Een hamer gebruiken we vanzelfsprekend om te klussen. Toch laat recent onderzoek zien dat mensen zulke gereedschappen eerder voor een wapen aanzien, wanneer ze eerst een milliseconde lang een foto van een zwarte man hebben gezien. Impliciete vooroordelen blijken dus hardnekkig en werken zelfs in gevallen waarin we niet eens doorhebben wat we hebben waargenomen. Het idee dat we van onze vooroordelen af moeten lijkt een logische reactie, zegt Eddo Evink, hoogleraar filosofie aan de Open Universiteit. Maar kan dat wel? ‘Zonder vooroordelen kun je niet leven. Alleen al voor communicatie moet je aannemen dat de woorden die je gebruikt naar de juiste dingen verwijzen en dat je gesprekspartner je begrijpt. Op een heel basaal niveau zijn we afhankelijk van aannames – je kunt dus niet zeggen dat vooroordelen per definitie slecht zijn.’
Wat is het feit?
Oh, D.W., H.I. Vartiainen & J.B. Freeman (2025). ‘Racial stereotypes bias the neural representation of objects towards perceived weapons.’ Nature Communications 16.
Het is de kunst om schadelijke en onterechte vooroordelen te onderscheiden van noodzakelijke. Evink: ‘Paradoxaal genoeg is de valkuil daarbij juist het verlangen om compleet onbevooroordeeld te zijn. De filosoof Hans-Georg Gadamer spreekt van het vooroordeel tegen het vooroordeel. Zijn boodschap was: onbevooroordeelde kennis bestaat niet, dus wie dat nastreeft is zelf bevooroordeeld. Veel beter is om het feit te erkennen dat onze waarneming altijd bevooroordeeld is. Als je erkent dat je vooroordelen hebt, opent dat de mogelijkheid ze te bevragen en ze uit te dagen door jezelf vaker te confronteren met het onbekende. Dat is namelijk waar vooroordelen vaak uit voortkomen: het brein is geneigd wat het niet kent als mogelijk gevaarlijk te bestempelen.’
Even tussendoor …
Meer lezen over filosofie en wetenschap? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Maar het bevragen van vooroordelen kan ook een keerzijde hebben. ‘Je kunt het ter discussie stellen van vooroordelen ook misbruiken om elke wetenschappelijke consensus te ondermijnen. Er is veel te doen over het post-truth-tijdperk waarin we dreigen te verzanden. Denk bijvoorbeeld aan het debat over klimaatverandering, waarin soms onterecht vraagtekens worden gezet bij de feiten. Zowel wantrouwen als vertrouwen in onze vooroordelen kunnen voor blinde vlekken zorgen.’
Wie stelt kritische vragen?
Eddo Evink (1966) is hoogleraar filosofie van techniek, media en cultuur aan de Open Universiteit. Hij schreef Cultuur en betekenis (2024), een overzicht van de ontwikkeling van de geesteswetenschappen.
