Home Leiderschap René ten Bos: ‘Ethiek is geen handigheidje’
Leiderschap Werk

René ten Bos: ‘Ethiek is geen handigheidje’

Met ethische codes maak je geen eind aan sjoemelende managers, zegt filosoof en organisatiekundige René ten Bos.

Door Annette van der Elst op 02 juli 2013

René ten Bos filosoof bedrijfsethiek ethiek beeld Kick Smeets

Met ethische codes maak je geen eind aan sjoemelende managers, zegt filosoof en organisatiekundige René ten Bos.

07/08-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Wat te doen om weinig integere bestuurders te voorkomen? ‘In het bedrijfsleven zie je als reactie op sjoemelende managers snel de roep om een ethische code’, zegt René ten Bos, hoogleraar filosofie en organisatiekunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Die moet in het vervolg het morele gehalte van een organisatie en haar medewerkers waarborgen. Maar zo’n code leidt niet vanzelfsprekend tot een morele keuze.’  

‘Ten onrechte denken veel bedrijfsethici dat ze de manager kunnen ondersteunen bij het maken van de juiste morele keuzes door een toolkit samen te stellen’, betoogt Ten Bos in Bedrijfsethiek. Filosofische perspectieven. Hij schreef dit recent uitgekomen boek samen met Mollie Painter-Morland, docent bedrijfsethiek aan de DePaul University Chicago. Dit soort gereedschapskisten bestaan uit stappenplannen: eerst feiten verzamelen, dan dilemma’s beschrijven, vervolgens mogelijke oplossingen ter discussie stellen en analyseren, en tot slot een gefundeerde keuze maken.

Zo’n toolkit komt misschien betrouwbaar en duidelijk over, maar dat is maar schijn volgens Ten Bos. ‘Procedures en regels staan managers juist in de weg om echt ethisch zelfonderzoek te doen.’

Bedrijfsethici zouden iets anders moeten doen?
‘Laat ik het zo zeggen: bedrijfsethici die louter met gedragscodes en regels bezig zijn, zijn niet mijn vrienden. Men doet alsof moraliteit een kwestie is van de juiste procedure volgen. Maar ethiek is niet een handigheidje. Door op procedures en regels te focussen mis je het gevoel voor de specifieke context waarin een beslissing moet worden genomen. Want een morele beslissing is een antwoord op een specifieke gebeurtenis. De ander manifesteert zich, zoals Emmanuel Levinas zegt, en de vraag is hoe jij antwoordt op zijn aanwezigheid. En dan blijkt dat dit soort situaties in morele zin vaak onbeslisbaar is. Dat we te maken hebben met wat we in de filosofie een aporie noemen, een probleem waarbij er even goede argumenten zijn om iets wel als om iets niet te doen.’

Elke week aan het denken worden gezet met de mooiste interviews uit Filosofie Magazine? Schrijf u in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

De klokkenluider is volgens u de belichaming van zo’n aporie…
‘Bedrijfsethici houden zich graag bezig met de positie van de klokkenluider. Ze vinden dan dat er regels moeten komen om zijn positie te beschermen, want de klokkenluider stelt, zeggen ze, misstanden binnen een bedrijf aan de kaak. Maar ze gaan voorbij aan het aporetische karakter van de klokkenluider. Deze bevindt zich namelijk tussen goed en kwaad in. Niet alleen omdat hij het morele gebod van loyaliteit schendt en daarmee moreel ambivalent is, maar vooral omdat bij klokkenluiden nooit eenduidig vast te stellen is wat goed is. De klokkenluider volgt geen regels, en daarmee verlaat hij de comfort zone, zoals de Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman stelt. En dat is volgens hem juist kenmerkend voor een morele handeling. Als iemand slechts de regels volgt of doet wat iedereen doet, ontbreekt het persoonlijke antwoord op een bepaalde gebeurtenis. Men neemt dan geen verantwoordelijkheid. De klokkenluider heeft een morele impuls, waarmee hij zijn eigenbelang overstijgt, maar weet niet of hij goed of slecht handelt.’

Leidt die onzekerheid niet tot besluiteloosheid?
‘Het is niet de bedoeling dat we verlamd raken. Maar wel dat je blijft nadenken over de beslissingen die je neemt en hebt genomen. Bedrijfsethici brengen vaak wel het dilemma in kaart, maar daar blijft het bij. Ze denken niet verder door. Ze houden er geen rekening mee dat moraliteit een blijvende onrust met zich meebrengt. Morele besluitvorming is namelijk geen kwestie van alle voor- en nadelen op een rijtje zetten en dan de knoop doorhakken. Het gaat er ook om wat er met de beslisser gebeurt nadat die knoop is doorgehakt. Als er niets blijft doorzeuren, dan verdwijnt de moraliteit. Alle morele beslissingen worden achtervolgd door onzekerheid en onvolledigheid. De Franse filosoof Jacques Derrida zegt dat morele beslissingen blijven knagen. Het knagende geweten voel je in je buik. Moraliteit heeft daarom altijd ook iets met het lichaam van doen. Aan veel managers die excuses maken – over de financiële puinhoop die ze hebben veroorzaak bijvoorbeeld – zie ik dat niet.’

We zouden betere leiders moeten hebben? In onze tijd is de roep om visionaire, charismatische leiders groot. In het bedrijfsleven, de politiek…
‘Leiderschap wordt in de bedrijfskunde mooier gemaakt dan het is. Waarom? Leiderschap valt niet te begrijpen zonder verafgoding. Verafgoding is iets wat door de volgers gedaan wordt, en zegt weinig over de leiders zelf. Daarbij wordt vaak over charisma gesproken, alsof dat een eigenschap is die je kunt aanleren, zoals populaire handboeken voor managers beweren. Maar charisma ontstaat in de interactie.

De Sloveense filosoof Slavoj Zizek noemt dit charisma het sublieme lichaam van de leider, die allerlei eigenschappen krijgt toegedicht die hij niet heeft. Rondom leiders is er daarom een voortdurende strijd tegen de zichtbaarheid van de reële persoon, die achter een sluier verborgen moet blijven – met hulp van persvoorlichters en allerlei mensen om de leider heen. Onder wie ook bedrijfsethici, die dan ingezet worden voor de pr, de propaganda.

Maar moeten we altijd een knieval maken voor leiders? Over mensen die roepen om sterk leiderschap maak ik me weinig illusies. Want hoe sterker de leider, hoe zwakker de volger. Volgers zouden zich sterker moeten opstellen; dat betekent ook dat ze meer risico moeten nemen, hun nek moeten uitsteken.’

Levinas, Derrida, Bauman, Zizek… U verlaat zich op andere filosofen dan de gebruikelijke Angelsaksische in de bedrijfsethiek?
‘Ik kom net terug van Curaçao [Ten Bos doceert daar aan de Business School Nederland, AvdE] en ben op weg naar een symposium over bedrijfsethiek in Istanbul. Je ziet steeds dat de Angelsaksische benadering en literatuur overheersen. Ik hoop dat de zogenoemde continentale filosofen – met hun kritiek op de door regels aangestuurde morele besluitvorming – de discussies binnen de bedrijfskunde en -ethiek kunnen verrijken, in een andere richting kunnen sturen. De belangrijkste filosofische vaardigheid is toch het vermogen om anders te leren kijken. Je hoeft niet altijd te organiseren zoals dat nu gebeurt. Dat inzicht alleen al lijkt me belangrijk.’

Bedrijfsethiek

Bedrijfsethiek. Filosofische perspectieven
René ten Bos & Mollie Painter-Morland
Boom
240 blz.
€ 32,50