Met een notitieblok en een opname-apparaat onder zijn arm bezocht de Franse journalist en filosoof Franҫois Gauvin een jaar geleden alle serieuze kandidaten voor de Franse presidentsverkiezingen. Het Franse volk moest niet alleen geïnformeerd worden over partijpolitieke standpunten (en eventueel privé-escapades), volgens Gauvin was het van belang dat de Fransen een beeld kregen van ‘de filosofie’ van hun toekomstige leider. Hoe dénkt onze president? En zo stonden onder anderen Dominique de Villepin, Nicolas Sarkozy, Marine Le Pen en Franҫois Hollande hem te woord over moraal, over de plaats van religie in de cultuur en over populisme.
Een poging van een aantal radiocollega’s om in aanloop van de recente verkiezingen in Nederland iets soortgelijks te ondernemen strandde jammerlijk genoeg. De meeste lijsttrekkers bedankten vriendelijk toen hen werd gevraagd om filosofische vragen te beantwoorden (een enkele keer vergezeld van de wat merkwaardige opmerking dat men ‘liever over de inhoud’ sprak).
Angst voor het onbekende? Misschien. In Frankrijk maakt filosofie onderdeel uit van het vaste curriculum in het basis- en voortgezet onderwijs. Weinig mensen die daar denken dat filosoferen slechts een vorm van vaag en vrijblijvend spreken is. En (toekomstige) politici hebben geen koudwatervrees als een journalist fundamentelere vragen stelt dan: Met wie wilt u in een coalitie?
In Nederland bestaat er ook steeds meer belangstelling voor filosofie in het onderwijs – een kweekvijver voor nieuw talent. On het kader van onze jubilieumeditie portretteren wij daarom een aantal van onze toekomstige denkers: ambitieuze en kritische jongeren die later geen moeilijke vragen uit de weg gaan.