Home Opinie: universiteiten mogen morele standpunten innemen

Opinie: universiteiten mogen morele standpunten innemen

Door Simon Gusman op 15 december 2021

Opinie: universiteiten mogen morele standpunten innemen

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Mogen universiteiten idealen als duurzaamheid en inclusiviteit uitdragen? Of moeten ze zich enkel bezighouden met wetenschappelijke kennis vergaren? Volgens filosoof Simon Gusman sluiten kennis en morele idealen elkaar niet uit, maar wakkeren ze elkaar juist aan.

De Radboud Universiteit in Nijmegen deed onlangs veel stof opwaaien omdat ze haar duurzaamheidsidealen niet onder stoelen of banken steekt. Het instituut lanceerde een zogenoemde Impact Day om studenten te laten nadenken over het consumptiegedrag van zichzelf en anderen. Daarnaast wordt duurzaamheid een verplicht vak.

Volgens critici brengt zo’n morele stellingname het onafhankelijke imago van de universiteit als instelling die zich bezighoudt met objectieve kennis in gevaar. Die discussie is niet nieuw. In 2020 oogstte de Technische Universiteit Eindhoven kritiek door wetenschappelijke vacatures tijdelijk alleen voor vrouwen te openen. En al langer klinkt het verwijt dat veel Nederlandse universiteiten impliciet of expliciet linkse idealen koesteren. Sluiten objectieve kennis en morele verantwoordelijkheid elkaar inderdaad uit?

De wetenschap als eiland

Om die vraag te kunnen beantwoorden is het eerst van belang te weten wat kennis eigenlijk is. Volgens de postmoderne opvatting bestaat er helemaal niet zoiets als objectieve kennis: alle kennis is beïnvloed door sociaal-politieke motieven. Wat overblijft is het idee dat iedereen zelf mag bepalen wat waar of onwaar is, en dat wie het hardst schreeuwt uiteindelijk gelijk krijgt.

Zo’n waarheidsopvatting is gevaarlijk. In de eerste plaats omdat het dan onmogelijk wordt om goede ideeën te onderscheiden van slechte ideeën. Daarnaast wordt het zeer lastig om nog wijs te worden uit de vele stemmen die claimen de waarheid in pacht te hebben, een ontwikkeling waar complotdenkers en extremisten gretig gebruik van maken.

Het tegenovergestelde, een te strak onderscheid tussen objectieve waarheid en meningen, is echter net zo gevaarlijk. We doen dan alsof de wetenschap een soort eiland is, gescheiden van andere eilandjes, zoals het maatschappelijk debat of de kunst. Filosoof Jean-François Lyotard, zelf overigens ook een postmodern denker, wijst op de gevaren die ontstaan als verschillende domeinen niet met elkaar communiceren. Wetenschap probeert de wereld namelijk niet alleen te begrijpen, maar brengt ook dingen voort die een rol spelen in andere domeinen. Denk aan zonnepanelen, vaccins en atoombommen. Daar komt verantwoordelijkheid bij kijken. De wereld begrijpen gaat hand in hand met je ertoe verhouden.

Idealistische universiteiten

Dat geldt ook voor duurzaamheid. Kennis over klimaatverandering is er, maar dat betekent niet dat beleidsmakers handelen in overeenstemming met die kennis. Bovendien wordt de kennis ondergesneeuwd door bovengenoemde schreeuwers. Precies hier kan een universiteit een rol spelen: ze moet niet alleen studenten kennis laten vergaren, maar ze ook leren kritisch met kennis om te gaan. Het is altijd de vraag wie er toegang heeft tot kennis en wat we ermee doen. Dat de universiteit een wetenschappelijke functie heeft, sluit een sociaal-maatschappelijke  verantwoordelijkheid niet uit. Sterker nog: het is een direct gevolg daarvan – with great knowledge comes great responsibility.

Bovendien liggen morele idealen dikwijls aan de basis van een universiteit. Zo is de Radboud Universiteit opgericht vanuit de katholieke emancipatiebeweging. Daarbij speelde de vraag ‘wie heeft er toegang tot objectieve kennis?’ een grote rol. Hoewel de universiteit inmiddels geen katholiek stempel meer heeft, heeft ze haar emancipatoire doelstellingen behouden.

Een ander voorbeeld is de Wageningen Universiteit, die opgericht is na de Tweede Wereldoorlog vanuit het idee: ‘nooit meer honger’. Dat is een morele doelstelling, waar objectieve kennisvergaring slechts een middel toe is. Het is ook niet verbazingwekkend dat ook deze universiteit duurzaamheidsidealen uitdraagt.

Verantwoordelijkheid

Kortom, een universiteit heeft behalve het vergaren van ‘pure kennis’ ook de functie om intellectuelen voort te brengen die als bemiddelaar optreden tussen de wetenschap en het publieke debat. Willen wetenschappers serieus genomen worden in het publieke debat, dan moeten ze deze verantwoordelijkheid niet uit de weg te gaan.

Dat betekent ook dat het aan intellectuelen is om kritisch te zijn over hoe een universiteit haar idealen uitdraagt. Zo kun je je bijvoorbeeld afvragen of een Impact Day voor studenten wel zo zinvol is. Ligt de verantwoordelijkheid voor klimaatverandering niet bij overheden en bedrijven? Dat is echter een punt van kritiek op de inhoud van de morele standpunten van de universiteit. Dat doet verder geen afbreuk aan het punt waar het hier om gaat: kennis en morele idealen sluiten elkaar niet uit, maar wakkeren elkaar juist aan.

Simon Gusman is docent filosofie aan de Radboud Universiteit, Nijmegen.