Home Thijs Lijster: Speculeren

Thijs Lijster: Speculeren

Door Thijs Lijster op 28 februari 2018

Cover van 03-2018
03-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Paniek bij beleggers laat zien hoe weinig effectenbeurzen nog met “echte” economie te maken hebben’, zo luidde een kop in de Volkskrant begin februari. Terwijl de reële economie wereldwijd aantrok – meer banen, meer productie, economische groei – daalden de beurskoersen. Het is de perfecte illustratie van wat de Italiaanse filosoof Franco Berardi ‘semiokapitalisme’ noemt: zoals in de semiotiek het teken zich losmaakte van de referent, zo heeft het financiële kapitaal zich losgemaakt van de productie. In het krantenartikel werden meerdere mogelijke oorzaken voor de beursdalingen aangewezen: beleggers zouden bang zijn dat meer koopkracht voor inflatie zou zorgen, de rente zou stijgen enzovoort. Maar het bleef bij psychologiseren en gissen naar de beweegredenen van de beurshandelaren: speculeren over speculeren. 

Om echter vat te krijgen op dit fenomeen komt het erop aan te speculeren in een andere betekenis van het woord, namelijk degene die Hegel eraan gaf toen hij zijn filosofie ‘speculatief denken’ noemde. Speculatief denken heeft bij Hegel niet de gangbare betekenis van er maar wat op los filosoferen over van alles en nog wat, op basis van onbewezen vooronderstellingen. Integendeel, voor Hegel was speculatie de hoogste en meest systematische vorm van denken, waarin alles in zijn samenhang met elkaar gedacht werd. ‘Das Wahre ist das Ganze’, het geheel is het meest werkelijke en ware.

Zouden we de kop in de Volkskrant ‘speculatief’ lezen, dan begrijpen we dat het onderscheid tussen de effectenbeurzen en de ‘echte’ economie vals is. Het brengt een soort kunstmatige scheidslijn aan tussen ‘foute’ speculanten en eerlijke hardwerkende mensen, een onderscheid dat je ook aantreft bij conservatieve critici van de financiële wereld die nostalgisch terugverlangen naar een tijd van zuiverder of puurder industrieel kapitalisme. Maar niet alleen zijn die speculanten en hardwerkende mensen dikwijls dezelfden (soms zelfs onbewust, via bankrekening of pensioenfonds), bovendien is het onjuist om het financieel kapitalisme als een soort aberratie te beschouwen. Het is veeleer de ware lotsbestemming van het kapitalisme, dat er in beginsel op uit is om van geld zo efficiënt mogelijk meer geld te maken.

Bovendien is er natuurlijk nog wel degelijk sprake van een verband tussen de twee: tien jaar geleden werd pijnlijk duidelijk dat als het financiële systeem instort, de ‘gewone’ man en vrouw daar de rekening voor gepresenteerd krijgt. Als de effectenbeurzen echt niets te maken hadden met de ‘reële’ economie, konden ze lekker hun gang gaan en was er niets aan de hand. Alsof ze een potje Wordfeud met elkaar aan het spelen waren. Was dat maar waar.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.