Home Moreel dilemma: moeten we uitgestorven soorten tot leven wekken?
Moreel dilemma

Moreel dilemma: moeten we uitgestorven soorten tot leven wekken?

Met hulp van olifanten wordt de wolharige mammoet opnieuw toegerust voor een leven op de toendra’s. Een wenselijk vooruitzicht?

Door Jeroen Hopster op 26 maart 2021

mammoet genetische manipulatie beeld Bas van der Schot

Met hulp van olifanten wordt de wolharige mammoet opnieuw toegerust voor een leven op de toendra’s. Een wenselijk vooruitzicht?

Cover van 04-2021
04-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Hoe futuristisch het ook klinkt, meerdere teams van wetenschappers zijn er druk mee bezig: onderzoek naar de-extinctie. Oftewel: het weer tot leven wekken van uitgestorven diersoorten. Een van de initiatieven richt zich op de terugkeer van de trekduif. Jagende boeren dreven de soort tot uitsterven, maar hun DNA-materiaal bleef goed bewaard. Door het genoom van een verwante – nog levende – duivensoort te modificeren zou de trekduif zowaar kunnen herrijzen. Een ander team zet zich in voor de terugkeer van de wolharige mammoet, een soort waarvan genetici eveneens denken dat ‘ontuitsterven’ (na kruising met een olifant) mogelijk is. De-extinctie is het Jurassic Park-stadium voorbij: wat eens pure fictie was, zou binnen afzienbare tijd werkelijkheid kunnen worden. Maar kan het ook ethisch door de beugel?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Nee

Wie is er eigenlijk gebaat bij de terugkeer van uitgestorven soorten? Aanhangers van de-extinctie denken allicht dat we de uitgestorven soort daar een plezier mee doen. Maar het is niet zo duidelijk wat dat eigenlijk betekent, ‘de soort een plezier doen’. Een soort heeft immers geen intenties of verlangens. Wie we wél een plezier kunnen doen zijn individuele dieren, maar je kunt je afvragen of die zoveel baat hebben bij de-extinctie. De genetisch gemanipuleerde olifant die tot mammoet wordt gesmeed zal daar zeker geen vreugde aan beleven. Integendeel, die zal lijden als proefkonijn van de wetenschap. Bovendien is de-extinctie zinloos als de oorspronkelijke oorzaak van uitsterven blijft bestaan. Neem de trekduif, die in de negentiende eeuw als plaag werd bejaagd. Zal zijn eenentwintigste-eeuwse halfbroer niet eens te meer worden aangemerkt als ongewenste exoot? Waar moeten tot leven gewekte soorten eigenlijk heen? Zolang ze niet samen­gaan met een rigoureuze omwenteling van de menselijke voetafdruk op de planeet lijken de-extinctieprojecten vooral schone schijn. Eerdere uitstervingen maken we er niet mee ongedaan. Sterker nog: we riskeren er een tweevoudig uitsterven aan toe te voegen.

‘De gemodificeerde olifant kan ons helpen bij klimaatverandering’

Ja

De-extinctie draait niet om het vereffenen van een historische rekening. De waarde van het project is juist toekomstgericht: door uitgestorven soorten tot leven te wekken, helpen we de ontwrichte ecologische balans op onze planeet te herstellen. Neem de mammoet. Siberische permafrost bevat tonnen aan methaangas, die naar de atmosfeer zullen ontsnappen als de bodem ontdooit. Een gevaarlijk vooruitzicht, want methaan is een krachtig broeikasgas, dat de opwarming van de aarde flink versnelt. Grote grazers kunnen echter helpen om de Siberische bodem te stabiliseren, en daarmee bijdragen aan de strijd tegen klimaat­verandering. Een olifant, genetisch versterkt met mammoet-DNA, is voor die taak goed toegerust. En zoals de gemodificeerde olifant ons kan helpen in de strijd tegen klimaatverandering, zo kunnen wij voor bedreigde soorten in de bres springen. Bijvoorbeeld door hen, met hulp van het DNA van uitgestorven verwanten, beter bestand te maken tegen hitte en andere weersextremen. De moderne genetica stelt ons in staat om in te grijpen in de natuur, op een wijze die zowel mens als dier kan baten. Als we daarmee een wereld scheppen die aantrekkelijker, plezieriger en rechtvaardiger is, waarom zouden we dat dan nalaten?

Antropoceen

De term ‘de-extinctie’ is enigszins misleidend. Het doen herleven van uitgestorven soorten, in identieke toestand, behoort (nog) niet tot de wetenschappelijke mogelijkheden. Het gaat vooralsnog om een kruising van het DNA van uitgestorven soorten met dat van levende verwanten. Maar of met die kruising nu een oude of nieuwe soort tot leven komt, zeker is dat de techniek van de-extinctie interessante vragen oplevert, die sprekend zijn voor de ethiek van deze tijd. De ethiek van het Antropoceen dient zich aan. We moeten ethische keuzes maken in een mensgemaakte wereld, die bol staat van ecologische problemen, maar ook van technologische mogelijkheden. En waar de mogelijkheid van menselijk ingrijpen bestaat, daar dient de wenselijkheid van zulk ingrijpen serieus overdacht te worden. Gentechnologie snelt vooruit, en creëert dilemma’s die maar beter in een vroeg ­stadium aangekaart en bediscussieerd kunnen worden. Voordat ­genetici hun eigen keuze al hebben gemaakt.