Home Rebekka de Wit: ‘Onafhankelijkheid is een illusie’

Rebekka de Wit: ‘Onafhankelijkheid is een illusie’

Door Alexandra van Ditmars op 26 maart 2019

Rebekka de Wit: ‘Onafhankelijkheid is een illusie’
Cover van 04-2019
04-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Rebekka de Wit (1985) is theatermaker en schrijver. In haar boek Afhankelijkheidsverklaring probeert ze ons met onze afhankelijkheid te verzoenen, in een tijd waarin onafhankelijkheid zo hoog in het vaandel staat.

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Martin Dijkstra

Wat kan ik weten?

‘Als mensen iets proberen te begrijpen, verandert dat al snel in dénken dat ze iets begrijpen. Terwijl dat toch echt twee verschillende dingen zijn. Vervolgens maken de mensen die denken de waarheid in pacht te hebben mensen die er anders tegen aankijken soms uit voor naïef. Behalve dat ik denk dat er een verschil zit tussen naïviteit en onwetendheid, denk ik ook dat je goed moet uitkijken zodra je anderen naïef noemt. Dat is een greep naar de macht. Als je iemand naïef noemt, zeg je daarmee dat jij de wereld beter kent dan de ander. Dat jij misschien zelfs wel meer de wereld bént. Je houdt de ander daarmee buiten de wereld. Iemand naïef noemen is daarom gevaarlijker dan naïviteit zelf. Het is een vorm van onrecht. Ik vind het wonderlijk dat sommigen denken te kunnen bepalen wie de wereld wel begrijpt en wie niet, waarbij die persoon dus veronderstelt dat hij of zij daar overzicht over heeft.Ik had laatst zoiets bij de hand toen ik iemand vertelde wat een gedoe het was om van bank te wisselen en we het kregen over het fenomeen “goede bank”. Mijn gesprekspartner zei dat het naïef is om te denken dat geld op een goede manier verkregen kan worden. Nu heb ik geschiedenis gestudeerd en een vak gevolgd over hoe het mondiale geldsysteem tot stand is gekomen, maar het maakte al niet meer uit wat ik zei. Ik was al buitenspel gezet.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wat moet ik doen?

‘Inzien dat onafhankelijkheid niet het grootste goed is. We leven in een tijd waarin afhankelijkheid wordt gezien als falen. Toen ik bij een vriendin die net een baby had gekregen op bezoek ging, zei ze dat ze zo afhankelijk was geworden. Ik zei dat die afhankelijkheid wel weer zou overgaan, en probeerde voorbeelden van helden op het gebied van afhankelijkheid te bedenken die haar zouden kunnen troosten. Maar ik kon niets bedenken. In onze reclames, series en films zijn degenen met wie je je zou willen identificeren altijd onafhankelijk. Vanaf onze jeugd al: Pippi Langkous is onafhankelijker dan ieder ander kind. En natuurlijk ook heel eenzaam, maar dat wordt dan weer niet in beeld gebracht. Toen dacht ik: waarom is het eigenlijk erg om afhankelijk te zijn van een baby, en omgekeerd? Hoe kan het dat we structuren hebben georganiseerd waarin we afhankelijker zijn van elkaar dan ooit, en dat dat totaal geen deel uitmaakt van onze wereld – en zelfbeeld? Want dat is de andere kant van het verhaal: onze onafhankelijkheid is een illusie.Dat zie je bijvoorbeeld duidelijk terug in de doe-het-zelfzaak. Als we besluiten “helemaal zelf” een kippenhok te bouwen, doen we om precies te zijn niets helemaal zelf. Alleen al de scharnieren die je daarvoor nodig hebt zijn al jaren geleden uitgevonden, verfijnd door talloze mensen, gemaakt met erts uit Zuid-Amerika, vervoerd in boten die men ook pas na duizenden jaren echt varend kreeg, om na een heel lange weg ervoor te zorgen dat jij er, heel onafhankelijk, iets mee kunt gaan doen.

Bij een kippenhok is die illusie nog relatief onschuldig. Maar dezelfde gedachte zorgt er ook voor dat Trump kon bepalen dat Amerika, als onafhankelijk land, uit het klimaatakkoord stapt. Over the American way of life valt niet te onderhandelen, maar over het idee dat we samen op een planeet zitten en daar samen iets mee moeten wel.’
 

Wat mag ik hopen?

‘Ik hoop dat mensen over vijftien jaar niet meer zeggen: “Dat is dan jouw waarheid.” Op het moment dat je iemands ervaring van de wereld devalueert als iets particuliers, suggereer je dat de werkelijkheid van die persoon niets te maken heeft met die van jou. Zo creëer je moedeloosheid en solipsisme.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Martin Dijkstra

 

Wat is de mens?

‘Elke tijd heeft zijn ideale mens. In die zin is er elke periode een “ik” dat wij delen, dat we samen nastreven. Maar dat is iets anders dan wie of wat wij werkelijk zijn. Ik heb lange tijd gedacht, en misschien ook gehoopt, dat er diep in ons al een identiteit aanwezig is – een soort kompas, een stem. Toen zag ik een filmpje waarin filosoof Michael Puett vertelt dat mensen in het oude China dachten dat we big bunches of messy stuff waren, waarbij geen sprake was van het bestaan van dat diepe ik. Puett zegt dat wij ontstaan door onze relaties met anderen. Zijn visie heeft mijn ervaring van mezelf herschikt. Relationaliteit is bepalender voor wie wij zijn dan onze rationaliteit. Ik stel me voor dat we allemaal een soort Barbapapa’s zijn en dat de ruimte tussen al die Barbapapa’s de essentie is. Dat wij elkaar veroorzaken, dat is dan de mens.’