Home ‘Raak me niet aan’

‘Raak me niet aan’

Door Annette van der Elst en Florentijn van Rootselaar op 05 december 2005

10-2005 Filosofie magazine Lees het magazine

'Het boek was in me binnengetreden, als een transplantatie, een indringer.' Claire Denis 'verfilmde' twee boeken van de Franse filosoof Jean-Luc Nancy.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Ik was zijn indringer: ik had iets intiems van hem genomen. Een soort diefstal.’ De Franse filmmaakster Claire Denis spreekt over de Franse filosoof Jean-Luc Nancy, die haar met zijn boek L’intrus (De indringer) inspireerde tot het maken van de gelijknamige film uit 2005.

Nancy doet in zijn veertig pagina’s tellende boekje verslag van de verwarrende ervaring van een harttransplantatie – hij krijgt het hart, van een dode – om zelf te kunnen overleven. Hij vertelt ook over de onmogelijkheid om het nieuwe hart als het zijne te beschouwen: het hart is een indringer, en blijft dat. Letterlijk ook, want het lichaam gaat het ‘nieuwe’ hart te lijf, en medicijnen om het immuunsysteem te onderdrukken zijn noodzakelijk.

‘De titel van het boek sprak me erg aan – het geweld van de titel – en ik heb het in een uur uitgelezen’, zegt Denis, die even in Nederland is vanwege het retrospectief dat enkele filmtheaters in Nederland aan haar werk wijden. Ze spreekt met een zachte, enigszins hese stem. Veel zinnen laat ze voorafgaan door ‘ik denk’ of ‘ik geloof’, alsof ze tastend haar eigen film interpreteert.

‘Het boek was in mij binnengetreden, als een transplantatie, een indringer. Het boek was van mij geworden. Ik heb er met Jean-Luc over gesproken, maar hij begreep aanvankelijk niet waarom ik zijn verhaal wilde verfilmen.’ ‘Claire Denis heeft mijn boek niet geadapteerd, maar geadopteerd’, reageert Nancy in een tekst die hij over de film schreef.

Nieuw hart
Het is niet het levensverhaal van Nancy zelf dat ze met deze film wil vertellen. Het gaat haar om de metafysische lading, waarbij het nieuwe hart staat voor een nieuw leven. Denis: ‘Aan de basis ligt een enorme fascinatie voor dit in mijn ogen typisch mannelijke avontuur. Het fascineert me, maar ontsnapt me tegelijkertijd. Mijn film Beau Travail (1999) – over een huursoldaat – verbeeldt ook een typisch mannelijk universum. Mensen zeiden: “Hoe kan ze daar een film over maken?” Maar dat was niet zo moeilijk, omdat ik het van buitenaf filmde. In l’intrus probeer ik de innerlijke dimensie van mannelijkheid te vatten, dat is veel moeilijker.’

‘Ik vroeg me af waarom ik het verhaal van Nancy zo typisch mannelijk vond: dokters zeggen dat vrouwen minder vaak hart- en vaatziekten hebben, maar dat is niet de reden. Uiteindelijk is het zo mannelijk vanwege het geloof dat we een volkomen nieuw leven kunnen beginnen. Vrouwen hebben deze opvatting minder, ze zijn meer door de tijd bepaald, leven meer met een notie van tijd, alleen al door de hormonale invloeden. Een vrouw van zeventig kan geen kinderen meer baren, een man van deze leeftijd kan nog wel kinderen verwekken. Hij kan een nieuw gezin stichten. Daar komt nog eens bij dat vrouwen vanaf hun kindertijd culturele signalen hebben gekregen, die verhinderen dat ze er in geloven.’
 
