01 Wat kan ik weten?
‘Als je nieuwsgierig bent, kun je overal in de wereld thuis zijn. Erasmus zei ooit: “Heel de wereld is mijn vaderland.” Ik ben islamitisch, maar als jongetje wilde ik leren over het christendom. Omdat veel gezegden een bijbelse oorsprong hebben, leerde ik tegelijkertijd over de Nederlandse taal. Door kennis op te doen ontdek je een wereld die buiten jou ligt; je begrijpt dat jij niet het grotere verhaal bent, maar slechts een klein deel ervan. Ik zie dat mensen soms geneigd zijn andere perspectieven op afstand te houden, vermoedelijk omdat ze bang zijn dat een ander hun blik doet kantelen, en dat ze vanzelfsprekendheden moeten bevragen.’
02 Wat moet ik doen?
‘Ik ben de zoon van eerstegeneratiemigranten. Migranten hebben een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Maar bij minderheidsgroepen gebeurt er vaak iets opmerkelijks: er ontstaat een conflict tussen een gevoel van rechtvaardigheid en een gevoel van loyaliteit naar de groep. Als minderheidsgroepen van buitenaf aangevallen worden, sluiten de gelederen zich. In plaats van tegen hun ouders, gaan ze zich afzetten tegen alles wat de groep van buitenaf aanvalt. Dat is funest voor hun individuele ontplooiing. Zelf voel ik me nu zekerder van mijn eigen keuzes dan toen ik jong was. Dat heeft te maken met ouder worden, maar ook met je plek in de maatschappij. Iemand met weinig maatschappelijk aanzien kan zich moeilijker losmaken van de minderheidsgroep waartoe hij behoort.’
‘Als je nieuwsgierig bent kun je overal in de wereld thuis zijn’
03 Wat mag ik hopen?
‘Hoop is iets krachtigs, dat migranten vanuit de hele wereld levensgevaarlijke tochten naar het Westen laat maken. Dat kan een mens alleen als hij hoop heeft op een beter leven voor zijn kinderen. Tegelijkertijd is hoop relatief. Hier bouwen we hekken om mensen weg te houden, kiezen we ervoor om hun hoop niet te zien. Dat migranten hoopvol zijn, kan een last leggen op de schouders van de tweede generatie. Ze moeten arts of advocaat worden. Paradoxaal genoeg geven ouders daarmee het gevoel dat ze zelf tekortgeschoten zijn door aan hun kinderen. Bij mijn eigen kinderen probeer ik dat anders te doen, door ze mee te geven dat zaken als liefde, vriendschap en welbevinden minstens zo belangrijk zijn.’
04 Wat is de mens?
‘De mens is zowel een diepreligieus als een sociaal wezen. Een groot gedeelte van de bevolking is niet meer gelovig in strikte zin, maar zoekt wel naar mystiek en zingeving. Mensen die religie belijden worden soms weggezet als achterlopend – je kunt toch zeker wel voor jezelf nadenken? Maar we zijn geen eenzame krijgers die losstaan van anderen. Dat idee miskent het belang van samen spiritualiteit beleven.’
Generatie 9/11. Migratie, diaspora en identiteit
Lotfi El Hamidi
Uitgeverij Pluim
224 blz.
€ 22,99