Kun je denken dat je denkt, zonder dat je denkt? Filosofie is moeilijker als je denkt in paradoxen.
Soms, als het leven tegenzit, helpt het om te denken aan anderen die meer voor hun kiezen krijgen dan jijzelf. Hoewel het raadselachtig is hoe het leed van anderen je eigen leed dragelijk maakt, werkt het bij mij wel zo. Onder de mensen die veel te lijden hebben zitten gek genoeg ook sommige loterijwinnaars. De verantwoordelijkheid die een groot kapitaal met zich meebrengt valt ze zwaar. Het zijn vaak mensen die niet goed met geld om kunnen gaan. Familiebanden en vriendschappen worden flink op de proef gesteld. En dan is er ook nog de angst om ontvoerd of beroofd te worden. Opeens voel ik me dan een stuk beter dat mijn oudejaarslot me niets heeft opgeleverd. Mijn leven is gelukkig niet door mazzel geruïneerd.
Het is verstandig om je leven zo in te richten dat je zo min mogelijk lijdt. Het gaat echter vaak mis als we rechtstreeks proberen leed te vermijden. De causale patronen doorgronden we onvoldoende om ze naar onze hand te zetten. We geven vaak het verkeerde de schuld. Flink wat mensen mijden de pijnlijke halfjaarlijkse controle bij de tandarts om vervolgens een veel pijnlijker behandeling te moeten ondergaan. Bovendien ligt niet alles binnen je macht. Hoewel sommige zelfhulpgoeroes beweren dat je geluk kunt afdwingen, levert de illusie van controle meer leed op dan geluk. Dan heb je niet alleen pech als iets verkeerd uitpakt, je geeft jezelf ook nog eens de schuld dat je in de ellende zit, want je had het immers kunnen voorkomen.
Dit is de paradox van het hedonisme. Het bewust direct nastreven van geluk en het mijden van leed werkt meestal niet en levert het tegenovergestelde op. Geluk is niet als een halfje bruin te koop, en ook leed kun je niet als een sigaret links laten liggen. Je kunt geluk niet zelf als doel hebben, want het is eerder een toevallig gevolg van het nastreven van andere zaken. Het mijden van leed lijkt op niet aan ijsberen denken. Dat lukt heel aardig, behalve als je het bewust probeert te doen. Geluk en leed laten zich niet afdwingen.
Als ik veel te lijden heb, kunnen anderen misschien aan mij denken als ze het zwaar hebben en kan die gedachte troost bieden doordat het hun eigen leed draaglijker maakt. En zo kan ik ook nog mezelf troosten. Dan is mijn leed niet voor niets geweest.
