Poëzie en de filosofie
Wat is het verschil tussen literatuur en filosofie? Een filosofische tekst beweert iets, de roman en het gedicht tonen iets, volgens dichter en filosoof Maarten Doorman.. Een romanschrijver of dichter kun je dan ook niet vragen om een uitleg – een filosoof wel. Daarnaast wint een gedicht vaak aan schoonheid als er meer interpretaties mogelijk zijn, terwijl filosofie beter wordt naarmate de boodschap eenduidiger is. Dubbelzinnigheid maakt volgens Doorman ook goede poëzie en slechte filosofie.
De ouverture van het denken
Plato zag dichters als concurrenten van de filosofen. Zijn voorkeur lag duidelijk bij de filosofen: hij riep mensen op dichters vooral niet serieus te nemen. Filosoof Theo de Boer (1932-2021) en journalist Peter Henk Steenhuis denken daar anders over. In hun boek Denken over dichten stellen ze dat filosofie en poëzie elkaar aanvullen. Dichters produceren de verbeelding die de filosofie aan het denken zet.
Gevoeliger door literatuur
‘Literatuur maakt ons morelere wezens’, stelt schrijver en filosoof Florentijn van Rootselaar. Dankzij verhalen worden we gevoeliger voor de wereld en vergroten we onze empathie. Literatuur kan bovendien een stem geven aan de bedreigde natuur. Waar voor veel mensen klimaatverandering maar geen werkelijkheid wil worden biedt het recent opgekomen genre climate change fiction uitkomst. Volgens van Rootselaar werken deze verhalen zo goed omdat ze niet met een morele vinger wijzen, maar alleen de kwetsbaarheid van deaarde tonen.
De verbeelding van het denken
‘De verbeelding is het scheppende vermogen om zin te geven aan een betekenisloos universum’, betoogt schrijver en filosoof Connie Palmen. Verhalen beteugelen niet alleen onze angst voor een zinloos bestaan, ze verheffen de mens ook. Pas als we vertellen wie we zijn en waar we vandaan komen, onderscheiden we ons van het dier, volgens Palmen.