Paul van Tongeren
Emeritus hoogleraar ethiek, Nijmegen
Doorgaans stellen we ‘feiten’ tegenover ‘meningen’ en denken we dat het uiteindelijk en vooral gaat om de feiten, waarover iedereen dan vervolgens zijn eigen mening kan hebben. Maar die gangbare tegenstelling is niet helemaal correct. Beter is het om te zeggen dat de kennis van feiten staat tegenover de mening die we kunnen hebben over… Ja, waarover eigenlijk? Ik denk: over de betekenis – dat wil zeggen, over wat die feiten ons te zeggen hebben. Zonder onze mening over de betekenis hebben de feiten geen enkele betekenis, hebben ze ons niets te zeggen. Het is dus correcter om te zeggen dat de feiten op zich er niet toe doen. Zolang ‘waarheid’ wordt geïdentificeerd met feitenkennis, is ook die waarheid niet van belang. Dat wordt ze pas door onze mening daarover. De vraag is of ook die mening ‘waar’ kan zijn. Maar hoe dat ook zij – wie in zijn menen niet naar waarheid zoekt, veroordeelt zichzelf tot stomme vanzelfsprekendheid.
Elize de Mul
Promovendus techniekfilosofie, Leiden
Wie rotsvast vertrouwt op wetenschappelijke feiten, verliest niet zozeer de waarheid uit het oog. Zo iemand heeft eerder last van een tunnelvisie. Een wetenschappelijk feit is het resultaat van een specifieke benadering van de werkelijkheid. Zo leert de scheikunde dat we een mengsel van 78,09 procent N2 en 20,94 procent O2 ademen, maar dat ervaren we niet als we inademen. Evenmin voelen we H2O-moleculen langs onze huid glijden – we zwemmen in water en dat voelt nat. Herakleitos, op zijn beurt, keek naar het stromende water in de rivier en stamelde dat alles stroomt. Deze verschillende ervaringen – de wetenschappelijke, alledaagse en filosofische waarneming – vormen verschillende perspectieven op dezelfde werkelijkheid. De wetenschappelijke waarneming is één manier om naar de wereld te kijken. Alléén uitgaan van wetenschappelijke feiten leidt echter tot een tunnelvisie en een vervreemding van onze leefwereld en onszelf. Het versmalt onze blik. Daarmee doen we de rijkdom van de wereld geweld aan.
Alicja Gescinska
Politiek filosofe en schrijfster
‘Bloße Tatsachenwissenschaften machen bloße Tatsachenmenschen’, schreef Husserl in zijn cultuurkritische analyse van de wetenschappen en de fenomenologie. Feiten zijn onderdeel van de werkelijkheid, maar niet de hele werkelijkheid. Feiten zijn substantieel voor de waarheid, maar niet de hele waarheid zelf. In je ontwikkeling als mens is het belangrijk om ook kennis van, en gevoeligheid voor, die dingen te ontwikkelen die voorbij de zuiver meetbare feitelijkheid gaan. Dat feiten en waarheid niet aan elkaar gelijkgesteld mogen worden, blijkt bij uitstek uit het feit dat de kunsten ons begrip van en voor de wereld vergroten. Wat het is om te lijden en door ziekte verteerd te worden, begrijp je pas ten volle wanneer je De dood van Ivan Iljitsj leest, niet wanneer je een autopsierapport doorneemt. Wat de waanzin van de Holocaust betekent, kan een roman beter weergeven dan tabellen met cijfermateriaal over wie waar en in welk jaar de dood in werd gejaagd. Als de mens enkel naakte feiten (er)kent, miskent hij een groot deel van zijn mens-zijn.
Vanwege het wetenschapsfilmfestival InScience (8-12 november), dat als thema ‘No Facts, No Future’ heeft, doet de redactie van Filosofie Magazine je dit artikel cadeau. Wil je toegang tot alle artikelen van Filosofie Magazine? Word dan lid, voor maar €4,99 per maand. >> lees meer