Levenslust
Jannah Loontjens studeerde filosofie in de jaren negentig. Overdag zat ze in de collegebanken en ’s avonds feestte ze in nachtclubs als de RoXY of de Pallet Club. In die tijd waren haar vrienden en zijzelf onbevangen en optimistisch – op het naïeve af. Maar deze periode werd ook gekenmerkt door een nihilistisch gebrek aan strijdvaardigheid en de bloei van het gulzige kapitalisme. Loontjens vraagt zich af of de naïviteit van de jaren negentig een voorwaarde was voor de ongebreidelde levenslust van die tijd.
Symbolisch feest
Weinig mensen breken helemaal met religieuze rituelen en vieringen, zelfs als ze geen toegewijde gelovigen zijn. Maar door een gebrek aan achtergrondkennis, gaat de symboliek van deze rituelen verloren. Een religieus feest lijkt zo meer op een esthetisch schouwspel zegt filosoof Jacques de Visscher in Wijsgerig Perspectief. Maar de beleving van een symbolisch ritueel kan de gedeelde identiteit van een gemeenschap bevestigen. Volgens de Visscher werkt dat verbindend en is ‘het dus niet toevallig dat het ritueel in beginsel altijd in een feest uitmondt’.
Festivalgevoel
Filosoof Miriam Rasch heeft het samen luisteren naar livemuziek op festivals, met bijbehorende zweetgeuren en oorsuizingen, intens gemist tijdens de coronacrisis. De live uitvoering van muziek geeft een lied een lichaam. De klanken die het samenspel van instrumenten laten horen, vormen samen romp en ledematen. Volgens Rasch brengen de luisterlichamen zowel maker als luisteraar tot leven. Deze unieke ervaring is speciaal in haar vergankelijkheid: zonder klanken geen leven.
Homo Ludens
Volgens de etiquette-regels van Erasmus moet je opgewekt feestvieren, maar mag je je niet uitgelaten gedragen. Hedendaagse etiquette-handleidingen staan eveneens bol van leefregels die streven naar beschaafd gedrag: ken uw etiquette! Volgens hoofdredacteur Coen Simon ziet Erasmus de mens meer als homo ludens (spelende mens) dan als homo sapiens (wetende mens). Het leven is een spel. De regels van dit spel bestaan bij de gratie van de speler. In de woorden van Gadamer: ‘Het feest bestaat alleen, omdat het gevierd wordt.’
Een lofzang op de roes
Alcohol is een alom geaccepteerd roesmiddel. We zoeken vaak genoeg toevlucht van onze zware, alledaagse verantwoordelijkheden in de beneveling. Van een openbare dronkenlap kijken mensen minder op dan van iemand die een jointje rookt. Naast dat drank ons genot brengt, leidt het ook tot inzichten vindt Jannah Loontjes. Volgens haar is zuipen niet zondig: overmatig drankgebruik kan ‘het scheppingsproces in een stroomversnelling voeren.’ De enige zonde is de kater de volgende ochtend.