Home Voor een completer mensbeeld

Voor een completer mensbeeld

Door Gerbert van Loenen op 10 februari 2015

Wat doen we hier eigenlijk? Waar is het leven voor bedoeld? Zulke grote vragen worden niet meer gesteld, omdat niemand nog in de grote antwoorden gelooft. Of mensen nu in een god geloofden of in het communisme, in de vooruitgang of in tradities, de verhalen van vroeger met hun antwoord op elke vraag spreken niet meer zo aan. Het klinkt alleen nog maar pretentieus als iemand beweert te weten wat de zin van het leven is.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Gelukkig, zou je denken. De grote verhalen waar mensen in het verleden uit afleidden waartoe ze leefden, lieten weinig ruimte voor een eigen antwoord. Nu we zover zijn dat we deze verhalen achter ons hebben gelaten, zijn we vrijer dan onze voorouders ooit waren. Laat mensen zelf de zin van het leven ontdekken, of gelukkig worden zonder te geloven in welke zin van het leven dan ook. Niemand heeft ervoor gekozen om geboren te worden, we zijn hier nu eenmaal. Dus maak er wat van en doe wat je vindt dat je moet doen. Maar wie doorvraagt, ziet dat de vrijheid om zelf zin te geven aan het leven, of om gelukkig te worden met de zinloosheid ervan, minder groot is dan ze lijkt. Analyseer de films, documentaires, debatten over mensen in moeilijkheden, moeilijkheden zo groot dat de zin van hun leven niet meer vanzelf spreekt. Onderzoek hoe we spreken over mensen die worden getroffen door ernstige handicaps of ziekte, over oude mensen met meer kwalen dan perspectieven. Dan hoor je hoe in het publieke debat over hen doorklinkt dat wie niet geniet, niet meer goed leeft. Leven dat vooral leed en weinig genot oplevert, is mensonwaardig.

Zo dreigt opnieuw een alomvattend antwoord te ontstaan op de grote vraag naar de zin van het leven: we leven om te genieten. En net als met de grote antwoorden van vroeger op de vraag naar de zin van het leven, maakt ook dit antwoord onze vrijheid kleiner. Het schrijft ons voor hoe te leven.

Het klinkt misschien sympathiek, dat het leven is om te genieten. Alles is er dan op gericht ons leven te leiden met een zo groot mogelijke kans op geluk en zo min mogelijk leed. Maar het kan verkeren in het tegendeel als je gelukkig móet zijn, als gelukkig zijn de zin van het bestaan wordt en je leven dus zinloos wordt als je niet gelukkig bent. Dat legt een druk op je die zo groot is, dat het geluk er juist onder kan lijden. Je leven is niet meer goed op zichzelf, het is goed als je er geluk mee vermeerdert.

Stel dat je een slechte periode doormaakt. Wij zouden het bizar vinden om dan met een oude tegeltjes-wijsheid aan te komen als: ‘Niet klagen maar dragen, en bidden om kracht.’ Maar zijn de wijsheden die we tegenwoordig delen, op Facebook of in de bladen, zoveel beter? ‘Happiness is a form of courage,’ staat er voor op het succesvolle blad Flow. Dat helpt ook niet echt als je je rot voelt.

De Vlaamse filosoof Herman De Dijn denkt dat er inderdaad een moderne, dominante visie op het menselijk leven is ontstaan waarin het streven naar geluk vooropstaat. Het leven is in deze opvatting een tijd waarin je zoveel mogelijk geluk wilt meemaken, en zo min mogelijk leed. De dood is gewoon het einde van de tijd die je hebt om fijne dingen te doen. Schiet de kwaliteit van je leven tekort, lijd je meer dan je geniet, dan verliest je leven zijn zin en wordt het mensonwaardig. Een goede dood kan dan een uitweg zijn. Lijden is erg, de dood niet. Zo verliezen we ons ontzag voor leven en dood.

