wat ik met mijn vader heb meegemaakt, is niet makkelijk geweest, maar het heeft me gevormd. Het hoort bij wie ik ben.’ In de roman Wissel (2013, uitgeverij Atlas-Contact) laat Sabine van den Berg zien hoe ingrijpend een geslachtsverandering van een ouder voor een kind kan zijn. Momenteel werkt Sabine van den Berg aan een graphic novel waarin hetzelfde thema een rol speelt. In april 2016 verschijnt haar nieuwe roman Dingen die niet mogen (uitgeverij Atlas-Contact).

Gij zult niet doden

Je kunt je afvragen waarom het nodig was dit gebod op te schrijven’, zegt Van Buuren. ‘Het lijkt zo’n vanzelfsprekend gebod, maar in de oorspronkelijke context is dat minder het geval dan het nu lijkt. Om maar een voorbeeld uit de Bijbel te noemen: als Mozes en het Israëlitische volk het Beloofde Land innemen, zitten ze er niet mee alle stammen die er al wonen uit de weg te ruimen. Hoe verhoudt dit gedrag zich tot het gebod? Eigenaardig.’

Achterhuis: ‘Je vergeet het gevaar van bloedwraak te vermelden. Bloedwraak binnen een stam is desastreus. Als er gedood werd, dan moest de familie wraak nemen. Dat moet binnen de stam gestopt worden. Buiten de stam was dit geen enkel punt.’

Van Buuren: ‘De Franse filosoof Georges Bataille toont ons dat dit gebod minder evident is dan we denken. Als je gaat graven in de diepste drijfveren die ons bewegen, dan kom je op een tamelijk duister gebied waar levensdrift aan doodsdrift raakt. De mens heeft twee verlangens: het verlangen ons bestaan als kleine afzonderlijke eenheden te beschermen, en het verlangen terug te keren naar de oersoep waar we allemaal uit komen.

De levensdrift openbaart zich in het ontwikkelen van geboden en verboden om ons bestaan en onze lichamelijke integriteit te beschermen. Het andere verlangen manifesteert zich bijvoorbeeld in de hang naar drugs of alcohol. Het is het verlangen uit je bol te gaan. Op een festival wil je als individu opgaan in de massa om als geheel los te gaan op de beat.’

Achterhuis: ‘Zoals je het nu uitlegt, klinkt het wel een beetje onschuldig. Bataille heeft het ook over geweld en dood. We zijn gefascineerd door geweld en dood op tv, omdat we die herkennen als een verlangen in onszelf.’

Van Buuren: ‘Zeker. Het verlangen op te gaan in de massa is in feite een doodsverlangen. Een ervaringsgebied dat iedereen kent is erotiek. Erotiek ontstaat alleen als we alle geboden, verboden en beveiligingen overtreden die jouw bestaan als afzonderlijke eenheid beschermen. Op een fundamenteel niveau weerspreken we dat gebod van “Gij zult niet doden”: het is een verlangen.’

Van Buuren: ‘De waarde van dit gebod ligt in het overdenken van de diepste drijfveren van de mens. Is het werkelijk zo evident dat we niet zullen doden?’

Ge van Zoen (92):

‘Ik ben zonder mijn toestemming op aarde gezet en mocht mijn hele leven allerlei keuzes maken, maar als je wilt sterven, dan mag dat ineens niet. Doodgaan is een taboe. Als je nog gezond bent, is het heel moeilijk om een arts te vinden die euthanasie wil uitvoeren. Waarom? Het is toch mijn leven? Ik wil sterven als een gezond, waardig mens, vóórdat ik aftakel. En dus heb ik besloten om de regie in eigen hand te nemen. Ik heb helium in huis. Daarmee is het binnen een minuut gedaan – pijnloos, geruisloos.

Als je je trouwdatum bepaald hebt of een kind verwacht, dan leef je daarnaartoe. Naar je dood moet je ook toe leven. Ik ben daar al drie jaar mee bezig. Mijn crematie zal een afscheid zijn, maar geen droefenis. Ik ben 92, mijn leven is voltooid. Mijn kinderen zullen niet rouwen. Ze zullen me missen, maar dat gaat over.

