Filosofie is niet alleen makkelijker als je denkt, maar ook als je praat. Wie praat hoeft niet alles zelf te bedenken. Maar wat als jij bepaalt wat de ander te zeggen heeft? Een gesprek over macht tussen meester en knecht.
Knecht: Kan ik iets voor u doen?
Meester: Had ik jou iets gevraagd?
Knecht: Ik moet voor u klaar staan, meneer. Dus, ja, dat vraagt u van mij. De meester vraagt altijd iets van de knecht. Hij kan niet anders.
Meester: Zwijg, wijsneus. Als ik je nodig heb merk je het vanzelf.
Knecht: Met uw permissie, heer, u hebt mij altijd nodig. Wat zou een meester zonder knecht zijn?
Meester: Geef me liever een stoel. Ik word moe van je geklets.
Knecht: Het spijt me, er zijn hier geen stoelen.
Meester: Maak er dan als de wiedeweerga een voor me van het hout uit mijn bos. Zwijg en zwoeg nu.
Knecht: Uw stoel, meneer, voilà , gaat u zitten, geen dank.
Meester: Nu vooruit, breng me wat te eten en vertel me dan een verhaal om me te amuseren.
Knecht: De kok zegt dat er geen eten meer is. Het ging op aan de houthakkers. En ik moet zeggen: ik moest tussendoor zelf ook even wat hebben om te kunnen blijven werken.
Meester: Verzin iets!
Knecht: Ik heb geen idee, meester. Ideeën krijg ik altijd alleen van u.
Meester: In godsnaam, vertel me dan dat verhaal maar.
Knecht: Kent u dat verhaal van de meester en knecht?