Dat de islam nooit statisch geweest is, laat Michiel Leezenberg zien in zijn nieuwe boek De minaret van Bagdad. ‘Homo-erotische betrekkingen waren vroeger helemaal geen taboe.’
De minaret van Bagdad drong zich ‘min of meer vanzelf’ aan hem op, vertelt Michiel Leezenberg. ‘Ik was met een groot project bezig over taal en nationaliteit in het Ottomaanse Rijk. Op zeker moment stuitte ik op een woordenboekje dat in werkelijkheid een handleiding voor knapenbordeelbezoek bleek te zijn. Ook begon me op te vallen hoe centraal seksualiteit tegenwoordig staat in kwesties rond moslims: van de angst voor verkrachtende asielzoekers tot Islamitische Staat die seksslavinnen verhandelt. En als klap op de vuurpijl gaf ik een lezing voor Iraakse Koerden over seksualiteit in hun nationale epos. De volle zaal reageerde met een totale, ijzige stilte. Ik begreep dat ik een open zenuw had geraakt. Blijkbaar was ook daar onbekend dat tweehonderd jaar geleden de seksuele opvattingen en praktijken in de islamitische wereld totaal anders waren dan nu. Als je al deze dingen naast elkaar legt, ontstaat er een patroon.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Fotografie: Michel Mees
Dit artikel is exclusief voor abonnees