De mensen in de Andes gaan veel beter met de dood om dan wij. Als daar een kind geboren wordt, wordt er niet feestgevierd. Dat kind heeft een zwaar leven voor zich. Als er iemand overlijdt, dán vieren ze feest. Die persoon heeft het zware leven achter zich gelaten. Voor mij is dat moment bijna aangebroken. Ik voel geen enkele angst, alleen maar rust.’

Gij zult niet echtbreken

Echtbreuk, overspel, betekende vroeger diefstal, omdat je inbreuk maakte op het bezit van een ander’, aldus Van Buuren. ‘Het huwelijk was een contract tussen twee families waarbij de vrouw deel van de huisraad was. In het tiende gebod, “Gij zult niet begeren”, wordt zij in één adem genoemd met de os en de ezel. Maar in de moderne samenleving denken wij bij dit gebod aan een echtbreuk in de liefde, omdat het huwelijk voor ons een bekroning is van een liefdesrelatie.’

Van Buuren: ‘Bij de klassieken vind je geen term die identiek is aan ons woord “liefde”. Ze hadden het woord eros, voor de seksuele kant van liefde, en philia om de liefde tussen mannen te omschrijven. Philia is meer dan vriendschap; het is een diepe lotsverbondenheid of zielsverwantschap. In de tijd dat de tien geboden werden opgesteld was het huwelijk tussen man en vrouw geen philia-relatie, maar simpelweg een contract tussen families over eigendom.

Wat dit gebod laat zien is hoe het huwelijk is veranderd en wat de oorzaak is van alle huidige huwelijksproblemen. Wij hebben liefde verbonden aan het huwelijk, terwijl we die twee dingen gescheiden moeten houden. Hoe meer je probeert een geliefde in bezit te nemen door contracten te maken of door samen te wonen, des te meer verdwijnt die prikkel die je bij liefde verwacht.’

Achterhuis: ‘Ik was het er eerst absoluut niet mee eens dat liefde en huwelijk elkaar uitsluiten. Dus zocht ik tegenvoorbeelden in de literatuur. Maar alle romans die gaan over de liefde, gaan over liefde buiten het huwelijk.’

Van Buuren: ‘Er is best perspectief voor een huwelijk, maar dat huwelijk moet je zien als een philia-relatie.’

Achterhuis: ‘En dat is natuurlijk heel modern. Dat dat mogelijk is tussen man en vrouw.’

Van Buuren: ‘Juist. Mannen en vrouwen zijn nu gelijkwaardig, dus moet je samen afspraken maken over hoe je een relatie inkleedt en of je daar bijvoorbeeld nog een derde partij in betrekt. We hebben ons geëmancipeerd uit een situatie waarin de afspraken voor een relatie werden opgelegd door een dominee en de wet, en nemen nu de verplichting op ons om zelf afspraken te maken.’

Benny Lobo (45):

‘Toen ik met Johnny trouwde, hield onze therapeut een speech: “Trouw zijn is niet elkaars hand vasthouden tot je negentigste en nooit meer om je heen kijken”, zei hij. “Dat is angst. Trouw zijn is eerlijk zijn over je verlangens.” Dat advies hebben we ter harte genomen: sinds drie jaar heb ik, naast mijn huwelijk met Johnny, een relatie met Robert. We doen vaak dingen met z’n allen – Johnny en ik, onze drie kinderen en Robert. Hij is echt onderdeel van het gezin geworden.

Het idee van het monogame huwelijk moet je in de juiste tijdgeest plaatsen. Het is bedacht om vrouwen te beschermen. Hoewel dat niet meer nodig is, bestaat er nog steeds een onbewuste, collectieve norm voor monogamie. Die zit heel diep in ons systeem verankerd – ook bij mij. Daar heb ik lang mee geworsteld. Omdat ik steeds verliefd werd op anderen, dacht ik jarenlang dat er iets mis was met mijn relatie. Ik kreeg telkens te horen dat ik moest kiezen, ook toen ik in therapie ging. Nu weet ik eindelijk dat dat niet hoeft. Volgens polyamoristen kun je van meer mensen tegelijk houden en daar ook een relatie mee aangaan. Je gevoelens voor de een, zeggen niks over je gevoelens voor de ander.’