In de krant lees ik dat het wetenschappers is gelukt om hersencellen en organen van een dood varken weer te laten functioneren. Er wordt weliswaar gewaarschuwd dat de organen niet alles doen wat die in het levende lichaam konden, maar toch: het begin is er.
Het begin van iets wat minstens sinds het begin van de moderniteit gezocht wordt: niet alleen levensverlenging, maar zelfs de overwinning van de dood. Na je dood opnieuw beginnen – met een nieuw motortje misschien, en wat nieuw bloed, maar veel van het oude lichaam kan opnieuw gebruikt worden. We moeten alleen nog iets bedenken om ervoor te zorgen dat er genoeg plek, voedsel en energie is voor al die lichamen die niet uitstappen, maar nog een rondje meegaan. Toch gaat het me nu niet daarom, noch om het nut van de ontdekking voor de beschikbaarheid van transplantatieorganen.
Toen ik het artikel las merkte ik een dubbele reactie bij mezelf, ongetwijfeld mede vanwege mijn leeftijd. Die maakt dat ik tegenwoordig wat vaker denk aan de dood, die immers – niet langzaam maar wel zeker – dichterbij komt. Enerzijds merkte ik dat ik geen enkele belangstelling voelde om zelf ooit gebruik te maken van wat in dat artikel voorlopig nog slechts een ‘theoretische mogelijkheid’ wordt genoemd: een reset te krijgen.
Anderzijds realiseerde ik me dat ik heel nieuwsgierig ben naar de tijd waarin die mogelijkheid werkelijkheid wordt. Ik wil kunnen kijken naar de mogelijkheden en moeilijkheden die zoiets oplevert en zien wat de uitwerking ervan is op de manier waarop we over het leven denken en met ons leven omgaan. Ik wil het meemaken, zonder aan de praktijk te hoeven deelnemen.
Is dat gebrek aan engagement? Of is het de afstand die de filosoof onvermijdelijk neemt van het leven waarover hij nadenkt en die maakt dat hij steeds min of meer een buitenstaander blijft? Is het een vorm van zelfbescherming tegen de last van die positie?
Een bevriende psychotherapeut zei me eens dat sommige mensen door geen enkele therapie van hun probleem afgeholpen kunnen worden. De enig mogelijke hulp bestaat erin hun inzicht te geven in dat leven dat hun zoveel moeilijkheden bezorgt. Het genot van de kennis kan soms zo sterk zijn dat het de pijn van de werkelijkheid overstemt.