Home Rijk zijn, en toch niets nodig hebben

Rijk zijn, en toch niets nodig hebben

Door Maud Dahmen op 10 augustus 2009

Cover van 07-2009
07-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

Seneca hield zijn lezers voor dat ze niet moesten streven naar rijkdom en status. En dat terwijl hij zelf bepaald niet onbemiddeld was…

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Zelfs de allergrootste wijzen zakken weleens een nacht door en laten hun strikte levenswijze varen, aldus Seneca (1 v.Chr. – 65 n.Chr.). Een opvallende uitspraak voor iemand die een onthechte levensstijl voorstond waarin hij afhankelijkheid van rijkdom en macht wilde vermijden. De opmerking wordt begrijpelijker als we bedenken dat de Romeinse filosoof en staatsman, zelf bijzonder rijk en politiek actief, toch onafhankelijk wilde blijven van zijn geld en macht. Dit probleem speelt een belangrijke rol in het boek Gelukkig leven, waarin enkele van Seneca’s levenslessen zijn gebundeld. De bundel verschijnt samen met drie andere boekjes – van Montaigne, Heidegger en Sartre – in de serie Kleine Klassieken.

Seneca was een typisch stoïcijns denker. Volgens het stoïcisme, een filosofische stroming die driehonderd jaar voor Seneca’s geboorte ontstond, is het het beste voor de mens om zo min mogelijk vermogen of aanzien te hebben. Ten eerste omdat geld en macht niet gelukkig maken; ze zijn volgens de stoïcijnen niets dan ballast en leiden af van wat werkelijk belangrijk is. Ten tweede maken ze je afhankelijk: je loopt gevaar je reputatie of vermogen te verliezen en daardoor diep in de put te raken.

Om geen slaaf te worden van je begeerten en je bezit moet je het verlangen naar deze ‘oppervlakkigheden’ zo vroeg mogelijk afkappen. Alleen zo bescherm je jezelf tegen de pijn door verlies en jaag je niet de verkeerde dingen na. Geluk vind je daarentegen door jezelf te ontwikkelen, je goede eigenschappen en je intellect, maar ook door echte vriendschappen aan te gaan.

Maar wat doe je als je onafhankelijkheid van geld en goed uitdraagt, maar tegelijkertijd zelf erg rijk bent, zoals voor Seneca zelf gold? Seneca verdedigt zijn rijkdom door te stellen dat het evident is dat hij liever leeft in rijkdom. Iedereen heeft liever een zacht bed en een gedekte tafel, en laat vervelende taken het liefst door iemand anders opknappen. Maar Seneca streeft hier niet actief naar, en hecht er ook niet aan. Het wegvallen van rijkdom moet zijn als het wegvallen van het toetje na een goede, volle maaltijd. Het zou fijn zijn als je het dessert nog kon eten, maar als het er niet was zou je het eigenlijk niet missen.

Ook in een advies aan Serenus, politicus in Rome, relativeert Seneca de strikte leer die hij aanhangt. Serenus ziet zijn baan alleen nog als een zware last, maar stoppen is geen optie, omdat hij dan niets meer omhanden heeft en de zin van zijn bestaan verdwijnt. Seneca zegt dat hij, om toch meer rust te vinden, het best een grens kan stellen aan de groei van zijn vermogen en tijdrovende verplichtingen. Maar, adviseert hij Serenus dan, stel haalbare doelen, probeer niet meteen te veel los te laten. Want soms brengt ook het aanhangen van een strikte theorie, zelfs een waar je geluk en berusting in vindt, stress met zich mee. Er is daarom niets tegen enige rijkdom, een goede maaltijd of een nacht van dronkenschap.

De eerste vier boeken uit de Kleine Klassieken-serie zijn: De oorsprong van het kunstwerk, door Martin Heidegger; Gelukkig leven, door Seneca; Magie en emotie, door Jean-Paul Sartre; en Over de vriendschap, door Michel de Montaigne.