Enkele documentaires uit hoofdstuk 2, zoals ‘Een mooi einde’, ‘Voor ik het vergeet’, ‘Nachtvlinder, de laatste dagen van Priscilla’ en ‘Als we het zouden weten’, laten mensen zien die deze visie op het leven heel raak verwoorden. Zoals Paul van Eerde, de man die dement werd en vertelde nog zo lang mogelijk te willen genieten. Op het moment dat dat niet meer ging, beëindigde hij zijn leven. Ook Priscilla, de jonge vrouw met een spierziekte, vertelde te willen genieten van het leven. Toen dat niet langer kon, gaf ze een laatste feest om afscheid te nemen waarna haar de volgende dag euthanasie werd verleend. Beiden hadden een heldere kijk op wat hun leven waardevol maakte en wisten daardoor goed wat ze wilden toen ze ernstig ziek werden.

De Dijn wijst op risico’s van zo’n zoektocht naar geluk. Voor je het weet, richt je je op ‘de productie van gewenste ervaringen’. Het gevaar dat hij schetst, is dat je daardoor afstandelijk en voorzichtig wordt, geen echte relaties aandurft, en je afschermt voor alles ‘wat reeds de kiemen van verlies, zwakheid of verval in zich draagt.’ Een voorzichtig, oppervlakkig leven zonder reële contacten is dan het resultaat, volgens De Dijn. Niet echt een gelukkig leven.

Van dit streven naar geluk word je heel rusteloos, denkt De Dijn. ‘Het moderne streven naar het creëren van een wereld waarin alles geschiedt zoals gepland, waar alles kan wat men maar wil, heeft geleid tot een nietsontziende rusteloosheid die (zelf)destructieve vormen aanneemt.’ Deze Vlaamse denker deinst er niet voor terug de dominante visie op het leven een nieuwe ideologie te noemen die hem doet denken aan de ‘heerlijke nieuwe wereld’, oftewel ‘Brave New World’, naar het dystopische boek van Aldous Huxley. Alles staat in het teken van het individu dat denkt de wereld te beheersen. ‘Minder en minder wordt aanvaard dat het leven en het geluk verregaand bepaald worden door het lot, vooral door de genetische en sociale loterijen die nog altijd in grote mate onze capaciteiten bepalen (…).’

Er is een alternatief. De Dijn plaatst er een levensbeschouwing tegenover waar overgave aan dat wat buiten je macht ligt deel van uitmaakt. ‘Overgave impliceert dat men zich verhoudt tot een dimensie die onbeheersbaar is.’ In die visie ben je geboren en terechtgekomen in een situatie die je niet zelf hebt gekozen. Je hebt niet alles in de hand, het leven is een gave en niet altijd is dat cadeau even fraai. Relaties met de mensen om je heen geven je hopelijk veel geluk, maar als dat onverhoopt niet zo is, ben je nog niet zomaar van die mensen af, je blijft met ze verbonden. Misschien heb je ervaringen die je graag wil doorgeven aan anderen, misschien heb je juist ervaringen die je te boven moet komen. Hoe dan ook ben je autonoom om zelf dit leven te leiden, niet in de zin dat je alles zelf bepaalt want dat kan helemaal niet, maar wel in de zin dat je zelf een levensverhaal maakt van wat je overkomt. Belangrijker dan de vraag of je fijne ervaringen hebt, is de vraag of je gerespecteerd wordt, zelfs wanneer je tot niets meer in staat bent. Elk mens is een uniek, onvervangbaar persoon. Zowel het leven als de dood blijven iets ontzagwekkends, dat geen mens ooit kan beheersen.

Ook in deze visie op het leven is geluk belangrijk. Alleen is geluk niet het doel, maar het neveneffect van het leven. En dat neveneffect zul je niet vinden in een leven zonder tragiek en verlies, betoogt De Dijn. ‘Geluk impliceert het besef van de broosheid en kwetsbaarheid ervan. Wat we beminnen, is slechts de moeite van het beminnen waard omdat het tegelijk zo kwetsbaar is. Wat mooi is, is tegelijk wat in verval is (…).’ De Dijn noemt geluk ‘verbonden met waarden die ons altijd enigszins ontsnappen (…). Wie het geluk beheersbaar wil maken, ontbeert de openheid waarbinnen geluk pas echt mogelijk is. Geluk is niet te koop.’

