Eind jaren tachtig raakte filosoof Sam Harris geïnteresseerd in meditatie. De aanleiding? Hij gebruikte de drug MDMA en ervoer hoe het was om in een radicaal andere geestestoestand te verkeren.
Voor het eerst in mijn leven was ik niet langer op mijn hoede, geheel onbezorgd over wat anderen van mij dachten. Ik voelde dat hun geluk op geen enkele manier afdeed aan mijn geluk. Integendeel, hun geluk droeg daar alleen maar aan bij. De ethische implicatie was heel duidelijk: dat je je zo verbonden kunt voelen met anderen, dat is een vermogen van de menselijke geest, gestuurd door hersenprocessen. Dat vond ik een buitengewone ontdekking.
Volgens Harris is het niet zo dat je door drugs te gebruiken ervaringen kunt hebben, waar je brein anders niet toe in staat zou zijn. Hij ging op zoek naar manieren om deze ervaringen te krijgen zonder drugs te gebruiken. Zijn antwoord: meditatie.
Door meditatie train je je geest. Wat de meeste mensen werkelijk zoeken, dat is een vermogen om ons radicaal beter te voelen, op elk ogenblik, onafhankelijk van de doelen die we verder nastreven. Goede en slechte dingen zullen ons altijd overkomen, de flux duurt voort. We zullen ziek worden en weer beter, die dingen gebeuren nu eenmaal. Wat we werkelijk willen is een geest die zich daar niet door van de wijs laat brengen, die tegen veranderingen bestand is.
Meer leren over meditatie? Kom op 21 april 2018 naar Thinking Planet in TivoliVredenburg waar 40 internationale en nationale sprekers komen spreken over filosofie uit alle windstreken.