Hoofdpersoon in l’ intrus is Louis Trebor, een rijke oudere man die niet alleen op zoek is naar een jong hart, maar ook naar een fictieve zoon die hij verwekt zou hebben bij een vrouw op Tahiti. Om hem te zoeken verlaat hij zijn echte zoon, zijn honden, zijn minnares en zijn hut in de bossen in de Franse Jura en vertrekt naar Tahiti. Hij stelt zich zijn (fictieve) zoon voor als de zeeman die hij zelf ooit was, en koopt voor hem in Korea alvast een schip. En passant – hoe en waar wordt niet duidelijk – laat hij ook zijn hart vervangen.
Het loopt, zacht uitgedrukt, niet zoals hij zou wensen. ‘Dit is de tweede dood’, zegt een priester in de film. Denis: ‘Emotioneel zijn we niet gemaakt om een tweede leven te hebben. En dat heeft niets te maken met het leven van Jean-Luc en zijn boek, dat niet pessimistisch is. Maar voor mij is helemaal opnieuw beginnen een droom die onmogelijk waar kan worden.’

Sterfelijkheid
‘Je kunt niet opnieuw beginnen, je bent sterfelijk’, zegt een vrouw in de film tegen Trebor. Denis verwijst naar een ander boek van Nancy dat haar heeft geïnspireerd: Noli me tangere. ‘Noli me tangere’ (Raak me niet aan), zegt Christus tegen Maria Magdelena wanneer ze hem als eerste na zijn verrijzenis ziet. Wat je moet liefhebben en moet weten, kun je niet bezitten en vasthouden.

Wat het verhaal van Jezus ons duidelijk maakt, volgens Nancy, is niet de apotheose, de triomf van de zoon in de overwinning van de dood, maar de ‘kenosis’. Kenosis betekent dat God zich ledigt en zijn goddelijkheid aflegt om mens te worden, een gedachte die is ontleend aan de brieven van Paulus. ‘Hij die bestond in de gestalte van God heeft er zich niet aan willen vastklampen gelijk aan God te zijn. Hij heeft zichzelf ontledigd en de gestalte van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden.’ Deze ‘dood’ van God wordt onmiddellijk voortgezet met de dood van de mens waarin God is binnengetreden (de dood van Jezus).

Dit is, zegt Nancy, de opstanding van de waarheid van het eindige leven: een cruciale scène uit de Bijbel heeft niet als inzet de onsterfelijkheid van de ziel, maar juist de sterfelijkheid van de mens. Deze bijzondere lezing van de Bijbel sluit aan bij het grotere filosofische project van Nancy om aan te tonen hoezeer de christelijke religie is verweven met de gedachte van een leven zonder hiernamaals, met het idee van eindigheid en daarmee uiteindelijk met het atheïsme en de moderniteit. De moderniteit staat niet tegenover de religie, de moderniteit heeft de religie niet achter zich gelaten, maar wordt erdoor mogelijk gemaakt.

Niet alleen is sterfelijkheid de condition humaine, maar ook dringt de dood het leven binnen. De dood is een indringer in het leven. Het is een gedachte die Trebor niet accepteert. Hij wil dat er niets of niemand in hem binnendringt, de dood niet en ook de naaste (zijn echte zoon) niet. Daarmee is Trebor een man die zich niets aantrekt van ethische wetten of van de vraag van een ander. Elke verplichting (intrusie), elke relatie zelfs (ook een intrusie) koopt hij letterlijk af.

Denis: ‘Ik veroordeel hem niet; hij heeft geen enkel doel, misschien is hij egoïst of zo, maar wat me raakt, is dat hij niets heeft. Hij wil leven. Dat is alles, hij heeft een primitieve levenskracht. En op een bepaalde manier houd ik daar van. Misschien is hij een klootzak, maar hij rekent op niemand en dat maakt hem ook aandoenlijk.’
 
In de tekst wordt verwezen naar de volgende teksten van Nancy: L’intrus selon Claire Denis. Die tekst staat integraal op internet (www.remue.net/article.php3?id_article=679), L’intrus is vertaald als De indringer (uitg. Boom), Noli me Tangere (uitg. Bayard). ‘Heilig heiligdom’ door Laurens ten Kate in Humanisme en religie (uitg. Eburon) biedt een heldere inleiding in de ’deconstructie van het christendom’ door Nancy.