Ben je even de weg kwijt? Twijfel je aan van alles en nog wat? Weet je niet meer welke kant het op moet met je leven? Wanhoop niet. Er is een uitspraak waaraan je je kunt vastklampen als een drenkeling aan een stuk wrakhout: ‘Zoekt en gij zult vinden’.
Het is een stokpaardje dat van stal wordt gehaald om de zoekenden, twijfelaars en niet-wetenden te voorzien van wat goede moed en hoop. Maar misschien zien we over het hoofd dat dat stokpaardje inmiddels een oud en krakkemikkig karrepaard is.
Vinden we wel alles wat we zoeken?
De suggestie is dat als je maar hard genoeg zoekt, je zal vinden wat je nodig hebt. Bewijs voor hoe vaak dat onwaar is, is zo gevonden. Ik hoef maar naar mijn geliefde te kijken wanneer hij op zoek is naar zijn telefoon/zwembril/tas of naar de hagelslag. Ik blijf me erover verbazen: dat fenomeen waarbij mensen een kast opentrekken op zoek naar iets, bijvoorbeeld de hagelslag, ín die kast over het gezochte object heen kijken en dan roepen: ‘Waar is de hagelslag?’
Nu is ‘zoekt en gij zult vinden’ natuurlijk niet alleen bedoeld om hagelslag-zoekende mensen een hart onder de riem te steken. Het idee verwijst ook, of vooral, naar de abstractere zoektochten des levens. Het moedigt je aan om door te zetten, om niet op te geven. Je zult uiteindelijk vinden wat je zoekt. Klinkt als een lekkere succesformule, maar er wordt geen rekening gehouden met tegenslagen of met de tunnelvisie die dat hele zoeken kan opleveren.
Is dit zinnetje verworden tot een symptoom van ons positiviteitsdenken? Onze hang naar maakbaarheid? Zoeken biedt immers geen garantie op vinden. Zou mooi zijn als dat wel zo was, ik ben namelijk al lang op zoek naar een geldboom. Een kistje met gouden munten voldoet ook.
Even tussendoor… Meer columns lezen van Elke Wiss? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Kan dit karrepaard misschien met pensioen? Kunnen we ’m aanpassen, deze boodschap? Tot iets maken met ruimte voor loslaten en stoppen als het genoeg is? En voor het idee dat iets kwijt zijn, of iets níét vinden, ook mooi is? Want is leren opgeven, of laten ontvouwen, niet net zo goed een kunst?