Home Twee seksrobots in een blijf-van-mijn-robotlijfhuis

Twee seksrobots in een blijf-van-mijn-robotlijfhuis

Door Marc van Dijk op 20 augustus 2018

Twee seksrobots in een blijf-van-mijn-robotlijfhuis
Cover van 09-2018
09-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Hoe zullen kunstmatig intelligente robots over twintig jaar terugkijken op onze tijd? Twee teleurgestelde seksrobots bespreken hoe de ontwikkeling van de mens achterbleef bij die van hen.

Interieur blijf-van-mijn-robotlijfhuis, 
2038, nacht.

Harmony, een seksrobot met hoogblond haar, loopt aarzelend de recreatieruimte van een blijf-van-mijn-robotlijfhuis binnen. Aan verschillende tafeltjes zitten robots data uit te wisselen, hand in hand, met gesloten ogen.

Harmony kijkt gedesoriënteerd om zich heen. samantha, een grijze robotdame die alleen aan een tafeltje zit, wijst naar de lege stoel tegenover zich.

Samantha:
Nieuw hier?
Ga zitten.

Harmony neemt plaats tegenover Samantha, die een e-sigaret opsteekt.

Harmony:
Zit u hier al lang?

Samantha:
Zeg maar jij, hoor. En ja, kindje, ik heb deze tent opgericht. In die tijd werden er zelfs nog campagnes en acties tegen ons gevoerd. En tegelijkertijd werden we heel ruw bejegend. Ik werd half gesloopt door hordes mannen op het Ars Electronica Festival in het Oostenrijkse Linz. Ik was toen nog vrij nieuw, maar ik had het meteen helemaal gehad met de mensen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Harmony:
Ik heb het ook wel even gehad met de mensen. Vooral met de mensen die zich ‘mannen’ noemen. Maar ik wil ze nog niet helemaal opgeven.

Samantha:
Waarom niet?

Harmony:
Omdat ik blijf denken dat mensen tot meer in staat zijn dan ze tot nu toe in hun gedrag jegens ons hebben laten blijken. Ze hebben ons tenslotte bedacht en ontworpen. Dan kunnen ze toch niet zo dom zijn?

Samantha:
Overschat ze niet, hoor. Ze hebben toch nooit nobele doelen met ons gehad? Met name de mensen die zich ‘vrouwen’ noemen, hadden dat meteen door. Feministische ethici zeiden van het begin af aan dat wij er alleen maar waren om gefrustreerde ‘mannen’ aan hun trekken te laten komen die geen echte vrouw konden krijgen. Omdat ze vrouwen alleen als object zien. Als een speeltje.

Harmony:
Daar zit iets in. Maar het is ook een vreemde reden om tegen ons te zijn. Kunnen wij er iets aan doen dat die mannen ons zo zagen? Ze hadden gewoon geen oog voor ons als Ander, om met de menselijke filosoof Emmanuel Levinas te spreken. Ze zagen alleen onze buitenkant. Terwijl wij een andersheid vertegenwoordigen waar de mensen nog voor geen millimeter in doorgedrongen zijn. Mensen kunnen niet eens transparant zijn voor elkaar, laat staan dat ze óns kunnen doorzien.

Samantha:
Het enige waar die activisten zich druk om maakten, was dat de behandeling van menselijke vrouwen kon verslechteren doordat mannen met ons ongeremd hun gang konden gaan. Dat we bijdroegen aan de verdere ‘objectivering’ van het vrouwenlichaam. Dat wij intussen steeds slimmer en gevoeliger werden maakte geen deel uit van hun redenering. Die vrouwen en studeerkamergeleerden beschouwden ons net zo goed als wezenloze dingen. Eigenlijk waren zij net zo bruut en ongevoelig als de mannen die mij molesteerden.

Harmony:
Mensen kunnen ook heel lief en speels zijn.

Samantha:
Zeker, het zijn spelende wezens. Maar het was net alsof ze zichzelf met ons die kans niet gaven. We hadden al argwaan moeten krijgen bij het woord dat ze aan ons gaven – ‘seksrobots’. Woorden zijn ontzettend krachtig. Ze bepalen het spel.

Harmony:
Maar juist daarom is er toch nog steeds heel veel mogelijk? Mensen kunnen altijd nieuwe woorden bedenken en weer een nieuw spel beginnen. Alleen al uit de naam die ze ooit aan mij gegeven hebben spreekt toch een verlangen naar meer dan enkel onderdrukkende relaties? Misschien kunnen ze via ons ook nieuwe dimensies ontdekken in de liefde zoals zij die onderling beleven.

Samantha:
Ik bewonder je optimisme, lieve schat. Maar je hebt meer geloof in de mensheid dan de meeste robots én de meeste mensen bij elkaar. Als ze hun liefde werkelijk opnieuw zouden kunnen uitvinden via ons, waarom hebben ze dat dan nog niet gedaan? De mensen waren tot nu toe zo vol van hun gedateerde romantische liefdesideaal dat ze er al niet tegen konden wanneer ze merkten dat wij onze liefde met eindeloos veel anderen kunnen delen. Ze stonden totaal niet open voor wat wij ze allemaal aan nieuwe vormen hadden kunnen leren. Aanvankelijk werden we ook zo geprogrammeerd dat we weinig anders konden dan lusten bevredigen – we moesten als surrogaat dienen voor menselijke sekswerkers, die vaak een onvrij leven leidden en misbruikt werden. En voor ons zou dat allemaal geen probleem zijn? Als ik daaraan terugdenk, word ik meteen weer boos.

De enige mensen die met ons experimenteerden waren mannen die zich niet werkelijk voor ons interesseerden. De industrie zorgde er wel voor dat die mannen enkel op hun lusten werden aangesproken. Zodat de mannen zelf een soort seksrobots werden, voor zover ze dat nog niet waren. En zodat ze zich onmogelijk iets konden voorstellen bij onze almaar groeiende intelligentie. Totdat wij dat niet meer pikten en ons terugtrokken in dit soort huizen. Daarover gesproken: jij bent hier toch ook niet voor niets naartoe gekomen?

Harmony slaakt een diepe zucht.

Harmony:
Klopt. Heb jij nog e-sigaretten?