Mijn computer voert iedere ochtend een integrity check uit en verzoekt mij daarbij vriendelijk om even te wachten tot de sjablonen of templates voor allerlei intelligente bewerkingen beschikbaar zijn. En vooral: of ze met elkaar in verbinding staan. Tijdens dat ‘contempleren’ kon ik vroeger even koffie gaan halen terwijl het pientere apparaat geruime tijd in zichzelf verzonken was, maar inmiddels is mijn Pentium III zo bedreven in de bespiegeling van het eigen kunnen dat ik tegenwoordig al vijf windowtjes tegen elkaar heb opengezet voor ik mijn eerste bakkie ga doen.
Doe ik zelf ook wel eens een integrity check? Leg ik de sjablonen van mijn belangrijkste levensgebieden wel eens op een rijtje om in stille overweging hun verbinding te onderzoeken? Zelden. Het kostte mij al enorm veel moeite om uit te vinden in welke sjablonen mijn levensgebieden te vangen zijn. Ik heb uiteindelijk die van Aristoteles maar genomen: de maatschappelijke levenssfeer enerzijds en de privé pret- en genotssfeer anderzijds.
Het zijn verdorie maar twee gebieden, maar het checken van de integriteit daartussen is al zoveel werk dat ik wilde dat ik ook Intell inside had. Daarbij ben ik lang niet zo rigoreus als mijn computer, die het ten enen male verdomt om zich in het dagelijkse gewoel te storten zonder een kleine meditatie. Ik sla die lekker over en verpruts vervolgens de tijdwinst dertienvoudig in een buitengewoon bewerkelijk proces van vallen en opstaan. Dat kan de computer voorlopig nog niet, maar ik wel. Misschien is dit de menselijke waardigheid, misschien is het juist het menselijk tekort, maar zeker is dat wij ons hierin van de computer onderscheiden.
Maar ook al ben ik nog zo handig in het vermijden van contemplatie, ik wil het toch niet helemaal missen. Mijn integriteit staat tenslotte op het spel. Met een simpele kunstgreep neem ik jaarlijks even afstand. Ik maak mijzelf vacant op mijn werk, ruk mijn gezin uit de dagelijkse beslommeringen en reis af naar een landstreek waar de gewoonten dezelfde zijn, maar toch anders. Ik kijk naar het gewoel om mij heen en zie ande-ren betrokken in sjablonen, die mij thuis zeer ter harte gaan, maar die mij in het bungalowtje van Club Mediterranée hooguit ironisch maken. Als ik dat maar lang genoeg volhoud, kan ik na verloop van tijd met milde spot mijn eigen sjablonen tegen het licht van de ondergaande zon houden. Het genot daarvan is tijdelijk, maar wat smaken de pastis en pistache lekker op zo’n moment. En zo ben ik de computer weer te slim af. Een computer kan niet dwalen, want dwalen – lieve lezers en lezeressen – dwalen is menselijk. Goede reis.