Een auteur die, in mildere bewoordingen, vergelijkbare kritiek uit als Herman De Dijn, is de Amerikaanse filosoof Michael Sandel. Hij noemt het van wezenlijk belang dat we het leven zien als gegeven. Wie dan de gulle gever is, de natuur, God of het lot, doet er niet toe, als je maar inziet dat we niet onszelf hebben gemaakt. Dit besef beschermt ons tegen onze overmatige beheerszucht, tegen onze controledwang, tegen ons idee dat we meester zijn over leven en lot. ‘Wat we in ons streven naar beheersing uit het oog verliezen, en zelfs zouden kunnen vernietigen, is een waardering voor de “gegeven” aard van menselijke vermogens en prestaties.’

Wees blij dat we ons leven niet geheel in de hand hebben, schrijft Sandel. ‘Het is een zegening om onszelf als schepselen van de natuur, van God of van het lot te zien, omdat we dan niet volledig verantwoordelijk zijn voor hoe we zijn.’ Het helpt ons te accepteren wat we onaangenaam vinden aan ons leven als we weten dat we daar niet zelf verantwoordelijk voor zijn, dat het pech is die ons is overkomen.

Maar de beheerszucht rukt op, beschrijft Michael Sandel in zijn Pleidooi tegen volmaaktheid, en strekt zich inmiddels uit tot baby’s. Door nieuwe technologie kunnen we kinderen maken die voldoen aan de wensen van de ouders. Niet langer accepteer je onvoorwaardelijk het kind dat je krijgt, je maakt er een volgens je wensen. Sandel noemt het voorbeeld van een onvruchtbaar echtpaar dat een advertentie plaatste waarin het 50.000 dollar bood voor een eicel van een atletisch gebouwde vrouw die hoge cijfers haalde.

Een kind krijgen met Down was vroeger een kwestie van toeval. Nu is het een keuze van ouders geworden om het geboren te laten worden. ‘Een domein waar ooit het lot de dienst uitmaakte, is nu een arena van vrije keuze geworden.’ Gelukkig zijn ouders vrij om te beslissen wat ze doen, maar hoe dan ook moeten ze iets beslissen. Zo vergroot nieuwe technologie onze controlemogelijkheden, maar daarmee ook onze verantwoordelijkheden.

Wie gelooft in beheersing van het leven, zal zich de maker voelen van zijn eigen geluk. Naarmate mensen meer greep krijgen op hun leven, zullen ze het goede dat hun overkomt vaker aan zichzelf toeschrijven. Zelfvoldaanheid ligt dan op de loer. Uiteindelijk ondermijnt beheerszucht de solidariteit, denkt Sandel. Waarom zou je, als je zelf hebt gekozen voor het geluk, nog solidair zijn met iemand die kiest voor tegenslag?

Net als De Dijn schetst ook Sandel een alternatieve weg. Tegenover de toenemende beheerszucht plaatst Sandel de visie van het leven als gegeven. ‘Kinderen als geschenken zien is hen accepteren zoals ze komen, en niet als door ons ontworpen objecten, als producten van onze wil of als instrumenten van onze ambities.’ Controle en beheersing staan al te veel centraal in ons leven, maar kinderen beheersen we nog niet, en dat is goed zo. De enige leidraad om met die oncontroleerbare wezens om te gaan, is onvoorwaardelijke liefde. Zo leer je je openstellen voor wat je niet gevraagd hebt.

Als je dat kunt met je eigen kinderen, kun je het ook daarbuiten: een open levenshouding aannemen. Zo’n open houding ‘nodigt ons uit om het hoofd te bieden aan het onverwachte, te leven met disharmonie, onze controlezucht in te tomen.’

Dit is een voorpublicatie uit Lof der onvolmaaktheid van Gerbert van Loenen, Uitgeverij Ten Have, € 17,50