Massatoerisme heeft voor veel mensen een nare bijsmaak. Toch biedt ook deze vorm van reizen ruimte voor verwondering – zo niet over de Ander, dan wel over onszelf.
Als iemand dol is op clichés, dan is het de moderne toerist wel – inclusief ikzelf. Ik hoef er maar een willekeurig fotoalbum op na te slaan. Cuba 2012: foto’s van een oude man met verweerd gezicht, strohoed en sigaar, mensen die aan hun oldtimer sleutelen en kinderen die beter kunnen salsadansen dan lopen. De vrouw die bedelt om melk voor haar baby legde ik niet vast. Net zomin als het gros van de mensen op straat, overigens. De inwoners van Havana die niet salsadansen of in de weer zijn met oldtimers, strohoeden en sigaren, vond ik blijkbaar te gewoon. Mijn fotoalbum wijkt weinig af van de gemiddelde reisgids.
Het mag geen verrassing zijn: de blik van de moderne toerist is ultraconservatief, vindt Ruud Welten, docent aan Tilburg University en Hogeschool Saxion, en gespecialiseerd in de betekenis van toerisme. Waar de massatoerist boven alles naar op zoek is, is authenticiteit – of iets wat daarvoor door kan gaan. ‘Kijk maar eens hoe bijvoorbeeld Rotterdam zich ontwikkelt’, schrijft Welten. ‘Een stad als Praag kan dat niet. Toeristen willen dat Praag hetzelfde blijft: een mooi decor van authentieke balkonnetjes en authentieke mensen. De stad weet dat en past zich aan.’‘De moderne toerist is een geglobaliseerde consument’, gaat hij verder, ‘voor wie de wereld klaar wordt gemaakt om door hem bereisd te worden.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees