Home Ongeregeldheden

Ongeregeldheden

Door Bas Belleman op 23 november 2012

01-2007 Filosofie Magazine Lees het magazine

Toen Saddam Hoessein aan de galg bungelde, waren er ongeregeldheden in de straten van Bagdad. Volgens de verslaggevers bleef het onduidelijk of die ongeregeldheden iets met de ophanging te maken hadden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Mooi eufemisme. In andere steden zie je misschien geregeldheden op straat, maar in Bagdad niet: daar vieren ongeregeldheden hoogtij. Er zou eens een goede organisator naar Bagdad moeten afreizen. Een manager.
De eufemismen van de oorlog zijn meestal geleend uit de schatkist van het managementjargon; dat bleek in deze column al eerder bij beschouwing van ‘stabilisatiemacht’. De eufemismen moeten stuk voor stuk beheersbaarheid uitstralen. Dat geldt ook voor de zogeheten ongeregeldheden: die moet je gewoon even regelen.

Maar met het eufemisme ‘ongeregeldheden’ voor geweld en protest is meer aan de hand: het bagatelliseert de oorzaak.

Het eufemisme komt alleen in onbepaald meervoud voor. Niemand spreekt ooit van één ongeregeldheid of twee ongeregeldheden. Ongeregeldheden blijven vaag, krijgen geen vorm, geen gezicht, en dus geen welomlijnde reden. Wrok, onvrede en frustratie, waar je al snel aan moet denken, kun je immers geen echte redenen noemen.

Misschien dat de dood van Saddam een reden was, misschien ook niet. Misschien hadden ze honger. Wie zal het zeggen? Er is in die contreien maar weinig nodig om elkaar aan flarden te schieten, nietwaar? Ze hebben niet alleen een bloedhekel aan Amerikanen, maar ook aan moslims die er een andere geloofsvariant op nahouden.

Op sommige momenten heet Al-Qaida alomtegenwoordig te zijn, maar op andere momenten verdwijnt de organisatie van het geweld geheel achter een klein woord als ongeregeldheden. Pas als iemand een telefoontje pleegt en namens Al-Qaida het geweld opeist, is er sprake van ‘terreur’.
Dat er zo laks wordt omgesprongen met de oorzaak van ongeregeldheden, heeft te maken met het idee dat geweld van burgers altijd irrationeel is. Staten of terreurnetwerken kunnen geweld hanteren als ‘politiek met andere middelen’, maar burgers niet. Die laten zich meevoeren door hun driften, door propaganda of door de groep. De meute doolt, maar de ratio niet. Dat de gedachtegang van een staat ook mutatis mutandis die van een individu kan zijn, blijft buiten schot.

Dus zul je in geval van ongeregeldheden nooit interviews met geweldplegers horen; hooguit met de slachtoffers, politici of commentatoren. Als de vechtersbazen zelf aan het woord komen, spreken we liever van een opstand.

De kwalificatie ‘ongeregeldheden’ verdoezelt dus ook dat de verslaggever geen benul heeft van wat die mensen drijft.