Home Rekbare eindigheid

Rekbare eindigheid

Door Andrea Reuvers op 23 september 2020

Rekbare eindigheid

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Op 5 augustus 2020 overleed de techniekfilosoof Stiegler (1952). Filosofie Magazine vroeg filosoof Ivana Ivkovic zijn nalatenschap te duiden. ‘Stiegler laat zien dat onze eindigheid door techniek rekbaar is geworden.’

Filosoof Ivana Ivkovic, eigenaar van NoWishfulThinking, een bureau dat filosofie wil overbrengen op een breed publiek, interviewde Bernard Stiegler een paar jaar geleden voor Filosofie Magazine. Volgens haar is er geen twijfel over mogelijk dat deze Franse techniekfilosoof tot aan zijn dood een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het filosofische debat, in het bijzonder aan de Franse moderne filosofie. ‘Stiegler slaat een brug tussen verschillende denktradities. Het verbinden van deze tradities opent een rijkere kijk op de mens en zijn relatie tot technologie. Techniek structureert de manier waarop we naar de werkelijkheid kijken, en hoe we die vastleggen. Dit heeft invloed op hoe we onszelf zien.’

Door de eeuwen heen is de mens zodanig met de techniek vergroeid geraakt dat we ons niet meer bewust zijn van de onderlinge afhankelijkheid tussen mens en techniek. ‘Voor Stiegler gaat techniek heel ver terug,’ legt Ivkovic uit. ‘Zelfs schrift is technologie, want het is een manier om extern geheugen aan te leggen.’ Proberen we te bedenken welke technische stappen er gezet moeten worden om bijvoorbeeld een potlood te maken, dan wordt duidelijk dat een leven zonder technologische uitvindingen ondenkbaar is.

Deze afhankelijkheid werkt twee kanten op; de techniek heeft ons evengoed nodig als wij haar om te kunnen bestaan. ‘Met de techniek ontstaan nieuwe maatschappelijke vormen, en nieuwe mensvormen. Maar dat maakt techniek niet iets dat voorbij de mens reikt,’ legt Ivkovic uit. ‘Techniek is voor Stiegler eerder als een soort prothese. Vanwege de onderlinge afhankelijkheid, moeten we ons in de techniek verdiepen, haar proberen te begrijpen en haar gevaren blootleggen.

Technieken kunnen volgens Stiegler onze geest verrijken.

Het Griekse woord pharmakon, dat tegelijkertijd ‘gif’ en ‘medicijn’ betekent, illustreert het dubbele karakter van de techniek. Enerzijds kan technologie onze geest verrijken en welvaart en ontwikkeling bieden, anderzijds kan zij juist tot een verarming van de geest leiden. Zo zijn sociale interacties die ontstaan op platforms als Facebook volgens Stiegler ‘slechts een soort chemische signalen,’ legt Ivkovic uit, ‘zoals in een mierennest.’ Er wordt niet écht nagedacht. Stiegler heeft zich daarom – onder andere als hoofd van een onderzoekscentrum – ingezet voor ‘technieken die juist onze geest verrijken’. Schrift is bijvoorbeeld zo’n techniek. In de oudheid was men bang dat het geheugen achteruit zou gaan toen het schrift het overnam van de mondelinge verhaaltraditie, terwijl het uiteindelijk juist leidde tot een bloei van de cultuur en kennis.

Eerder dan praktische adviezen om met techniek om te gaan, biedt Stiegler een nieuwe manier van kijken naar het menselijke zijn. Veel denkers zijn op zoek naar het ‘wezen van de mens’, maar hen ontglipt een exacte definitie en de belangrijke rol van techniek daarin. ‘Nieuwe vormen van techniek structureren ons menselijke zijn steeds opnieuw. Daardoor ontsnapt de betekenis van ons bestaan telkens. Tegelijkertijd creëert de veranderlijkheid van de techniek ook nieuwe mogelijkheden om ons bestaan vorm te geven. Wij zijn aan de ene kant eindige wezens, maar door techniek – het schrijven van boeken, het bouwen van huizen en het maken van dingen die na onze dood blijven bestaan – is onze eindigheid meer rekbaar geworden. Of je nu een techniekpessimist of -enthousiasteling bent, Stieglers filosofie ‘laat zien dat techniek ons in staat stelt om tijdoverstijgend te handelen.’