Bron feit
Schmeets, H. en M. Houben, ‘Religieuze betrokkenheid in Nederland.’ Centraal Bureau voor de Statistiek, online gepubliceerd op 7 april 2023.
Socioloog Mark van Ostaijen: ‘Het leeglopen van de kerken noemen we vaak secularisering, maar dat klopt eigenlijk niet. Ontkerkelijking komt neer op “het tellen van billen in de kerkbanken”, zoals iemand in NRC schreef. Secularisering betekent vermaatschappelijking: we zijn steeds meer gericht op een leven hier en nu in plaats van op een leven dat boven deze wereld uitstijgt. Dat laatste wil niet zeggen dat we ook minder zijn gaan geloven. Het is niet de behoefte aan zin- en betekenisgeving die verdwijnt, maar de neiging om die zingeving bij een god te zoeken.
Een belangrijke denker die religie uit de kerkelijke context heeft gehaald is de Franse socioloog Émile Durkheim. Je zou zeggen dat het belangrijkste aan religie is om de goden gunstig te stemmen of een plekje in het hiernamaals te bemachtigen. Durkheim draait het perspectief om. Volgens hem gaat religie niet om de god die vereerd wordt, maar om de mensen die dat samen doen. Religie is een sacralisering van waarden: ze verbindt mensen met elkaar door middel van een gedeeld systeem van normen en waarden. Als je het zo bekijkt is religie helemaal niet voorbehouden aan kerken. Ook seculiere geloofsovertuigingen kunnen deze functie vervullen.’
Voetbaltempel
‘De mens is ongeneeslijk religieus, zeggen antropologen vaak. We willen in iets geloven. Alleen hoe en waarin men gelooft verandert met de tijd. Nu de kerken niet meer de dienst uitmaken op het gebied van zingeving, borrelt betekenisgeving op andere plekken op. Een van de nieuwe vormen van religie is sport. Sport combineert meritocratie – het idee dat inzet bepaalt hoeveel succes je hebt – met vergaande vormen van gezamenlijke geloofsbeleving.
De overeenkomsten tussen sportrituelen en kerkelijke rituelen zijn opmerkelijk. Mensen komen naar hun “voetbaltempel” om samen te zingen, te lijden en vreugde te beleven. Supporters van een club ontwikkelen een gezamenlijk geloof en een gezamenlijke identiteit. Supporterschap wordt overgedragen van vader op zoon en van moeder op dochter. En ook de sleutelmomenten van het leven verplaatsen zich naar het stadion. Je kunt trouwen op de middenstip van PSV en bijgezet worden in een Feyenoord-kist. Bij sommige clubs in Engeland kun je zelfs in de buurt van het stadion begraven worden.
Nu is voetbal een teamsport, maar ook individuele sporten blijken geschikt voor gedeelde zingeving. Rondom marathons hangt een collectieve extase en in het wielrennen bestaan allerlei evenementen die neerkomen op een gezamenlijke lijdensweg. Denk aan de actie Alpe d’HuZes van de KWF Kankerbestrijding, waarbij mensen de Franse berg Alpe d’Huez op fietsen om geld in te zamelen voor onderzoek naar kanker.
Men vindt in sport gemeenschappelijke betekenisgeving, wederzijdse solidariteit en zelfgekozen lijden – waarden die voorheen het exclusieve domein van de kerk waren.’