Home Waarom homo-erotiek nooit een taboe was in de islam
Liefde Niet-westerse filosofie

Waarom homo-erotiek nooit een taboe was in de islam

Door Elma Drayer op 29 maart 2017

Waarom homo-erotiek nooit een taboe was in de islam
Cover van 04-2017
04-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Dat de islam nooit statisch geweest is, laat Michiel Leezenberg zien in zijn nieuwe boek De minaret van Bagdad. ‘Homo-erotische betrekkingen waren vroeger helemaal geen taboe.’ 

De minaret van Bagdad drong zich ‘min of meer vanzelf’ aan hem op, vertelt Michiel Leezenberg. ‘Ik was met een groot project bezig over taal en nationaliteit in het Ottomaanse Rijk. Op zeker moment stuitte ik op een woordenboekje dat in werkelijkheid een handleiding voor knapenbordeelbezoek bleek te zijn. Ook begon me op te vallen hoe centraal seksualiteit tegenwoordig staat in kwesties rond moslims: van de angst voor verkrachtende asielzoekers tot Islamitische Staat die seksslavinnen verhandelt. En als klap op de vuurpijl gaf ik een lezing voor Iraakse Koerden over seksualiteit in hun nationale epos. De volle zaal reageerde met een totale, ijzige stilte. Ik begreep dat ik een open zenuw had geraakt. Blijkbaar was ook daar onbekend dat tweehonderd jaar geleden de seksuele opvattingen en praktijken in de islamitische wereld totaal anders waren dan nu. Als je al deze dingen naast elkaar legt, ontstaat er een patroon.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Michel Mees

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Michiel Leezenberg – ooit winnaar van de Socratesbeker voor zijn handboek Islamitische filosofie – liet zich nu vooral inspireren door de Franse denker Michel Foucault. ‘Foucaults genealogie toont dat seks een geschiedenis heeft, die verbonden is met macht. En de late Foucault heeft het over “zelfpraktijken”: mensen construeren zichzelf in en door hun seksuele gedrag. Mijn uitgangspunt bij dit boek werd: seksualiteit is geen tijdloos natuurverschijnsel, ook homoseksualiteit niet. Ze wordt gevormd door verschillende vormen van kennis, macht en verzet.’ 

Was u verrast door uw vondsten?
‘Nou!’ zegt Leezenberg. ‘Iedereen die de klassieke islamitische literatuur bestudeert, kent de bebaarde mannen die hun liefde voor baardloze knapen bezingen. Dat was voor mij niet nieuw. Maar op mijn zoektocht vond ik ook middeleeuwse teksten over Arabische lesbiennes. Ik vond handboeken die uitlegden hoe je het best je vrouw kon bedriegen. En Karagöz, de islamitische versie van Jan Klaassen, was steevast toegerust met een enorme erectie. Het publiek, inclusief vrouwen en kinderen, schaterde het uit. Ook stuitte ik op een verhaal van Rumi over seks met een ezel. Ik kende dat motief alleen uit een gore mop van een Iraanse kennis. Dat ik het tegenkwam bij een van de beroemdste mystieke dichters uit de klassieke periode vond ik toch wel bijzonder. In theorie was er in de islamitische wereld van alles verboden, in de praktijk werd er heel hard om gelachen.’

Moderne mensen, zegt Leezenberg, associëren taboes met traditie. ‘Een van mijn fascinerendste bevindingen was dat de hedendaagse islamitische notie van schaamte aantoonbaar níét tot de traditie teruggaat. In dit boek wil ik laten zien dat die discontinuïteit veel belangrijker is dan de continuïteit.’

Nogal wat moslims dragen heden ten dage de omgekeerde boodschap uit. 
‘Inderdaad. Salafisten zeggen bijvoorbeeld: de islam is altijd tegen homoseksualiteit geweest, punt uit. Terwijl je met de klassieke bronnen in de hand kunt betogen: “homoseksualiteit” bestond vroeger domweg niet, en homo-erotische betrekkingen waren geen taboe – zelfs niet bij auteurs die diezelfde salafisten als autoriteit beschouwen. Trouwens, ook islamofoben denken dat de islam monolithisch is: de Koran zegt zus of zo, dus moslims denken vandaag zus of zo. Onzin. De homofobie die je nu ziet bij Marokkaans-Nederlandse jongeren is een relatief recent verschijnsel. Enkele decennia geleden nog kon je in Marokko moeiteloos homoseksuele contacten aanknopen, geen haan die ernaar kraaide.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Michel Mees

U bestrijdt in uw boek de populaire theorie dat de verpreutsing in de islamitische wereld te wijten zou zijn aan de kolonisatie, aan de internalisering van de westerse moraal.
‘Het problematische daarmee is dat het puritanisme net zo hard toesloeg in delen van de islamitische wereld die nooit gekoloniseerd zijn geweest. Ik betoog dat het verschijnsel vooral ook te maken heeft met de opkomst van de natiestaat. In de loop van de twintigste eeuw greep de idee van het vaderland om zich heen, met uitgesproken geseksualiseerde connotaties. Je land werd een geliefde die je moest beminnen en beschermen. Man en vrouw kregen totaal nieuwe rollen toebedeeld: hij moest bereid zijn voor de eer van het vaderland te sterven, zij moest het dienen door kinderen te baren. Nationalisme heeft meer met seks te maken dan menigeen denkt. Hedendaagse preutsheid onder moslims komt vooral voort uit nationale trots.’

Lange tijd leefde de gedachte: hier geboren en getogen moslimjongeren zullen vanzelf vrijere seksuele opvattingen omarmen.  
‘Momenteel lijkt eerder het omgekeerde het geval. De huidige polarisatie haalt Habermas’ idee onderuit over een postseculiere samenleving waarin een redelijk debat mogelijk is tussen liberale stemmen enerzijds en gelovige stemmen anderzijds.’

Toch luidt uw boodschap dat de wind wel weer zal draaien. 
‘Belangrijk is volgens mij dat de islamitische wereld geen centraal leergezag kent. Niemand kan bepalen hoe de ware islam eruitziet. Je hoort altijd dat de Koran maar één interpretatie toelaat. Welnee. Met de Koran kun je echt alle kanten op. Zelfs voor verzen die een ondubbelzinnige boodschap lijken te bevatten, valt moeiteloos een andere interpretatie te geven.’

Monter: ‘Door in dit boek te laten zien de islam nooit statisch is geweest, hoop ik dat ook gelovige moslims de vrijmoedigheid voelen om te zeggen: jij kunt dat wel beweren, maar ik denk hier heel anders over.’