Home ‘Verbeter de liefde, begin bij jezelf’

‘Verbeter de liefde, begin bij jezelf’

Door Martijn Meijer op 26 april 2011

Cover van 04-2011
04-2011 Filosofie magazine Lees het magazine

Waarom filosoferen over de liefde? Je voelt toch dat je van iemand houdt? Jan Drost laat zien dat reflectie je liefdesleven wel degelijk op een hoger plan tilt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.


Literatuur lezen kan ons leren om lief te hebben, stelt filosoof Jan Drost. ‘Met romans kun je je empathisch vermogen oefenen, leren je in een ander te verplaatsen. Dat is belangrijk in een relatie.’ Drost (1975) heeft nu zelf een boek over de liefde geschreven, dat lezers ook kan leren om lief te hebben, namelijk door hun ideeën over de liefde te onderzoeken. In Het romantisch misverstand laat hij zien hoezeer wij in de liefde gestuurd worden door ideeën, terwijl we menen dat we alleen ons gevoel volgen. Hij doet dat aan de hand van filosofen als Schopenhauer en Nietzsche, en schrijvers als Stendhal en Saul Bellow.
Drost heeft zich gespecialiseerd in de filosofie van de liefde. Hij studeerde erop af, schreef er essays over voor nrc.next en geeft er les in aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij heeft zijn onderwerp ook in de praktijk bestudeerd, vertelt hij desgevraagd: ‘Ik heb in het verleden de nodige fouten gemaakt in de liefde. Op het risico af evangelisch te klinken: ik heb de kracht van filosofie en literatuur nergens zo aan den lijve ervaren als in mijn relaties.’ Zijn boek heeft Drost opgedragen aan zijn vriendin. Is hij door zijn filosofisch onderzoek naar de liefde een leukere partner geworden? ‘Dat hoop ik. Als ik terugkijk op mijn vroegere relaties, dan heb ik veel zinloze ruzies gehad. Ik werd bijvoorbeeld ten onrechte boos omdat de ander niet beantwoordde aan mijn verwachtingen. Tegenwoordig ben ik me beter bewust van mijn verwachtingen en vraag ik me af of die wel realistisch zijn.’

Liever spontaan

In zijn boek schrijft Drost dat mensen weliswaar allerlei romantische ideeën over de liefde hebben, maar daar meestal niet te diep over willen nadenken. Ze hebben het ideaal dat de liefde spontaan moet zijn. ‘Als ik met mensen over de liefde praat, merk ik vaak dat ze denken dat ze er geen specifieke ideeën over hebben. Ze weten intuïtief wel wat liefde is en vinden het niet nodig er verder over te filosoferen. Als ik dan doorvraag, blijkt dat ze wel degelijk allerlei romantische idealen koesteren. Iedereen draagt namelijk een bril die het zicht op de werkelijkheid kleurt. Als er liefde in het spel is, geldt dat nog veel sterker. Het ideaal van liefde als iets wat vanzelf moet gaan en waar je niet over moet nadenken versterkt de opvattingen en vooroordelen die je al hebt. Je weigert immers om die aan een onderzoek te onderwerpen, terwijl het veel kan opleveren als je dat wel zou doen.’
‘Het ideale leven kan het echte leven uithollen’, schrijft Drost. Bij wijze van voorbeeld vertelt hij over een intelligente vrouw van begin dertig die nog steeds verlangde naar de liefde die wordt beschreven in de Bouquetreeks-romannetjes. Ze wist dat het belachelijk en onrealistisch was, maar toch droomde ze over de ideale, gespierde en rijke man die haar tijdens een etentje met kaarslicht zijn liefde zou verklaren. Omdat de werkelijkheid daarbij achterbleef, voelde ze zich ongelukkig. ‘Wat mij verbaasde, was dat ze zich goed bewust was van haar romantische drogbeelden. Toch kon ze zich er niet van losmaken; ze bleef verlangen naar het onmogelijke, waardoor ze de kansen op een reële liefde niet herkende. Blijkbaar hadden de clichés van de Bouquetreeks zich diep in haar verbeelding genesteld. Ik geloof in de kracht van het denken, maar in dit geval leek zelfs die niet voldoende.’

Geen zelfhulpboek

‘Let wel: ik heb geen zelfhulpboek geschreven in de gemakzuchtige betekenis van het woord’, zegt Drost. ‘Ik bied ook geen eenvoudige oplossingen voor liefdesproblemen. Ik kan wel een algemene tip geven: verbeter de liefde, begin bij jezelf. Je bewust worden van je ideeën over liefde, dat is het belangrijkste. Het is een belangrijke stap richting een autonoom leven als je ontdekt dat je ideeën bepalen hoe je tegenover anderen staat. En dat je die ideeën kunt aanpassen, waardoor je bijvoorbeeld niet zo teleurgesteld meer bent als blijkt dat je partner toch niet op je ideaalbeeld lijkt.’ Kunnen we ook helemaal zonder ideeën leven? ‘Nee, we kunnen niet zonder bril. We kunnen aan onze perspectieven sleutelen, maar er zal altijd een persoonlijke invalshoek zijn die onze kijk op de wereld bepaalt.’
Romantische idealen zijn dus slechts illusies. Maar wat houd je nog over als je die afschaft? Is romantiek niet nodig om het leven kleur te geven? ‘Als ik dat hoor’, zegt Drost, ‘dan vermoed ik dat je het idee hebt dat de ware werkelijkheid lelijk en troosteloos is. Dat is alweer een romantisch misverstand: dat onze illusies mooier zijn dan de werkelijkheid.’ Het klinkt nietzscheaans, zijn kritiek op idealen die ons plezier in het dagelijkse leven vergallen. ‘Ik ben inderdaad door Nietzsche beïnvloed. Je kunt zijn kritiek op het christendom goed toepassen op de romantiek. De Messias is dan de prins op het witte paard.’
‘De ideeën van de romantische liefde sluiten ons op in onszelf’, schrijft Drost. Hij pleit in zijn boek voor openheid. We moeten onze geliefde ruimte en vrijheid gunnen, zoals we die ook voor onszelf vragen. Drost: ‘De meeste romantische opvattingen over liefde hebben een afschermende functie. Ze stellen je in staat je af te sluiten van degene met wie je een relatie hebt. Daarom moet je jezelf continu inprenten dat liefde niet alleen iets van jou is, maar dat je in relatie staat tot iemand buiten jezelf, die zich soms anders gedraagt dan je verwacht. Je beeld wordt realistischer als je correcties op jouw beeldvorming toelaat. Het is een wisselwerking tussen jouw perspectief en dat van de ander, waar je wel voor moet openstaan. Die openheid kan groeien als je afscheid neemt van het romantische ideaal dat liefde een toestand van eenheid is, waarin denken en voelen van de geliefden totaal overeenstemmen.’